Direct naar artikelinhoud
Radicalisering

Hulpverleners betwisten vernietigend rapport: “Wij geloven wél in deradicalisering”

Ordediensten in Straatsburg.Beeld Photo News

Het rapport van professor Marion van San (Erasmus Universiteit Rotterdam) is hard voor deradicaliseringsprogramma’s in Vlaanderen. Maar ook al is er dan geen wetenschappelijk bewijs, de hulpverleners zelf zijn overtuigd van hun succes.

Een van de opmerkelijkste punten uit het rapport van professor van San is dat deradicalisering in Vlaanderen veelal neerkomt op het detecteren van signalen van radicalisering. Nochtans niet onlogisch. Toen de eerste Syrië-strijders vertrokken, luidde de kritiek dat er niets was gedaan met de signalen van ouders en leerkrachten. 

De afgelopen jaren zijn er op initiatief van voormalig minister van Binnenlandse Zaken Jambon (N-VA) in zowat alle gemeentes van ons land lokale integrale veiligheidscellen opgericht, voor een informatie-uitwisseling tussen de preventieve diensten en veiligheidsdiensten zoals politie en OCAD. Hulpverleners zijn het eens met Van San dat het daardoor de afgelopen jaren zoeken geweest is naar een balans tussen het belang van veiligheid en dat van welzijn.

“Dat veiligheidsdenken levert op korte termijn veel op, maar op lange termijn moet je ook investeren in die jongeren op een positieve manier”, zegt Bram De Wit van de Vilvoordse vzw Cocon. Tegelijkertijd wil hij het relativeren. “In het jeugdwerk moeten we wel vaker inschatten wanneer het beroepsgeheim primeert, en wanneer de meldingsplicht. Dat is in gevallen van mishandeling of misbruik niet anders.”

Bovendien zijn er ook vanuit de hulpverlening redenen om in te zetten op het vroeg detecteren van signalen van radicalisering. “Het vroegtijdig onderscheppen van een aantal frustratiegronden is beter dan wachten en niets doen tot iemand bijna letterlijk ontploft”, zegt Bram De Wit.

Lees ook

Lees ook
Beeld Photo News

Rapport keldert deradicalisering: “Aanpak werkt niet”

Hij krijgt bijval bij Erik Van Den Berghe, directeur van het Atheneum van Anderlecht en coach ‘kritisch denken’ bij de scholengroep Brussel. “Als iemand echt radicale ideeën verspreidt, dan heeft elke leraar en directeur een meldingsplicht. Ik heb een discretieplicht tegenover een leerling, maar geen beroepsgeheim.”

Tegenverhaal

In werkelijkheid heeft hij naar eigen zeggen nog geen enkele leerling moeten aangeven bij de politie. Toch is Van Den Berghe het in zekere zin eens met Van San dat deradicalisering niet werkt. “Die radix, die wortel wegnemen, dat werkt niet zomaar. We hebben ook ‘reradicalisering’ geprobeerd, door die jongere een ‘nieuwe wortel’ te geven. Concreet boden we dan een tegenverhaal aan, bijvoorbeeld door een bepaald vers in de Koran te counteren door een ander, positiever vers. Maar ook dat werkte niet.” 

De Franse expert Olivier Roy vergelijkt dat met het deradicaliseren van een extreemlinkse activist door hem cursussen liberale economie voor te schotelen. Absurd dus. Nochtans voert scholengroep Brussel al drie jaar preventie tegen radicalisering in het lager en secundair onderwijs. Elke vrijdag doet Van Den Berghe een interventie in een Brusselse GO-school, volgens de methode van islamoloog Rachid Benzine, die de religieuze teksten in hun historische en antropologische context plaatst. “Noem het een methode om kinderen kritisch te leren denken. We moeten van onze jeugd onderzoekers maken.”

‘Dat je niet kan aantonen dat een traject effect heeft, wil niet per se zeggen dat het geen effect heeft’
Hulpverlener Bram De Wit (Cocon)

De hulpverleners van Cocon en haar Antwerpse tegenhanger De Touter hanteren dan weer een andere aanpak. Bij het project Houvast van De Touter ontfermt een begeleider zich over de jongere, een andere maakt de ouders weerbaarder en versterkt de band met het kind. 

“Dat gaat om twee tot drie contactnames per week”, zegt Ahmed Hadri van Houvast. “Er zijn jongeren die bij ons binnenkwamen als 17-jarige, die nu 22 jaar zijn en enorm positief geëvolueerd zijn.” 

Hervallen kan altijd

In hoeverre is dat de verdienste van het traject? Olivier Roy stelt dat iemand zichzelf radicaliseert en dus ook op zichzelf weer moet deradicaliseren. En dat kan volgens professor Van San. Ze staat in uitgebreid contact met twee vrouwen in een Koerdisch kamp in Syrië. “Die zijn in volle overtuiging vertrokken, hebben vier jaar in een gewelddadig regime doorgebracht, maar ik ben ervan overtuigd dat zij intussen gederadicaliseerd zijn, zonder dus één enkel programma te doorlopen”, zegt van San.

Het valt moeilijk vast stellen hoe geradicaliseerd iemand is op het moment dat hij in en uit een traject stapt. Het succes van de deradicaliseringstrajecten valt moeilijk te bewijzen. “Dat je niet kan aantonen dat het effect heeft, wil niet per se zeggen dat het geen effect heeft”, zegt Bram De Wit van Cocon. “We hebben zeker het gevoel dat we bij mensen grondige veranderingen hebben teweeggebracht. Is dat een zekerheid? Neen. Ik ga me daar nooit de hand voor in het vuur steken. Zo iemand kan altijd hervallen.”

‘Als iemand echt radicale ideeën verspreidt, dan heeft elke leraar en directeur een meldingsplicht. Ik heb een discretieplicht tegenover een leerling, maar geen beroepsgeheim’
Erik Van Den Berghe, directeur Atheneum van Anderlecht