InterviewHerman Van Goethem

Herman Van Goethem zwaait af als rector: “Ik ben omhooggevallen, van een gewoon mens naar iemand wiens uitspraken zwaar kunnen wegen”

Herman van Goethem: “Binnenkort geen deadlines meer voor mij, maar ik zal wel blijven schrijven.”© Sebastian Steveniers

Na twee termijnen als rector van Universiteit Antwerpen is Herman Van Goethem klaar voor zijn afscheid, van het ambt en van het aanzien. “Dit is Parijs-Roubaix. Spurten tot de finish en blij zijn dat je geen kassei naar je kop krijgt.”

Johan Faes

Wie is Herman Van Goethem?

  • Hij werd geboren in Mortsel in 1958.
  • Hij studeerde rechten en geschiedenis en promoveerde in 1987 tot doctor in de rechten. 
  • Hij lag mee aan de basis van een nieuw Holocaustmuseum in de Kazerne Dossin in Mechelen.
  • Hij is gewoon hoogleraar politieke en institutionele geschiedenis aan de Universiteit Antwerpen.
  • Sinds 2016 is hij rector van de UAntwerpen
  • In 2019 publiceerde hij 1942. het jaar van de stilte over de Jodenvervolging. 
  • In 2023 werd Van Goethem voorzitter van het Hannah Arendt Instituut.

Het blijft altijd laveren op zo’n diverse campus. Recht tegenover het studentenrestaurant heeft de Aula Jan Fabre de controverse van enkele jaren geleden overleefd. Er wordt nog een luchtzuiverende moswand geplaatst – de omgevingsvergunning is goedgekeurd. Tot september behoudt afscheidnemend rector Herman Van Goethem hier het overzicht vanuit Gebouw A aan de Middelheimlaan 1. Onderweg naar zijn bureau passeren we een van de vele sculpturen die uit het nabijgelegen beeldenpark zijn weggelopen. Het hybride wezen van Reinhoud (d’Haese) lijkt er neergezet als gangmaker voor een gesprek met een jurist-historicus. “Alleen in het geheugen neemt de werkelijkheid vorm aan”, valt nog net af te lezen van het schilferende titelplaatje.

“Poëtisch”, vindt de wetenschapper. “De wereld krijgt vorm door gebeurtenissen en verhalen. De gebeurtenissen zijn de mensen die geboren worden, leven en dingen doen. De verhalen zijn de verbindingen die we maken, waarbij we verleden, heden en toekomst linken.”

We zijn hier om zijn verhaal te horen, over acht bewogen jaren als rector, achter maar vaak ook op de schermen. Als debater, opiniemaker, boekvoorsteller, ook van zijn eigen bestseller 1942. Het jaar van de stilte, over de Jodenvervolging in Antwerpen. “Empathische geschiedschrijving”, zoals hij het noemt, die niet zonder kritiek bleef. Onlangs verscheen een herwerkte uitgave.

En er was corona, toen de wetenschap en de universiteit zelf op de eerste lijn stonden en het vertrouwen erin op de proef gesteld werd. Al nuanceert Van Goethem dat. “De universiteit blijft globaal aanvaard als kennisinstelling, soms een irritante kennisinstelling, wat ze moet zijn. Corona was een bijzondere casus: zelden zag je het hele proces zo geëtaleerd, wetenschapsbeoefening als systeem van methodologische twijfel, constante invraagstelling en heroriënterend zoeken naar exactitude. Mensen konden de afweging van keuzes op de voet volgen.”

In de periode waarin alle vergaderingen wegvielen, nog voor Teams, begon Van Goethem op Facebook met Reizen Corona: vijftig afleveringen waarin hij zijn volgers aan de hand van 19de-eeuwse stadsfotografie door de tijd liet reizen. “Dat wil ik nu combineren met een eigen dagboek, het lichtvoetige met de drama’s. In maart 2020 hield ik dat van dag op dag bij, je voelde het historische besef. De rest wil ik nu reconstrueren uit de vele e-mails. Er zit een mooie publicatie in.”

U hebt iets met dagboeken. Ook in 1942 gebruikt u een mengvorm.

“Bij de research voor het boek over Leopold III dat ik in 1994 samen met Jan Velaers publiceerde, stootten we op de oorlogsdagboeken van August De Schryver. Een ongelooflijk genre. Saisi au vif, zoals de Fransen zeggen, live gecapteerd. Je ziet de twijfels, het zijn open dagboeken. En toen ik in 2005 werkte op de Jodenrazzia’s in Antwerpen, vond ik in de Erfgoed­bibliotheek de dagboeken terug van Max Gevers, wisselagent tijdens de oorlog. Ook weer buitengewone documenten en een inspiratie voor mijn aanpak van 1942.”

In Journal of Belgian History kwam daar commentaar op: “De wetenschappelijke analyse wordt te veel omgebogen om nog te passen in de emotieve morele boodschap.”

