© Joren De Weerdt

De school die na tweehonderd jaar nog altijd geheimen heeft

Het inwonersaantal van Vorselaar schiet op schooldagen de hoogte in. Want dan vleien vierduizend leerlingen en leerkrachten zich vlijtig neer in het grootste onderwijsdorp van Vlaanderen. Het immense Kardinaal van Roey-instituut lijkt dus niet meteen een verborgen parel. Of toch? De school bestaat uit een kluwen van gebouwen, gangen, kamers en verborgen plekjes. CittA ging er op bezoek en keerde terug met verhalen die zelfs doorwinterde leerlingen en leerkrachten niet kennen.

Stefan Laenen

Aan de schoolpoort wacht een devote Drievul­digheid ons op. Huidig directrice Birgit Mylle, voormalig hoofd van de Inrichtende Macht Rik ­Willemsen en zuster Maria Krols waken erover dat we niet ­verdwalen in dit omvangrijke domein. De school is ouder dan het land waarin haar ­leerlingen leven. Vorselaar dankt haar roemrijke onderwijsgeschiedenis aan een eigenwijze gravin, een heldhaftige jezuïet en twee Hollandse jongedames.

© Joren De Weerdt

“Gravin Regine della Faille de Levergem - Van de Werve de Vorsselaer leefde in het begin van de ­negentiende eeuw als jonge weduwe in haar kasteel in Vorselaar”, schudt zuster Krols uit haar mouw. “Door opeenvolgende mislukte oogsten heerste hier toen bittere armoede. De kinderloze gravin trok zich vooral het lot van arme jonge meisjes aan, want daar keek omzeggens niemand naar om. De winters bracht ze niet door op haar kille kasteel, maar in een warm herenhuis in Antwerpen. In die stad leerde ze de ondernemende priester ­Lodewijk Vinche Donche kennen.”

Jezuïet Donche was een halve held. Zo redde hij vermomd als arbeider het Heilig Bloed-relikwie in Brugge van plunderende Fransen. In die woelige tijden, waarin zowel Fransen als Nederlanders de Vlaamse regio overspoelden, klikte het tussen de pater en de gravin. “De gravin was zeer dapper, want wat ze deed was strikt verboden. Vorselaar behoorde toen tot het Koninkrijk der Nederlanden en de protestantse vorst Willem I verbood katholieke verenigingen. De gravin stuurde Donche op geheime missie om in Tilburg in Nederland - België bestond nog niet - twee juffrouwen te zoeken om de Vorselaarse meisjes te onderwijzen. Zelf kocht de gravin in 1819 twee huizen met grond en gereedschap om te spinnen. In die huisjes ­gaven de Tilburgse dames hun eerste lessen ­weven, spinnen en naaien.”

© RR

“Deze school was dus in oorsprong een leerwerkschool. De gravin ­betaalde het loon van de dames, kocht wol en vlas en verkocht de afgewerkte producten. Zo legde ze in 1820 de basis van wat dankzij Donche uitgroeide tot de Zusters der Christelijke Scholen van Vorselaar. De catechesemethode van Vorselaar is toonaangevend voor het katholieke onderwijs. De Vorselaarse leerboeken voor catechese verschijnen wereldwijd in verschillende talen.” En de gravin? Zij ligt begraven pal achter de dorpskerk, vlak naast de school.

© Joren De Weerdt

Zuster Krols maakt deel uit van het collectieve ­geheugen van haar congregatie en van de school, zoveel is duidelijk. “Mijn kennis mag u niet verbazen. In 1947 stapte ik deze school binnen als leerling en ik ben nooit meer weggegaan. Vandaag ben ik er 85, ik ben hier dus al een tijdje”, berekent de zuster die vroeger Grieks en Latijn doceerde.

