Direct naar artikelinhoud
Woonkrediet

Lenen voor een huis wordt moeilijker

Lenen voor een huis wordt moeilijker
Beeld ANP XTRA

De banken zullen iets minder soepel mogen omspringen met het toekennen van woonleningen. Van de Nationale Bank moeten ze een extra buffer aanleggen, nu blijkt dat liefst één lening op de vijf meer dan de helft van het beschikbaar gezinsinkomen wegvreet. 

Door de steeds duurdere woningen en lage rente wordt er alsmaar meer geleend voor vastgoed. Om te vermijden dat er ongelukken gebeuren grijpt de toezichthouder in. De Nationale Bank van België wil de Belgische banken verplichten een extra kapitaalbuffer aan te leggen, in functie van het aantal leningen die ze hebben uitstaan. Op die manier hebben ze een extra vangnet, én zullen ze iets omzichtiger omspringen met het verlenen van nieuwe hypotheekleningen, meent de Nationale Bank.

Door de hevige concurrentiestrijd op de hypotheekmarkt slaagden de banken er zelf niet in om enige discipline aan de dag te leggen. Een hypotheeklening is immers een ideaal middel om consumenten voor lange tijd aan de bank te binden, en dus werd er uiterst soepel omgesprongen met het verlenen van krediet. Met een lage rente zijn ook steeds meer mensen in de verleiding gekomen om iets meer te lenen. 

Belgische gezinnen kampen gemiddeld met een hogere schuldenlast dan gezinnen elders in de eurozone. Eén lening op de vijf hapt meer dan de helft van het beschikbaar gezinsinkomen weg

Deze evolutie maakt dat Belgische gezinnen gemiddeld met een hogere schuldenlast kampen dan gezinnen elders in de eurozone. Het aantal wanbetalingen blijft met zo'n 1 procent aan de lage kant, maar de vrees dat een ongeluk in een klein hoekje zit, wint veld. Zeker nu blijkt dat één lening op de vijf meer dan de helft van het beschikbaar gezinsinkomen opeet, stelt de Nationale Bank vast. En sinds begin dit jaar gaan ook de looptijden van nieuwe leningen weer in stijgende lijn. Zo had de helft van de in 2016 verleende woonkredieten een quotiteit (geleend bedrag tegenover aankoopprijs) van meer dan 80 procent.

De Belgische gezinnen torsen op deze manier samen een schuld van 190 procent van het bbp, veel meer dan de 133 procent die de Europese Commissie aanvaardbaar acht. De Nationale Bank ziet daarin een dubbel gevaar: de schuldenlast van de Belgische gezinnen loopt op en de banken stapelen extra kredietrisico's op.

Koude steen

Een eerder voorstel van de Nationale Bank om het bedrag dat de consumenten kunnen ontlenen te begrenzen tot 80 procent van de aankoopwaarde, viel op een koude steen bij de regering. Vooral bij Open Vld reageerde men giftig. Omdat gevreesd werd dat de toegang tot krediet in het gedrang zou komen. De Nationale Bank deed haar huiswerk over, en legt de bal nu in het kamp van de banken, die een grotere eigen spaarpot opzij moeten zetten.

"Dit wil niet noodzakelijk zeggen dat een lening duurder wordt", zegt gouverneur Jan Smets. "Het kan zorgen voor een afkoeling van de woningmarkt, wat dus kan leiden tot goedkopere woningprijzen. Bovendien hangt het af van bank tot bank. Wie vandaag al een grote buffer heeft, hoeft misschien niet zoveel meer opzij te zetten." 

De Nationale Bank moet haar voorstel wel nog voorleggen aan de Europese Centrale Bank (ECB). Die ECB is als de dood voor een nieuwe bankencrisis, en kan als Europees toezichthouder een zogeheten 'macroprudentiële' maatregel opleggen. Zo'n maatregel moet de stabiliteit van de financiële sector als geheel ondersteunen.

'Dit wil niet noodzakelijk zeggen dat een lening duurder wordt'
Jan Smets, gouverneur Nationale Bank

Daarom dat het kabinet van premier Charles Michel (MR) er snel bij is om deze buffer welwillend te benaderen. "Ze maakt het vooral mogelijk de brede toegang tot hypothecair krediet te garanderen, wat in lijn ligt met het voorstel van de regering."

Ook Febelfin, de sectororganisatie van de banken, toont begrip voor de voorgestelde maatregelen. Dat de Nationale Bank en de regering een kader vastleggen voor het verlenen van hypothecaire kredieten is volgens de organisatie een goede zaak.

Het zullen vooral de banken zijn waarbij hypothecaire kredieten een belangrijk deel van hun activiteit uitmaken die hiermee geconfronteerd worden. De grootbanken hebben de grootste marktaandelen, tussen de 19 en 24 procent, maar zijn daarom niet meteen het kwetsbaarst, omdat ze daarnaast ook nog veel andere activiteiten hebben.