Direct naar artikelinhoud
Hoger onderwijs

De vergrijzing leidt weldra tot schaarste op de arbeidsmarkt, op alle niveaus: het onderwijs moet klaarstaan

Herman Van Goethem.Beeld Universiteit Antwerpen

Herman Van Goethem is rector aan de Universiteit Antwerpen en sinds vandaag ook voorzitter van de VLIR.

Opnieuw zetten vele tienduizenden jongeren in Vlaanderen de stap naar hoger onderwijs. Ze zijn ongeveer achttien jaar oud en zullen, eens hun diploma behaald, mee vorm geven aan een wereld die intussen heel ingrijpend zal zijn veranderd. Spelen we daar voldoende op in? Langetermijnbeleid in onderwijs, het is een pittige uitdaging. Neem alleen al de ongelijkheid, de vergrijzing en de digitale revolutie.

Het PISA-onderzoek 2015 in 72 OESO-landen meet onder meer ongelijkheid in het onderwijs. Hoe lastiger je sociaal-economische situatie, hoe slechter je schoolprestaties. Die samenhang kan nooit helemaal worden uitgesloten, maar Vlaanderen doet het beduidend slechter dan vele OESO-landen. Meer dan elders versterkt ons onderwijs ongelijkheid. Hoe minder 'witte Belg' en hoe armer, hoe slechter je het in Vlaanderen ook doet op school.

Zo worden leerlingen uit kansengroepen, bijvoorbeeld een migratieachtergrond, veel makkelijker naar het BSO doorgestuurd. Dan creëer je een onderwijssysteem dat de armen voorbestemt voor handarbeid. Goede vakmensen zijn even respectabel als broodnodig, maar een schoolsysteem moet ook sociale mobiliteit stimuleren, terwijl het nu integendeel soms een neerwaartse spiraal versterkt.

Universiteiten en hogescholen staan aan het einde van die onderwijsketen. We hoeven niet machteloos toe te kijken maar kunnen in nauw overleg met de schoolgemeenschappen processen inspireren en stimuleren, tot in het basisonderwijs toe. Het meest effectieve werkveld is dat van je eigen ruime regio, over de grenzen van associaties en schoolnetten heen, in wederzijds respect.

De notie 'diploma' zal aan relevantie verliezen, zeker in het bedrijfsleven

De toenemende vergrijzing leidt weldra tot een grote schaarste op de arbeidsmarkt, op alle niveaus. Ook hier is los van zuilen en partijen nood aan een fundamenteel debat over strategie en prioriteiten. Bedrijven en overheden staan voor ongeziene uitdagingen. Maar ook het hoger onderwijs moet klaarstaan.

De notie 'diploma' zal aan relevantie verliezen, zeker in het bedrijfsleven, want jongeren zullen almaar vroeger worden weggekaapt. Niet enkel de financiering maar ook de finaliteit van het hoger onderwijs moet dus fundamenteel worden herdacht. Welke basistools moeten we dan zeker wel meegeven, in een traject van levenslang leren?

De war on talent roept best wel lastige vragen op. Waarom slaagt Duitsland er zoveel beter in om de nieuwkomers in de arbeidsmarkt te integreren? Surft Europa hoe dan ook niet op een hoogtechnologische golf waarbij handenarbeid steeds meer zal worden geëxporteerd? We moeten niet enkel inzetten op toptalent, maar vooral ook door scholing en communicatie zoveel mogelijk mensen in deze nieuwe samenleving integreren.

Digitalisering

In Vlaanderen en Europa zal de wereld van morgen in hoge mate digitaal zijn. Studenten van vandaag moeten binnen tien jaar met grote vanzelfsprekendheid nieuwe tools als robotisering en artificiële intelligentie in hun professionele leefwereld integreren. Is ons hoger onderwijs wendbaar genoeg om met die stroom mee te gaan?

De financieringsstructuur schept alvast weinig ruimte voor risicovolle keuzes en nieuwe initiatieven, kort op de bal. Ze zet te veel in op onderlinge concurrentie, te weinig op samenwerking. Je kunt ook enkel meer wendbaar worden wanneer het basiskader stevig is en niet het voorwerp van permanente verandering. Wetenschappers moeten dus hun creativiteit kunnen ontplooien vanuit een stabiele organisatie waarin vertrouwen vooropstaat. En waarbij, meer op de achtergrond, onderzoek en onderwijs worden aangestuurd vanuit een doordacht maatschappelijk debat tussen kenniscentra, ondernemingen en beleidsmakers. In dat debat moeten ook jongeren voldoende worden betrokken en gehoord. Het gaat immers vooral om hun toekomst, om de wereld van morgen.