Waarom federale ministers niet perfect tweetalig hoeven te zijn, terwijl dat van werknemers soms wel wordt verwacht

Nee, Nederlandstalige federale ministers hoeven geen Frans te kunnen spreken. Et en effet, ook hun Franstalige collega’s hoeven niet tweetalig te zijn. Nochtans wordt dat van werknemers – zeker in Brussel – vaak wel verwacht. Hoe kan dat?

Sofie Buekenhoudt

Daar zouden jullie eens een stuk over moeten schrijven

U vraagt, wij draaien. Hier leest u de verhalen die u ons zelf aanreikt. Deze week: de vraag van Lisette Luyckx.

Beste NU-team, kunnen jullie eens uitleggen waarom ministers in het federale parlement niet tweetalig hoeven te zijn? Van een gewone werkmens wordt dat wel verwacht. Kan dat niet bij wet worden vastgelegd?

Zelf een vraag? Stuur uw mail naar nu@nieuwsblad.be.

En effet, Lisette. Onze federale ministers, die ‘ongewone werkmensen’, hoeven officieel níét perfect tweetalig te zijn. Zelfs niet bedroevend tweetalig, in principe. “Tweetalig zijn is geen grondwettelijke vereiste”, zegt professor Carl Devos, politicoloog aan de UGent. “Het enige wat over taal in de federale regering is bepaald, is het volgende: het verschil tussen Nederlandstaligen en Franstaligen mag niet groter zijn dan één, de eerste minister al dan niet uitgezonderd. Nergens is dus formeel bepaald dat federale ministers tweetalig moeten zijn. Het is trouwens ook een ongeschreven regel dat het parlement zich niet bemoeit met de ministerkeuze.”

LEES OOK. Wat de kledingkeuze van onze politici over henzelf zegt: “Crevits kleedt zich zoals ze aan politiek doet”

Nu is dat op zich geen vreemde zaak. “Dat dit niet verplicht is, is een gevolg van de scheidingslogica in onze staatshervorming”, zegt professor politieke wetenschappen Dave Sinardet (VUB). “Daarbij werd België steeds verder opgesplitst met weinig oog voor eenheid en samenhang. Het federale niveau werd vooral gezien als een optelsom van de twee grote taalgemeenschappen, die niet per se veel moeten communiceren met elkaar.”

Politici komen op in Nederlandstalig of Franstalig gebied, met uitzondering van de mazout die ‘Brussel’ heet. “Weinig stimulans om dan perfect tweetalig te zijn”, zegt Devos.

Mopje met Bouchez

Tweede punt dan. Is dat eigenlijk een probleem, federale ministers die bricoleren met de landstalen? Schiet er ooit per ongeluk een Fanfreluche in het verkeerde keelgat? “Ik denk niet dat er ooit al incidenten zijn geweest louter door gebrek aan taalkennis”, zegt Devos. “Wetteksten en regeringsvoorstellen worden altijd vertaald in twee talen. Je voelt het natuurlijk als publiek wanneer een minister de vraag niet perfect begrepen heeft. Al is dat moeilijk alleen aan de taalbarrière toe te wijzen. Je hebt ook ministers die sowieso niet van plan waren om op de vraag te antwoorden. Belangrijker: zonder taalkennis hebben ze ook minder voeling met de regio aan de overkant van de taalgrens.”

LEES OOK. Georges-Louis Bouchez legt uit waarom hij geen Nederlands spreekt op Vlaamse tv: “Ik wil niet dat mijn campagne om één foutje draait”

L’Unie, een nieuwe jongerenpartij, pleit flink voor het belang van tweetaligheid in België. “Wij zijn ervan overtuigd dat veel van de problemen tussen Franstaligen en Nederlandstaligen vergroot worden in het parlement, waar niet alle ministers tweetalig zijn”, zegt oprichter Charles De Groot. “Als ik in Oezbekistan zou zijn, zelfs al had ik een tolk, ik zou niet zomaar kunnen meevoelen met de samenleving.”

“Je voelt als publiek aan wanneer een minister de vraag niet perfect begrepen heeft. Al heb je natuurlijk ook ministers die sowieso niet van plan waren op de vraag te antwoorden”

Carl Devos

Politicoloog

Dave Sinardet voelde de politieke taalgrens onlangs aan den lijve, toen hij samen met MR-voorzitter Georges-Louis Bouchez te gast was in De afspraak op vrijdag op VRT. “Iedereen sprak zijn eigen taal: mijnheer Bouchez Frans, Ivan De Vadder en ikzelf Nederlands. Ik maakte er toevallig een grapje over. Hij had beloofd om tegen de verkiezingen Nederlands te leren, en ik zei: ‘Bedoelde u misschien die van 2029?’ Ik kreeg de indruk dat hij dat toch niet begreep. Extra ironisch, natuurlijk.”

Molière citeren

Het moet gezegd zijn: het is gelukkig al een heel stuk beter dan vroeger. Vandaag durven Vlaamse ministers weleens een rollende ‘r’ ertussen te zwieren, net zoals de Franstalige confrères de hunne juist mooi wegmoffelen in een mondje Nederlands. Devos: “Eentalige ministers die de andere taal zelfs niet passief kennen of begrijpen, dat wordt steeds minder geaccepteerd. Vandaag wordt heel vaak moeite gedaan om een anderstalige vraag in dezelfde taal te beantwoorden, zelfs al is het alleen in de eerste vier zinnen. Zo’n antwoord beperkt zich weliswaar vaak tot het voorlezen van een blaadje papier, geschreven door een kabinetsmedewerker. Eigenlijk is het veeleer een soort beleefdheid, geen echte talenkennis.”

LEES OOK. “De meest agressieve minister ooit” en “dweil van de regering”: Francken en Loones (N-VA) hard voor Vivaldi in nieuw boek

De hamvraag van Lisette, dan. Kan dit niet bij wet worden vastgelegd, als minister vloeiend moeten zijn in regeren én in gouverner? “Dan zou je er al een taalexamen aan moeten koppelen”, zegt Devos. “Maar wanneer moet je dat dan afleggen? En op welk niveau? Stel, je regering is gevormd, de ministers zijn aangesteld, en dan moeten ze eerst nog snel-snel een taalexamen doen. Iemand met veel dossierkennis, een goeie verkiezingsscore, de steun van de partij, charisma en noem maar op, is net gebuisd. Iemand anders is perfect tweetalig, maar niet de competentste. Wat willen we dan? De informele druk om beide talen te beheersen is dan wellicht beter.”

“Je moet als Vlaming Molière niet perfect kunnen citeren, maar je moet toch effectief kunnen communiceren naar heel de bevolking. Je moet je beleid aan alle 11 miljoen Belgen kunnen uitleggen”

Dave Sinardet

Politicoloog

Sinardet ziet een taaltest wel als oplossing. “Ik betreur het persoonlijk dat dit geen verplichting is. Je moet als Vlaming Molière niet perfect kunnen citeren, maar je moet toch effectief kunnen communiceren naar heel de bevolking. Federale ministers voeren beleid dat impact heeft op alle 11 miljoen Belgen. Dan moet je dat beleid ook kunnen gaan uitleggen, vind ik.”

Aangeboden door onze partners

Hoofdpunten

Aangeboden door onze partners

Beste van Plus

Lees meer