© Victoriano Moreno, Isosport

COMMENTAAR. Gheysens en D’Onofrio moeten nu kleur bekennen: met of zonder Bölöni

Het duo Paul Gheysens en Luciano D’Onofrio moet nu kleur bekennen. Gaan ze ook volgend jaar door met coach Laszlo Bölöni, nu hij hun - Europese - ambities heeft waargemaakt? Of is de houdbaarheid van de 66-jarige Roemeen verstreken en heeft de Bosuil nood aan een frisse wind in zijn race naar de top?

Peter Goris, chef sport

Begin deze week mag Bölöni aanschuiven aan tafel bij Paul Gheysens, Luciano D’Onofrio en Sven Jeacques. Op het programma: de evaluatie van het afgelopen seizoen én de toekomst van hun coach, die nog een lopend contract van één jaar heeft. “Laszlo heeft de voorbije twee seizoenen gigantisch goed gepresteerd. Er is geen enkele reden om iets te veranderen, tenzij hij dat zelf aangeeft”, klonk het afgelopen week meermaals vanuit de Antwerpse bestuurskamer.

Het kan als een blijk van vertrouwen beschouwd worden. Maar ook het begin van een opening richting zachte exit. Een coach die het vooropgestelde doel - Europees voetbal - behaalt, gooi je niet koudweg op de straatstenen. Die beslissing laat je hem - ogenschijnlijk - zelf nemen. In onderling overleg scheiden doet minder pijn en oogt beter naar de buitenwereld.

© BELGA

De pure rapportcijfers spreken nochtans in zijn voordeel. Antwerp eindigde vierde in de eindstand. Dat is het beste resultaat sinds het seizoen 1989-1990. Dat is 29 jaar geleden. Het waren toen jaren van hoogcon­junctuur, want tussen 1987 en 1994 eindigde de Great Old slechts één keer buiten de top vijf, speelde het vijf keer op een rij Europees en speelde het de finale van de Europese Beker der Bekerwinnaars. Een zelfde resultaat neerzetten na meer dan een decennium laagconjuctuur en pas in het tweede jaar terug in eerste: il faut le faire.

Bovendien schonken Bölöni en zijn troepen de Great Old en al zijn aanhangers een voortreffelijke Play-off 1. Knappe thuisoverwinningen tegen Genk en Standard, het gelijkspel tegen Club Brugge, de zeges op Anderlecht en AA Gent… De Bosuil danste als vanouds. Antwerp bleek meer dan een stoorzender. Het einde was dan wel in mineur en in de barrage tegen Charleroi was het tien minuten lang bibberen, maar het felbegeerde Europees ticket is wel binnen. En dat is ook al geleden van juli 1997 of 22 jaar geleden.

En om nog een opmerkelijke statistiek aan te stippen: in twee seizoenen speelde Antwerp FC exact 71 wedstrijden in de nationale competitie onder leiding van Bölöni. Daarvan won de Great Old er 29, speelde het 20 keer gelijk en werd er 22 keer verloren. Samengevat: van de 213 te verdienen punten behaalde Laszlo Bolöni er met zijn troepen 107. Dat is bijna exact 50 procent. In de all time ranking van Antwerp-coaches, zorgvuldig bijgehouden door het RAFC Museum, het officieuze archief van stamnummer 1, komt Bölöni daarmee op plek 15. Net na Georges Kessler, nipt beter dan Jimmy Hasselbaink.

Een coach die zoiets bereikt, zou je met wierook, mirre en goud moeten overladen. En dat zal ook gebeuren. Officieel. Maar helemaal gerust mag Bölöni toch nog niet zijn. Hij mag dan wel de opdracht vervuld hebben, het excentrieke en moeilijk (be)handelbare karakter van de Roemeen zorgt voor veel wrevel in de catacomben van de Bosuil. Bij medewerkers, maar ook in de hoogste bestuurskamers.

Luciano D’Onofrio mag dan wel een fan zijn, het is een publiek geheim dat de familie Gheysens meer dan eens stekende hoofdpijn kreeg van Bölöni. Er wordt hardop getwijfeld of hij past in het moderne en frisse imago dat het nieuwe Antwerp moet en zal uitstralen.

Bovendien mort ook de kleedkamer. “Wie zegt dat het in een groep van dertig spelers nooit botst, is een hypocriet. Er zijn minstens twee of drie spelers die me rauw lusten”, zei Bölöni daar al zelf over. Een berekende onderschatting. De signalen uit de kleedkamer spreken van een veelvoud dat de coach ook minstens bleu of saignant lust. Als er zelfs spelers hun toekomst bij Antwerp laten afhangen van het al dan niet aanblijven van de coach, dan is bezinning op z’n plaats.

Eigenlijk moet het bestuur van Antwerp FC zich slechts één vraag stellen: is Bölöni volgens hen in staat om de fundamenten die hij zelf mee legde ook uit te bouwen tot een blinkende en voor iedereen aantrekkelijke villa? We durven daar zelf ook aan te twijfelen, hoe positief zijn rapportcijfers ook mogen zijn.

© Photo News

MEER OVER Royal Antwerp FC