Direct naar artikelinhoud
Expo

Cinema Zoologie, of hoe een radicaal idee de Zoo Antwerpen door de bezettingsjaren en WO I sleurde

Een affiche van de Cinema ZoologieBeeld Zoo Antwerpen

In 1915 komt het water de Zoo Antwerpen tot aan de lippen. De directie heeft een radicale oplossing: de uitbouw van een bioscoop met liveorkest, zo leren een nieuw boek en een expo. Maar is frivool vermaak wel vaderlandslievend in oorlogstijd?

De Zoo Antwerpen is aan de vooravond van WO I veel meer dan een dierentuin. Een Nederlands reizigershandboek uit 1910 omschrijft de Zoo als 'een van de beste van Europa' en 'een favoriete plek van de Antwerpse beau monde'. De dierentuin beschikt over een Egyptische tempel voor Afrikaanse dieren, weelderige botanische tuinen, een roofdierenpaleis, een Moorse tempel voor struisvogels en een verbluffend aquarium – stuk voor stuk architecturale parels met exotische allures.

Maar in oktober 1914 voelt ook de Zoo de hete adem van de Duitsers in zijn nek. Wanneer het Duitse leger dreigt met bombardementen op de binnenstad besluit de directie om preventief 32 gevaarlijke dieren te doden. Nog geen vijfde van de dieren overleeft uiteindelijk de oorlog.

Gedecoreerde feestzaal

De hele Zoo lijdt onder de Duitse bezetting: het personeel wordt slechts gedeeltelijk uitbetaald, vastgoed verkocht, het muziekprogramma opgeschort en leningen worden aangegaan. Een oplossing is nodig en het bestuur grijpt drastisch in.

Het lijkt vergezocht, maar toenmalig directeur Michel L’Hoëst stelt voor om de leegstaande feestzaal in te richten als bioscoop. Een voltreffer, want de nieuwe Cinema Zoologie vormt al snel de financiële ruggengraat van de dierentuin, zo schrijven filmhistorici Leen Engelen en Roel Vande Winkel in het nieuwe boek Cine Zoologie: Hoe film de Antwerpse dierentuin heeft gered

In het bezette Antwerpen en ook na de oorlog is de bioscoop met liveorkest een vaste waarde in het uitgaansleven

Het boek is een tijdreis naar een vergeten tijdperk van de Zoo Antwerpen. "Tot voor kort was Cine Zoologie zelfs voor de meeste directieleden nog onbekend", lacht Engelen. "Het bioscooptijdperk is een korte episode uit de geschiedenis van de Zoo, maar wel een van de belangrijkste."

Begin jaren 10 was film booming business, zegt Engelen. "In de Antwerpse stationsbuurt waren er in verschillende zalen filmvertoningen: Palace, Odéon en Cinéma Pathé zaten dag na dag vol."

Frivoliteiten

Toch was het openen van een bioscoop een radicaal idee. "Enkele maanden voor de oprichting besloot de raad van bestuur dat het in oorlogstijd onmogelijk was om concerten en dansavonden te houden", weet Engelen. Om financiële redenen, maar ook vanuit moreel oogpunt. "Mag de bevolking zich vermaken terwijl de Belgische jongens hun leven geven aan het IJzerfront? Is het vaderlandslievend om zich in te laten met frivoliteiten?"

Mag de bevolking zich vermaken terwijl de Belgische jongens hun leven geven aan het IJzerfront? Is het vaderlandslievend om zich in te laten met frivoliteiten
Leen Engelen, filmhistoricus

Zeker in hogere kringen leven in die tijd die vragen. Maar nood breekt wet en de raad van bestuur zet het bioscoopidee door. In oktober 1915 opent, na goedkeuring van de Duitse bezetter, Cine Zoologie. In het bezette Antwerpen en ook na de oorlog ontpopt de bioscoop met liveorkest zich tot vaste waarde in het uitgaansleven. De nieuwe inkomsten maken dat de Zoo de moeilijke jaren overleeft. 

Toch sluit Cine Zoologie een twintigtal jaar later alweer. "De bezoekersaantallen namen af en de verliezen stapelden zich op", zegt Engelen. En op 28 mei 1936 valt, na een korte maar hevige periode, het doek over de bioscoop met de vertoning van de Franse film Le masque qui tombe.

De expo Cine ZOOlogie loopt tot 2 september in de Antwerpse Zoo. Het gelijknamige boek is uit bij Letterwerk.