Van de tien transfers die hij al deed, kon manager Luc Devroe er zeven bewonderen op de eerste training: Didillon, Milic, Musona, Adzic, Makarenko, Abazaj en Cobbaut. Coach Hein Vanhaezebrouck liet zijn team dik twee uur zweten. “Het wordt een zware voorbereiding.”

Tevreden met de aanwinsten tot nu toe?

Vanhaezebrouck: “Ik voel een nieuwe dynamiek. We willen weer vooruit. De voorbije jaren werden te vaak oudere spelers aangetrokken, terwijl Anderlecht de beste jeugdspelers heeft – veel jeugdinternationals. We moeten een beetje zoals Ajax in Nederland met talentvolle kerels meestrijden voor de prijzen. Jonge gasten aanvullen met een beetje ervaring. Vorig seizoen was onze gemiddelde leeftijd 26 jaar. Nu gaat dat naar 23 jaar.”

Devroe: “Het werk is nog niet klaar. De prioriteiten zijn nog twee centrale verdedigers en naast Dimata nog een diepe spits. Marc Coucke belt mij wel vier keer per dag om druk te zetten. Het moet vooruitgaan, hé. De voorzitter is ongeduldig.”

Zeker als je naast toppers als Sels en Mbemba grijpt.

Devroe: “Mbemba had een beter bod van Porto en het totaalplaatje voor Sels – prijs, loon en commissies – was gewoon te zwaar. Als je vijftien transfers moet doen, mag je niet al je eieren in één mand leggen. Didillon volg ik al drie jaar en was een pak goedkoper. Qua keepers zitten we compleet. Didillon en Boeckx moeten strijden voor een plaats onder de lat.”

Gaan Dendoncker, Kara, ­Thelin, Trebel en Teo weg?

Devroe: “Dat is toch de wens van de vier die op het WK zitten. We hopen dat ze nog wat spelen in Rusland, zodat hun prijs stijgt. We zullen wel zien. Zolang Kara en Dendoncker niet weg zijn, gaan we ook niet holderdebolder nog twee verdedigers halen. Bij Trebel heb ik het gevoel dat hij blijft.”

Vanhaezebrouck: “De uitdaging wordt om het maximum te halen uit een jonge groep. In de voorbereiding ligt de focus op fysieke arbeid, maar ook op het inpeperen van onze spelfilosofie. Dat vergt tijd. Het kan zijn dat we enkele oefenmatchen gaan verliezen.”

Ga je aan teambuilding doen?

Vanhaezebrouck: “We gaan volgende week op stage naar Nederland en daarna organiseren we nog enkele tweedaagse ministages. Ik wil van Anderlecht veel meer een familie maken door ook de vrouwen, vriendinnen en kinderen van de spelers bij de activiteiten te betrekken. Als de vrouwen zich goed voelen en een hechte kliek vormen, heeft dat ook een positief effect op de spelers.”

Devroe: “Ik moet wel waken over het evenwicht tussen Belgen en buitenlanders. Er moeten zes Belgen in de wedstrijdkern zitten, maar alle topclubs strijden om de beste Belgen en er zijn er geen twintig die in aanmerking komen en betaalbaar zijn. Wij wilden Cobbaut, maar Genk en Club ook. Hetzelfde voor Schrijvers. Bakkali? Daar is niet over onderhandeld.”

Met zo’n grote kern gaan er wekelijks jongens afvallen.

Devroe: “Daarom haalden we ook Jonas De Roeck als beloftencoach, een trainer die al iets bewees in eerste klasse. De gasten die dan afvallen, kunnen professioneel blijven werken met Jonas. We moeten ook respect tonen naar die jongens en ze niet aan hun lot overlaten.”

Vanhaezebrouck: “De concurrentie moest scherper. Anderlecht moet zijn blazoen oppoetsen, maar het belooft een gecompliceerd seizoen te worden. Standard wil beter doen dan vorig jaar en dus titel én beker pakken. Club versterkt zich fors, hoewel zij al kampioen zijn. Gent en Genk hebben ambitie. Wij moeten ons daartussen zetten.”

Jullie zitten echt op dezelfde lijn, hé?

Devroe: “Onze eerste vergadering samen hadden we op 3 april en er was direct een goed gevoel. We zullen er alles aan doen om dat zo te houden. Zoals alle coaches met wie ik werkte, heeft Hein trouwens veel inspraak. Hij komt met namen, ik kom met namen. Ja, Vranjes wou hij al in januari. Dat mislukte toen en nu mislukte het weer bijna, maar die is toch binnen.” (lacht)