Arjan van Essen: Cito-tijd op het vmbo, het is gewoon niet eerlijk
Het is weer Cito-tijd. Een week lang toetsen we rekenvaardigheid, leesvaardigheid, woordenschat en nog wat zaken.
Voor mijn mentorklas is het een ingewikkelde periode. Na acht jaar in het basisonderwijs zitten ze nu in het voortgezet onderwijs. Tijdens de basisschooltijd zaten ze vooral bij leerlingen die hogere cijfers haalden. Niet dat die andere kinderen meer konden, wel dat ze makkelijker leerden, verbanden zagen en daardoor sneller leerstof begrepen, waar mijn leerlingen wat meer tijd of individuele aandacht voor nodig hadden. Dat lukt niet altijd in een basisschoolklas met meer dan dertig leerlingen. Ondanks alle goede bedoelingen van onderwijzend personeel, is daar de druk van meten, presteren en rapporteren heel erg hoog.
Daar komt bij dat ouders tegen het eind van de basisschoolperiode vaak ook nog iets vinden van de toekomstmogelijkheden van hun zoon of dochter. Niets mis mee; zij kennen hun kind. Het is goed om het beste voor je kind te zoeken. Maar het is fijn als ze beseffen dat het beste niet altijd betekent: een zo hoog mogelijk niveau. Het zegt al heel veel dat wij met ‘hoog niveau’ het vaak alleen over verstandelijke dingen hebben.
Uiteindelijk komen de doeners bij mij in de vmbo-basisklas. Het is de klas met leerlingen die in de toekomst de broodnodige dingen gaan doen: wegen aanleggen, kabels trekken, huizen bouwen, eten maken in het verzorgingshuis, de verwarming repareren in het ziekenhuis.
Na anderhalf jaar ben ik zover dat ze een beetje beginnen te geloven dat ze ertoe doen. Niet ondanks hun ‘lage denkniveau’, maar dank zij hun ‘hoge doeniveau’.
En wat bedenken wij? Wij gaan ze testen. Wij gaan meten wat ze weten. Wat ze geleerd, onthouden en begrepen hebben.
Zeg nu zelf, dat is toch hetzelfde als dat we alle studenten geneeskunde in hun tweede jaar van de campus afjagen en hen dwingen met een lading klinkers een straat te maken? Onder tijdsdruk. En daar een cijfer voor geven. Of hen allemaal een containerschip in jagen om een lading vast te zetten. Het is gewoon niet eerlijk en daarom heb ik deze week een nieuwe betekenis bedacht voor Cito.
Nadat de leerlingen met de moed der wanhoop begonnen waren aan hun eerste Cito-toets, kwamen we er na een halfuur achter dat het ook nog eens een verkeerde toets was.
Ik heb alles laten inleveren. Iedereen naar buiten gestuurd. Zelf als een hazewindhond naar de docentenkamer. Voor elke leerling een beker chocomel getapt en hen daarmee opgewacht toen ze weer binnenkwamen. Vervolgens hebben we een minuutje of tien gepraat over toekomstverwachtingen. We hebben elkaar in een paar zinnen verteld waar we over tien jaar denken te staan. De één dacht aan nieuwe huizen bouwen, de ander aan bomen verzorgen, weer iemand dacht aan iets met kinderopvang en een ander had het over zijn eigen zaak. Ja, er werd gedacht. Over ‘doen’. Er werd ook een beetje gedroomd. Theoretische toetsen kwamen er niet in voor. Die gingen we wel weer maken.
Cito? Dat staat voor: Chocomel Is Toets-Overstijgend.