Mislukt standbeeld

De 1.400 leerlingen op de speelplaats van de ­middelbare school zijn er zich niet van bewust, maar achteloos verscholen achter een struik pronkt sinds 1946 een belangrijke steen. “Deze eerste steen is letterlijk de hoeksteen van het gebouw Oud Ter ­Engelen, eind jaren 50 volgde Nieuw Ter Engelen. De immense glasramen aan de voorkant van dat ­gebouw stralen de stijl uit van Expo 58”, recon­strueert Rik Willemsen. Kardinaal Jozef Van Roey schonk in dezelfde periode zijn naam en titel aan de school in zijn geboortedorp.

© RR

“Ik herinner me de kardinaal”, mijmert zuster Krols. “Hij was een plechtige en rijzige man. Soms stug in de omgang. Tijdens de oorlog deinsde Van Roey er niet voor terug om tegen de Duitse bezetters in te gaan. Toen heel Ter Engelen in april ’61 af was, ­zegende hij het gebouw in. Althans, dat denken de meesten. In realiteit was de kardinaal zwaar ziek, dus zijn rechterhand - en latere opvolger kardinaal Suenens - nam de honneurs waar. Het is Suenens die de gebouwen inzegende, niet Van Roey. Die keek lijdzaam toe vanop een troon. De inzegening was het laatste officiële bezoek van Van Roey aan zijn geboortedorp. In de zomer van hetzelfde jaar stierf hij. Er was destijds geen televisie in het klooster, maar er werd ons speciaal een toestel gebracht om de ­berichtgeving rond zijn begrafenis te volgen.”

© Joren De Weerdt

Directrice Mylle stelt vast dat nu niets nog herinnert aan de kardinaal. “Voor de Schranshoeve een beetje verderop staat een buste van de kardinaal, maar hier hangt nergens een foto van hem. Laat staan dat er een standbeeld staat”, beseft ze. “In het klooster hangen enkele staatsieportretten van de kardinaal”, vult zuster Krols aan. “Er is ooit een beeld van hem gemaakt, maar dat leek in de verste verte niet op Van Roey. Het beeld is bijgevolg nooit tentoongesteld, geen idee waar het tegenwoordig staat.”

Schoolschildpad

In zo’n gigantisch complex raakt wel meer zoek, zo blijkt als zuster Krols vertelt over de uit de kluiten gewassen schoolschildpad. De twee directeurs ­horen het in een Duitse stad donderen. “De zusters hadden een immense opgezette landschildpad”, verduidelijkt zuster Krols. “Het beest stond in ons minimuseum, in spreekkamer zes. In het klooster zijn er een heleboel spreekkamers naast elkaar, waar de zusters hun familie ontvangen. De Zoo van Antwerpen heeft ook een opgezette schildpad, alleen is de onze groter. De leerlingen vonden het fijn om het dier op de meest onverwachte plekken te ­laten opduiken. Dan kwam ik een lokaal binnen en struikelde ik bijna over die schildpad.”

© Joren De Weerdt

“Ik wil onze schildpad terugvinden”, neemt Mylle zich voor. Weet een directrice dan niet alles liggen in haar school? “Aan mijn sleutelbos bungelen dertig sleutels, in een apart sleutelkastje hangen er nog 72. Alle kamertjes en hoekjes in alle gebouwen ontdekken, is schier onmogelijk. In ons archief bewaren we documenten van de 150 scholen die ooit tot onze scholengroep behoorden. Alleen al die ruimte is geschikt om hopeloos in te verdwalen. Als ik ’s avonds mijn ronde doe om deuren en ­ramen te sluiten en lichten te doven, ben ik minstens drie kwartier onderweg. Mocht ik op mijn ronde per abuis een brandend licht of open raam over het hoofd zien, krijg ik sowieso een telefoontje uit het klooster. God ziet alles, maar het zijn de zusters die bellen (lacht).”

