Voormalige CIA-agent opgepakt in New York

Een voormalige agent van de Amerikaanse inlichtingendienst CIA, Jerry Chung Shing Lee (53), is opgepakt. De man wordt ervan verdacht verantwoordelijk te zijn voor de val van een Amerikaans spionagenetwerk in China. Tussen 2010 en 2012 werden meer dan twaalf spionnen vermoord of opgesloten in Chinese gevangenissen. Het lek is volgens de The New York Times een van de grootste tegenslagen voor de CIA sinds het einde van de Koude Oorlog.

Verschillende overheidsdiensten vermoedden voor 2012 dat de Chinese overheid de communicatiekanalen van de CIA had gehackt, en zo de identiteit van de informanten kon achterhalen. Uiteindelijk kwam de FBI via een onderzoek te weten dat er waarschijnlijk ‘een mol’ binnen de CIA was.

De opgepakte man, die al enkele jaren in Hongkong woont, wordt ervan verdacht die mol te zijn en dus de namen doorgespeeld te hebben aan de Chinese autoriteiten.

Zes jaar geleden, in 2012, doorzochten FBI-agenten zijn hotelkamer tijdens bezoekjes aan Virginia en Hawaï. Ze troffen notitieboekjes aan met handgeschreven informatie met identiteiten en nummers van Amerikaanse undercoveragenten en CIA-medewerkers. Het is onduidelijk waarom Lee niet in 2012 werd opgepakt.

Lee groeide op in de Verenigde Staten en diende in het leger vooraleer hij voor de CIA ging werken. De man werkte van 1994 tot 2007 voor de inlichtingendienst in niet gekende overzeese gebieden. Hij verscheen dinsdag voor het federale gerecht en zal binnenkort moeten verschijnen in een rechtbank in Noord-Virginia, waar de CIA gevestigd is.