78 werknemers moeten vertrekken bij Philips Turnhout, tegen 2020 nog meer personeel weg

Tijdens de bijzondere ondernemingsraad vanochtend heeft de directie een meerjarenplan tot 2020 uit de doeken gedaan. 

De fabriek in Turnhout, die conventionele verlichting produceert voor onder meer stadions en winkels, lijdt onder de terugvallende vraag, door de sterke opkomst van de zuinigere ledverlichting, die Philips in Azië maakt. De fabriek verzorgt vooral nog de vervangingsmarkt.

Voor 2018 werd een collectief ontslag aangekondigd van 78 personeelsleden, ruim 10 procent van het personeel. Volgens de bonden verwacht de directie een volumedaling van zo'n 30 procent tegen 2020. Het personeelsbestand zou dan ook in dezelfde grootteorde worden afgebouwd. De bonden kregen naar eigen zeggen de garantie dat er minstens tot 2020 geen productielijnen verhuizen en dat er ook geen sprake van een sluiting is. 

"We hebben nu een beetje duidelijkheid voor de komende drie jaar, maar na 2020 zitten we opnieuw met de vraag wat er dan gaat gebeuren. Dat jaar wordt een kantelpunt, gezien ook de fabriek in China in het vizier ligt. Dat is belangrijk om volgen", zegt Peggy Schuermans, secretaris voor LBC-NVK. "We moeten wel kijken naar de werkbaarheid. Het is niet omdat de productie daalt, dat het werk één op één ook vermindert. De werkdruk is een belangrijk punt."

De zwaarste klappen vallen volgens de vakbond in de 'indoor', bijvoorbeeld winkelinrichtingen. "Led komt daar heel snel op, en ook de e-commerce die opkomt." Een lichtpunt is er voor de afdeling Horti, dat lampen produceert voor de tuinbouw, waar er nog een weekendploeg zou bijkomen.

Bij BBTK hoopt men op duidelijkheid voor het personeel. "Men doet het licht nog niet uit, maar men dimt het wel verder en stilaan is het wel erg zwak", aldus Serge Seret van BBTK. "Er moet volop worden ingezet op hertewerkstelling. Het belangrijkste is dat de mensen die hier werken een toekomst kunnen uitbouwen. Voor iedereen moet er een soort garantie zijn over wat er staat te gebeuren, of ze nu gevat worden door de huidige aankondiging of binnen twee tot drie jaar."

Voor de toekomst is het dan ook koffiedik kijken volgens Seret. "Dat hangt af van de productie in de conventionele verlichting. Als de volumes sterk zouden dalen, dan zal de directie niet nalaten ook in het personeelsbestand spectaculair in te grijpen."

Erwin Oris, afgevaardigde voor ABVV Metaal, meent dat het bedrijf nog met een 'waterhoofd' kampt. "We moeten de lonen van het management in Amsterdam en Eindhoven nog altijd mee bekostigen. Dat maakt onze lampen nog meer duur. Er is wel een besparingsronde, waardoor men voor een prul op reis gaat. Managers mogen meer verdienen, maar het verschil is wat te groot", stelt hij.

De afbouw van Philips in Turnhout zal volgens Oris blijven duren. "Dat gaat door tot de fabriek niet meer rendabel is, denk ik. Ik hoor verhalen dat die tot 2022 nog rendabel zou zijn, maar tegen dan kan er nog heel wat wijzigen."

De fabriek in Turnhout heeft het al meerdere jaren moeilijk. Twintig jaar geleden werkte er nog 2.800 man in de fabriek. Momenteel telt de vestiging volgens een van de bonden nog zowat 735 werknemers. 

Minister van Werk Kris Peeters (CD&V) vraagt duidelijkheid van de directie van Philips Lighting in Turnhout over de toekomst van de fabriek. Hij heeft de directie daarover morgen uitgenodigd op zijn kabinet.

De minister werd vandaag in de plenaire Kamer aan de tand gevoeld door Raoul Hedebouw (PVDA) over de aangekondigde ontslagronde bij de lampenfabrikant. Tijdens het vragenuurtje laakte Hedebouw dat het bedrijf vorig jaar 180 miljoen euro winst heeft gemaakt, waarvan 160 miljoen naar de aandeelhouders is gevloeid, en dat het de voorbije drie jaar amper 0,5 procent belastingen heeft betaald.

Minister Peeters gaf aan dat de administratie momenteel nog geen dossier van Philips Lighting heeft ontvangen. Niettemin heeft hij morgen de directie op zijn kabinet uitgenodigd. Ook de vakbonden komen op zijn kabinet langs. Tijdens zijn onderhoud met de bedrijfsleiding zal de toekomst van de fabriek ter sprake komen. "Wat is de volgende fase? Ik vind dat de directie duidelijkheid moet geven", aldus de vicepremier.