Ooit dooft een zuster het laatste licht. “De Zusters van Vorselaar zijn een af­lopend ­verhaal”, beseft zuster Krols. “Sinds twintig jaar laten we geen nieuwe intredes meer toe. In het klooster wonen nu nog 48 ­zusters, terwijl onze congregatie er nog 287 telt. We staan op een historisch keerpunt. Het mooie werk dat ontelbaar veel zusters in het onderwijs hebben uitgebouwd, dragen we na tweehonderd jaar over aan leken, in het volste vertrouwen. Zusters zijn niet wereldvreemd. We beseffen dat tijden veranderen, en dat alles eindig is. ­Gelukkig leeft ons ­levenswerk voort in geëngageerde leerkrachten en in talloze jongeren. In plaats van triestig te zijn, ben ik trots op onze zusters. We schreven een fraai stuk geschiedenis.”

© RR

“Toen ik een dikke tien jaar geleden in deze school begon, was ik bijna ingetreden”, lacht Mylle. “Ik was nog nooit in Vorselaar geweest, dus ik stapte binnen in wat mij het meest centrale portaal leek. Tegen de zuster achter het loket, zei ik: ‘Goedemiddag zuster, ik kom voor een sollicitatie.’ Ik was me er niet van bewust dat ik in het klooster stond in plaats van in de school. ‘Mevrouw, ik ben bang dat we geen novicen meer toelaten’, lachte de zuster minzaam.”

Slapende meisjes

Willemsen stapte in de jaren 70 als wiskundeleerkracht binnen en eindigde als hoofd van de Inrichtende Macht. “Tot begin jaren 90 was Vorselaar een exclusieve meisjesschool. Vrijwel alle leerlingen sliepen op school, ook meisjes uit Vorselaar. We ­legden elk schooljaar zeshonderd jongedames te slapen, in drie gigantische slaapzalen met tweehonderd chambrettes. Daar kwam ik als mannelijke leerkracht nooit, uitgezonderd tijdens een kennis­makingsrondleiding. Tegenwoordig zijn de slaapzalen van weleer verbouwd tot klaslokalen en ­studiezalen. Ik vermoed niet dat de huidige leerkrachten beseffen dat er vroeger meisjes ­sliepen op de plek waar zij nu lesgeven. Slapen is nu alvast niet meer toegestaan (lacht). Als lid van de Inrichtende Macht had ik een statige werkkamer in het klooster. En jawel, zo’n gewijde omgeving werkt inspirerend. Er hangt daar een zalige rust die in ­onze jachtige tijden zeldzamer wordt.”

Een rust die zalig neerdaalt over het schooldomein. Tijdens de speeltijden is het een drukte vanjewelste, maar nu de ­lessen bezig zijn, scharrelen er kippen over de koer en verzamelt een eekhoorn zijn wintervoorraad. “Onze school was al een groene school lang voor die term bestond”, schetst directrice Mylle. “Dwars door ons ­domein loopt een majestueuze beukendreef. Vroeger lag naast die dreef een dicht bos, maar dat verdween in de loop van de jaren. Nu ligt er een grasveld, wat voetballiefhebbers geweldig vinden. Haaks op de dreef loopt een pad. Oudere inwoners gebruiken dat wel eens om het dorp te doorkruisen, maar wij moedigen die passage niet aan (lacht). Anderzijds is de Donchelei tegenwoordig een openbare weg, terwijl die vroeger tot het privédomein van het klooster behoorde.”

© Joren De Weerdt

“Net omdat het domein zo’n ­gigantische wirwar is, is het uitpluizen van eigendommen van de zusters een monnikenwerk. Zo plaatsten we hier een velum, dat is Latijns voor zeil. Het is een grote shelter zoals op festivals. Er zijn heel wat ­onderhandelingen met de zusters aan voorafgegaan voor we onze zeilconstructie konden zetten. Wanneer zij in hun majestueuze tuin wandelen, kijken ze er immers op uit. In het begin vonden ze dit project te futuristisch, maar enkele mooie schetsen en verschillende gesprekken met Rik konden hen overtuigen. Pal in het midden van de tent lieten we een uitsparing voor onze sequoia. Dat is een mammoetboom die je vooral aantreft in de Sierra Nevada in Californië. En op onze speelplaats (lacht). ”

Pauwenjacht

“Toen ik directeur was, schreed er een pauw door de tuin van de zusters”, zegt Willemsen. “Het beestje was helaas minder kindvriendelijk, dus ging ik met een amateurjager enkele nachten op de loer liggen. De jager in kwestie had een illegaal geweer uit de oorlog, maar zijn schietkunsten waren navenant. Hij heeft onze pauw nooit kunnen raken. Toen ik de functie van directeur aanvaardde, besefte ik niet dat pauwenjacht tot het takenpakket behoorde (lacht).”