“Het dagboekgenre liet mij toe in een wereld te stappen waarin Auschwitz noch D-day bekend is, om een spel te spelen waarin je alleen naar vandaag kijkt. Het maakt het bevattelijker voor de lezer. Ik schreef een geschiedenisboek in de tegenwoordige tijd, wat soms problematisch is. Methodologisch moest ik flashforwards inlassen, zoals met Wilfried Depret, de verzetsjongen die wordt opgepakt en die ikzelf decennia later opzoek. Zo is ook de ik-figuur erin geslopen. Dat was niet mijn bedoeling, maar op die manier krijg je wel het zoekproces mee. Natuurlijk roept die gepersonaliseerde aanpak vragen op over de grens tussen literatuur en geschiedenis. Maar elke werkelijkheid is geconstrueerd. Het staat ieder vrij om de kaarten anders te leggen en zijn verhaal te maken. Ik hou van dat spel met methodes. Empathische geschiedenis noem ik het. De tegenkanting neem ik erbij.”

En de wrevel in verzetsmiddens, dat ze ook voor eind ‘42 al actief waren?

“Er was verzet, maar op kleine schaal. Eind 1942 begon dat te boomen, nadat El Alamein en Stalingrad de nederlaag van Duitsland hadden ingeluid. In Antwerpen was er voordien een schemerzone waarin ook leden van de Witte Brigade als politieagent deelnamen aan de Jodenrazzia’s. Die agenten handelden volgens de wet van het minste kwaad. Ze voerden Duitse opdrachten plusminus uit en bouwden binnen het korps het verzet uit. Maar wat de Joden betreft, hebben ze zich geweldig misrekend, omdat ze niet beseften wat er hen stond te gebeuren – de Joden zelf ook niet trouwens.”

Zo snel we in Vlaanderen zijn om het verzet te discrediteren, zo traag komt het schuldbesef bij collaborateurs.

“Dat is veranderd. De groep die Wies Moens en Ward Hermans nog ophemelt, is marginaal geworden en de Cyriel Verschaevestraten zijn, op een plein in Alveringem na, verdwenen. Begin jaren 90 moest ik in mijn cursus politieke geschiedenis van België nog uitleggen dat collaborateurs fout zaten. Dat is voorbij. Maar het blijft moeilijke materie, want van het verzet vind je per definitie nauwelijks documenten.”

“Het was voor mij een ontdekking hoe belangrijk communicatie is als onderdeel van het rectorschap.”© Sebastian Steveniers

“Een wereld van verschil met bijvoorbeeld de weelde die ik aantrof bij Hubert Pierlot, die de Belgische regering in ballingschap leidde, en zijn dagboeken waarmee ik het internationale luik heb uitgewerkt in de heruitgave van 1942. Toen ik aan de eerste editie schreef, kwam ik heel wat tegen over Rusland, maar ik nam dat niet mee. Door de oorlog in Oekraïne voelen die passages nog beklemmender. Pierlot omschrijft een ontmoeting in Londen in april ’42 met Poolse politici als ‘terrifiant’. Want, zo verneemt hij, het communisme is maar een laagje vernis, het gaat om een heropleving van het Russische imperialisme onder Peter de Grote en Ivan de Verschrikkelijke. In 1942! Zo hebben wij, naïevelingen, onlangs Rusland herontdekt. Pierlots dagboeken zijn gespeend van emotie, en dan staat er plots: ‘terrifiant’. Die directheid maakt een dagboek zo waardevol. Later kun je alleen terugkijken. Dan worden het memoires, en maak je een analyse.”

Aan de hand waarvan zal u terugkijken op uw rectorschap?

“Ik heb een twintigtal notaboeken waarin ik de kernpunten van vergaderingen heb bijgehouden, van 2016 tot nu. Te fragmentarisch om een dagboek te zijn, maar het maakt een reconstructie enigszins mogelijk.”

En wat zou dan een eerste analyse kunnen zijn?

“Dat ik geweldig veel heb bijgeleerd. In 2016 werd ik rector in een totaal andere wereld. Obama was president en zou naar alle verwachting opgevolgd worden door Hillary Clinton. Ook over de functie: ik ben omhooggevallen, van een gewoon mens naar iemand wiens uitspraken zwaar kunnen wegen. Gelukkig kan ik vrij goed communiceren, en ben ik zelden uitgegleden. Het was voor mij een ontdekking hoe belangrijk communicatie is als onderdeel van het rector­schap. Zo’n complexe organisatie, die over álles in de wereld gaat, van filosofie tot fysica, met 22.000 studenten en 6.000 personeelsleden, plus beleid, financiering ... Vroeger lachte ik met executive summaries, nu weet ik beter. Je moet aansturen zoals een ceo, met loyale medewerkers die je briefen. Ik had geweldige medewerkers.”

Had u van om het even welke universiteit in België rector kunnen zijn?

