In de Gazastrook lijkt het recht onder de puinhopen te zijn bedolven, samen met de slachtoffers
Achtergrond
In felle demonstraties wordt Israël genocide verweten en president Biden houdt inmiddels de levering van bommen tegen. Maar vertrapt Israël het oorlogsrecht in zijn oorlog tegen de terreurorganisatie Hamas? ‘Een aanval op een belangrijke commandant in een vluchtelingenkamp kan gerechtvaardigd zijn.’
Gaza, Amsterdam
‘Als het moet zullen we doorvechten met onze vingernagels.’ Zo antwoordde de Israëlische premier Netanyahu op het besluit van president Biden om de levering van 3500 zware en middelzware bommen aan Israël te blokkeren. Ook als Israël helemaal alleen komt te staan, zal het doorgaan met de oorlog tegen Hamas.
De – nog steeds beperkte – operatie van Israël in het oostelijk deel van Rafah heeft de verhoudingen op scherp gezet. In westerse steden zijn de demonstraties tegen het Israëlische optreden feller dan ooit, en het woord genocide klinkt er regelmatig. Was de oorlog in Gaza al een splijtzwam, een aanval op Rafah lijkt het breekpunt, gaf ook de Nederlandse premier Rutte aan.