© Joren De Weerdt

“Vroeger zaten er herten in onze tuin”, herinnert zuster Krols zich. “Maar de reebok stoorde de lessen met zijn geblaat. Het beestje is dus lekker verd­wenen (lacht). Onze volière waarin vroeger tien­tallen ­exotische vogeltjes zaten, doet nu dienst als schuilhok. Het enige wat ons nog rest qua fauna is onze parkvijver. Ik eet macrobiotisch en kreeg eens drie zeelten. Eén zeelt at ik op, de andere twee zette ik uit in de vijver. Toen er later een zieke zuster om zeelt vroeg, hebben we de vijver laten leeglopen om de vis te vangen.”

Venetiaanse mozaïek

Terwijl jonge leerlingen ’s morgens over de speelplaats slenteren, sloffen ietwat oudere zusters ­gelijktijdig naar hun ochtendmis. Twee immens ­verschillende werelden, met slechts een kapelmuur die hen scheidt. Al heeft de kapel met een hoogte van 26 meter de allures van een kerk. “Elke ochtend houden wij een eucharistieviering. De ­kapel is een ontwerp van Herman Lemaire, de architect die ook de koninklijke crypte in Laken ontwierp. Hij koos voor een ­gigantisch rozetvenster en een indrukwekkende ­mozaïek. Venetianen kwamen de steentjes van de mozaïek inleggen. Verder is volledig gewerkt met Belgische materialen, uitgezonderd het altaarblad van 2 ton rood graniet uit Noorwegen. Ik herinner me hoe in de jaren 60 de kapel bomvol zat met driehonderd zusters. Toen lieten we de grote Paschazaal bouwen voor onze gebedsdiensten. Ondertussen is die ook weer verdwenen voor een nieuwbouw van het secundair. In al mijn tijd hier op het domein zag ik gebouwen verschijnen en verdwijnen, ik vermoed dat het zo ­altijd zal blijven gaan”, mijmert zuster Krols.

© Joren De Weerdt

De school zit met een baksteen in haar maag. “Een directeur is hier tevens werfleider”, ondervindt ­Mylle. “Er gaat geen grote vakantie voorbij zonder bouwwerkzaamheden.”

“U merkt het”, valt zuster Krols in. “De geschiedenis herhaalt zich voortdurend. In Vorselaar wordt ­gebouwd en verbouwd, hier verschijnt en verdwijnt tot in de eeuwigheid.” Amen.

Deze bekende koppen zaten hier ook op school:

1. Natalia Druyts (37)

© RR

Groeide op in Oevel (Westerlo), nam in 2003 deel aan Idool. Op deze foto zingt ze tijdens een school­optreden Greatest Love of All van Whitney Houston. De ­foto werd genomen tijdens het schooljaar 1995-1996. Ze zat toen in het derde jaar moderne wetenschappen-talen.

2. Wout Van Aert (24)

© RR

Groeide op in Vorselaar, ondertussen veldrijder en wielrenner. Foto uit schooljaar 2011-2012, toen Wout in 6 wetenschappen-wiskunde zat.

3. Lize Spit (30)

© RR

Groeide op in Viersel (Zandhoven) en is auteur. Haar ­debuut Het smelt werd een bestseller. Deze foto werd genomen ­tijdens het schooljaar 2005-2006. Lize zat toen in het ­zesde jaar moderne talen-wetenschappen.

4. Jasmijn Van Hoof (27)

© RR

Groeide op in Zandhoven, is actrice en speelt onder andere mee in Familie. De foto dateert van het schooljaar 2008-2009, ze zat toen in 6 moderne ­talen-wetenschappen.