“Zonder pedant te willen klinken: ik denk het wel. Zelfs van een Franstalige, want ik ben goed tweetalig. Ik zie ook in de Vlaamse Interuniversitaire Raad (VLIR) – waar de Vlaamse rectoren overleggen – dat we overal zowat eenzelfde systeem hebben.”

En levensbeschouwelijk: zou KU Leuven kunnen?

“Hoe katholiek is Leuven nog? Het zijn allemaal pluralistische instellingen. Relevanter is de vraag of ik de VUB zou kunnen aansturen. We onderhouden de beste contacten, maar als Universiteit Antwerpen geven wij religie formeel een plaats en VUB doet dat liever niet. Wij aanvaarden religie als een maatschappelijke realiteit, die samenhangt met iemands identiteit. Wij hebben dus een prachtige kapel, maar ook stille ruimtes. Over mensenrechten zijn we het wel eens. Daar zie ik geen verschil tussen onze universiteiten.”

Welke hoogtes en laagtes onthoudt u uit die twee mandaten?

“Corona was een dieptepunt, en tegelijk een moment van grote cohesie. Populisten als Viruswaanzin hebben het vertrouwen in de universiteit niet aangetast. De man in de straat leerde plots bij over statistiek en tabellen. Maar in die periode zijn er ook studenten, personeelsleden, kwetsbare personen, uit het leven gestapt. In 2022 hebben we een grote brand gehad op de Stadscampus en een maand later is mijn VUB-collega Caroline Pauwels gestorven. Universiteiten maken ook een woelige periode door met de discussies rond dekolonisering en de klimaatcrisis, en nu Gaza. Hoogtepunten zijn bijvoorbeeld de eredoctoraten voor wereldtoppers als Nobelprijswinnaar Denis Mukwege en econoom Jeffrey Sachs, heel inspirerende mensen die je makkelijk kan benaderen en nadien nog kan contacteren. De universiteit is een geprivilegieerde organisatie waar je ongelooflijke dingen mag doen.”

Dat wordt moeilijk om los te laten.

“Twee keer vier jaar: dan heb je projecten neergezet, en wat niet kon, kon niet – ook dat heb ik geleerd. Ik ben heel blij met de nieuwe rector en zijn team. Het is tijd om de fakkel door te geven. De laatste maanden worden uitbollen, dacht ik, maar het rectorschap is Parijs-Roubaix. Je blijft spurten tot aan de finish, en je mag blij zijn dat je geen kassei naar je kop krijgt. Daarna kan ik eindelijk mijn eigen agenda bemeesteren. Merken dat er zowaar vrije momenten in staan en daar heel kieskeurig mee omspringen. Meer aandacht voor de familie, dat is één. En een paar boekprojecten, want in hart en nieren ben ik schrijver. Wel geen deadlines meer voor mij.”

Ook media-optredens gingen u goed af. Vreest u ontwenningsverschijnselen?

“Nee. En ik zal misschien nog wel eens gevraagd worden? Indien niet, ook goed. Als rector af ben ik in elk geval vrijer om te spreken. En ik blijf publiceren.”

Bent u opgelucht dat u niet meer met Gaza-protesten zal moeten dealen?

“Ik dacht al: waar blijft het? Het is een moeilijke situatie, maar het is part of the job. In een opiniestuk in deze krant heb ik geduid waarom de universiteit neutraal moet zijn. Al horen we nu vooral een luide minderheid, ik denk dat velen het met mij eens zijn. Pleit je voor een staakt-het-vuren in Gaza, dan rijst onmiddellijk de vraag: waarom dan niet in Oekraïne? Dat alleen al. Het Mensenrechtencharter dat de Vlaamse universiteiten in 2019 sloten, stelt dat we project per project moeten evalueren, en niet op het niveau van een land. Aanwezig blijven en mensen steunen is belangrijk, al is het door onderzoek naar kleurpigment op Mesopotamische tempels. Alleen zo kunnen we bruggen bouwen. Op dit moment herbekijkt een commissie bij ons de samenwerking met universiteiten in Israël, ik wacht de conclusies af. Als universiteit kun je in elk geval alleen een publiek standpunt innemen wanneer daarover consensus bestaat binnen de instelling. Bijvoorbeeld dat polarisering niet goed is voor een samenleving. Of dat klimaatverandering een wetenschappelijk feit is. Als Europese universiteit delen we ook een gemeenschappelijke basis: voor vrije verkiezingen, vrijheid van meningsuiting en mensenrechten.”

Mocht het Internationaal Strafhof in Den Haag besluiten dat er in Gaza een genocide plaatsvindt?

“Dan zullen we dat als universiteit bekijken.”

Zou uw antwoord anders klinken als rector af?

“Mwah. Dan zal ik wel een grotere vrijheid van spreken hebben.”

En wanneer is dat precies?

“Op 1 september. Gelukkig hoef ik de openingslezing voor volgend academiejaar niet meer te schrijven. Terwijl anderen zaten te barbecueën, sleepte ik dat elke zomer mee als een ketel aan een staart. Binnenkort is het echt vakantie.”