Waterstof en windmolens zijn belangrijke pijlers onder de energietransitie. Uit onderzoek blijkt dat China bijna een monopolie heeft op de productie van permanente magneten, die belangrijk zijn voor windmolens. Daarnaast neemt China een steeds belangrijkere plek in bij elektrolysers, die nodig zijn voor de productie van waterstof.
Dit kan grote risico's met zich meebrengen. De energietransitie kan bijvoorbeeld veel duurder worden of trager verlopen, als China besluit de prijzen te verhogen of minder producten beschikbaar te stellen.
Verder wijzen de onderzoekers erop dat de Chinese markt vaak gesloten blijft voor westerse bedrijven. China is daardoor zelf veel minder afhankelijk van andere landen.
Volgens de experts zou de EU kunnen beslissen om Chinese bedrijven voortaan uit te sluiten van grote opdrachten in Europa. Ook zou Brussel strengere regels kunnen invoeren voor Chinese producten voor wat betreft milieu, veiligheid en arbeidsomstandigheden.
Samenwerking met China stoppen is geen goed plan
De samenwerking volledig stopzetten, vinden de onderzoekers geen goed idee. Een verantwoorde samenwerking is volgens hen noodzakelijk. "De vraag die daarbij rijst: kiest Europa voor goedkopere Chinese elektrolyseapparaten, of voor investeringen in duurdere, eigen alternatieven voor zekerheid op de lange termijn?"
Mocht de EU inderdaad kiezen voor Chinese producten is er wel een risico. De betrekkingen kunnen namelijk plotseling verslechteren door geopolitieke spanningen, waardoor bijvoorbeeld de bouw van nieuwe windmolens vertraging kan oplopen.