Buddy wordt vriend
Ik loop met Ayham tussen de scholieren door in het gebouw van het ROC in Delft. De school is een van de plekken waar statushouders taalles krijgen. We stappen een klein lokaal binnen waar een vriendelijke docente klaar zit voor een beamerscherm. De tafeltjes zijn in een grote u-opstelling gezet. Vier dagen in de week zit Ayham hier met een groep Syriërs en Eritreeërs.
Argwanende blikken volgen mij vrijwel direct. Het wordt me snel duidelijk dat ik geen foto’s mag maken. Eritreeërs zijn doodsbang dat de geheime dienst uit hun vaderland hen ergens op internet ziet. Er gaan verhalen rond over familieleden die thuis om die reden vervolgd worden door hun eigen overheid.
Het verbaast me dat mensen uit heel verschillende culturen hier in één klasje zitten. Zeker omdat Eritreeërs doorgaans een veel lager opleidingsniveau hebben dan Syriërs. Als de les begint, moet ik vertrekken. Ik loop langs nog een lokaal vol statushouders. Allemaal mensen die drie jaar krijgen om hun inburgeringsexamen te halen. Je mag daarvoor tienduizend euro lenen. Haal je het papiertje binnen de drie jaar, dan wordt je schuld kwijtgescholden.
Een paar weken later vertelt Ayham mij dat hij stopt met school. ‘Ik leer te weinig’, zegt hij. ‘Als ik werk en de hele dag met collega’s praat, leer ik meer.’ Ik denk dat dit zeker geldt voor spreekvaardigheid. ‘Maar lezen en schrijven leer je toch beter op school’, zeg ik hem.
Intussen besteedt Ayham zijn tijd aan het vinden van betaald werk. Dat blijkt niet mee te vallen.
We bekijken talloze vacatures voor ongeschoold werk en praten over de toekomst. Hij wil een groter huis en een mooie auto. Dan is het belangrijk dat hij straks z’n papieren heeft. Ayham weet dat zelf heel goed.
Op een dag krijg ik een WhatsAppberichtje: Hij kan aan de slag kan bij een fastfoodketen. In gedachten zie ik het hem zo doen. Ook wil hij op een andere school verder met z’n taallessen. ‘Studeren, werken en sporten!’ En vrijwilligerswerk bij de scouting wil hij ook blijven doen. Ayham krijgt het nog druk. ‘Heb je nog wel tijd voor mij’, vraag ik hem met een knipoog. ‘Sowieso‘, luidt het antwoord. Ik denk dat Ayham zijn weg in Nederland wel zal vinden. Het buddyschap is een vriendschap geworden.