Direct naar artikelinhoud
Albumrecensie

‘Delta’ van Mumford & Sons: zelfhulpcursus voor festivalmeutes

‘Delta’ van Mumford & Sons: zelfhulpcursus voor festivalmeutes
Beeld rv Gavin Batty

Rockfestival -en stadionprogrammatoren grijpen bij deze naar het vlugzout. Want Mumford & Sons, één van hun favoriete gedoodverfde headliners is terug met een album dat tranen zal trekken én vreugdedansjes zal baren. Geloof evenwel de lieden niet die Delta een gedurfde plaat noemen.

Wij moesten smakelijk lachen toen het muziektijdschrift Rolling Stone onlangs “Inside Mumford & Sons wildly experimental fourth album” kopte boven een interview met de band. Nee, echt, serieus, kan iemand kompressen op ons voorhoofd leggen, want we hebben migraine gekregen van het schateren. In het interview onthult de Britse producer Paul Epworth (bekend van zijn werk met Adele, Bloc Party, Friendly Fires en Florence + The Machine) dat de band zich tijdens de opnames verloor in nachtelijke jams vol Sun Ra-achtige freejazz-excessen. “Als we na deze plaat een volbloed-elektronicaplaat maken, zullen de mensen amper geshockeerd zijn”, aldus Marcus Mumford.

Nee, ernstig nu: heeft iemand een beademingsapparaat want onze longen zijn net ingeklapt van hilariteit?

Grote Gebaren

Wat heet experimenteel? Je liedjes beginnen met fletse ambienttapijtjes? Een elektronisch downtemporitme onder je folkpopsong schuiven en dat “hiphopinvloeden” noemen? Really? Wat echoënde effecten op een zangkoortje zetten? ProTools gebruiken in de plaats van viersporenrecorders? Synthplug-ins aanwenden in de plaats van banjo’s? Nu ja, de Mumfords zouden wel degelijk opnieuw met hun oude vertrouwde banjo’s de studio zijn ingetrokken, alleen heeft Epworth er een lading effecten overgekwakt. Whatever. Het resultaat klinkt willens nillens als jarennegentigtriphop met een folktic.

‘Darkness Visible’, de naar Mumfordnormen radicaalste track op Delta, zal door de band en zijn volgelingen wellicht worden gebruikt om te schermen met de zogenaamde verregaande innovatiedrift van de Londenaars. Eigenlijk klinkt die soundscape gewoon als instrumentale Coldplay. Ook die groep werd ooit vernieuwingsdrang aangewreven toen hij plots Kraftwerk begon te citeren. Ach ja, als je jarenlang wit brood met Hollandse kaas hebt geserveerd, schrikt je cliënteel vast wanneer het plots een bruin broodje kouwe kip onder de neus krijgt. Alles is relatief, quoi.

Met het verstrijken van de jaren is Mumford & Sons alsmaar wanhopiger naar grandeur gaan hengelen. Op Delta laat de band zijn songs steevast langzaam aanzwellen, naar omhoog bruisen en met een enorm knal openbarsten, met een theater dat de terugkeer van Jezus Christus op aarde lijkt aan te kondigen. Wie huivert bij zoveel potsierlijke Grote Gebaren loopt best met een grote boog om dit album heen. De Mumfords wapperen er niet zelden rücksichtlos richting rockbands die ooit wél het huwelijk van drama en integriteit wisten te bezegelen. Zo knipoogt het met orkestrale power getooide ‘The Wild’ naar Sigur Rós. ‘Forever’ is dan weer simpelweg Bon Iver van den Aldi.

.Beeld rv

Scheurkalenderwijsheden

Met Delta zouden Mumford & Sons een moeilijke periode van zich afschudden. “Het is een zoekende plaat”, aldus banjospeler Winston Marshall in USA Today. “We werden de voorbij jaren geconfronteerd met gebeurtenissen die nieuw voor ons waren. Kinderen krijgen, bijvoorbeeld, of echtscheidingen. Dat brengt een existentiële crisis met zich mee”. Het is een kunst om een groot publiek te kunnen meetrekken in je verhalen van lief en leed en om troost te kunnen bieden aan mensen met gelijkaardige besognes. We zeggen dat zonder ironie. Dat is nu eenmaal de troef van stadionrockbands zoals Mumford & Sons die gewiekst de grootste gemene deler aanwenden om helder een Universele Boodschap te verkondigen.

Op Delta vertellen de heren over hun twijfels en angsten, klampen ze zich vast aan de hoop en putten ze genot uit de zoektocht naar Iets Waardevols. Zeker, dat gaat onvermijdelijk gepaard met scheurkalenderwijsheden, melige hippiespeak (“Even when there is no star in sight / you’ll always be my guiding light”) en hersenspinsels die u terugvindt in bedenkelijke zelfhulpboeken. Wie gewichtiger spul zoekt, zet maar beter Leonard Cohen op. Maar goed, Mumford & Sons zullen met deze allesbehalve experimentele plaat halfdronken festivalmeutes gelukkig maken. En in de hitparades voor wat broodnodig gitaarpopgeweld zorgen tussen de dansdeunen en hiphopbeats door. Dat dan weer wel.

Toch nog eens Space Is the Place van Sun Ra opleggen, me dunkt. Misschien hebben we ergens iets gemist.

Delta is nu uit bij V2.