Direct naar artikelinhoud
ReportageVerkiezingen in Thailand

Durven Thaise kiezers de junta weg te stemmen?

Na vijf jaar militaire junta krijgt Thailand verkiezingen, ‘iets van democratie'. Maar vrijheid van meningsuiting is nog ver weg.

Prayun Chan-o-cha met zijn aanhang in Bankok.Beeld LightRocket via Getty Images

Affiches staan schouder aan schouder aan de kant van de weg in Bangkok. Ze geven een kleurrijk beeld van de verkiezingen. Kandidaten nemen het op voor de lhbti-gemeenschap of voor de dieren, ze zijn tegen corruptie, of ze beloven een vierdaagse werkweek en vrije verkoop van marihuana. Als de affiches konden schreeuwen zou het er zelfs levendig aan toegaan. Maar ze zwijgen, en ook verder hoor of zie je in Bangkok nauwelijks iets dat op verkiezingen lijkt.

Alles is verboden of kapot gereguleerd, want de verkiezingen zijn georganiseerd door een militaire junta die vindt dat de Thai eigenlijk nog moeten leren hoe ze moeten stemmen. Vijf jaar heeft Thailand op verkiezingen moeten wachten. Vijf jaar lang schoof de junta, die in 2014 de macht greep, ze voor zich uit. Zondag mogen de Thai dan eindelijk naar de stembus.

Junta-leider Prayuth Chan-o-cha noemt zich tegenwoordig nadrukkelijk ‘premier’. Hij doet aan ‘rebranding’ en heeft zijn uniform verruild voor kekke jasjes, zingt zelfgemaakte liedjes en doet dansjes voor de camera’s. Op zijn nieuwste serie reclamefoto’s draagt hij een baseballcap, of een roze overhemd, of de neppe glimlach van een jaren-vijftig-televisievader. Hij doet alles om maar anders over te komen dan de norse driftkop die hij eigenlijk is.
De vraag is of het volk daar in trapt.

De fotoglimlach lijkt niet groot genoeg om de man te verbergen die in 2014 de leiders van de twee politieke kampen opsloot in een vergaderzaaltje, zijn soldaten eromheen posteerde, en zichzelf tot leider bombardeerde. De chagrijnige generaal die het uitbundige straatvoedsel en het levendige uitgaansleven van Bangkok beknotte, en de man die tal van critici liet opsluiten met behulp van een paar draconische wetten. De generaal die de grondwet herschreef om de verkiezingen naar zijn hand te zetten en voor elkaar te krijgen dat de militairen tot in lengte van jaren als ‘toezichthouders’ op de democratie de touwtjes in handen kunnen houden.

Boterham eten verboden

Hij heeft zijn vijfjarige bewind gebruikt om iedereen de mond te snoeren. Zelfs de subtielste vormen van kritiek werden gestraft met heropvoeding of opsluiting. Dat nam soms groteske vormen aan: het lezen van George Orwells ‘1984' in het openbaar was verboden, blanco velletjes papier mochten niet, en ook het eten van een boterham op straat werd op een gegeven moment gezien als een ongewenste vorm van protest.

De junta maakte in 2014 wel een voorlopig einde aan het constante geruzie en de protestmarsen van de rood- en geelhemden. De roodhemden (aanhangers van ex-premier Thaksin Shinawatra) wonnen altijd de verkiezingen, en dan gingen de geelhemden (de koningsgezinde stadselite) de straat op en bezetten regeringsgebouwen en zelfs het vliegveld van Bangkok om ze weer tot aftreden te dwingen.

De militairen brachten even rust in deze chaos, en veel Thai waren daar wel blij mee. Na vijf jaar is het echter voor de meeste mensen wel weer mooi geweest. De economie stagneert en een junta blijkt geen goed middel om die weer vlot te trekken. Het wordt dus weer tijd voor een gewone regering.

De militairen bieden met de verkiezingen iets wat lijkt op democratie: er doen 77 partijen mee. De militairen houden elke beweging angstvallig in de gaten. Online campagnevoeren is door verwarrende regels zo goed als onmogelijk geworden. Kritiek op tegenstanders is verboden, en elke overtreding kan leiden tot uitsluiting.

Thanathorn Juangroongruangkit, leider van de Future Forward party.Beeld EPA

Huizen van politici van de (‘rode’) Pheu Thai partij en van de (‘gele’) Democratische partij zijn de afgelopen weken doorzocht door gewapende militairen. Tegen andere lastige tegenstanders wordt de rechtbank in stelling gebracht. Een van hen is Thanathorn Juangroongruangkit, de leider van de Future Forward Party, een nieuwe partij die vanuit het niets naar de top-3 van de meeste opiniepeilingen is geschoten. Thanathorn hangt een rechtszaak boven het hoofd die hem vijf jaar gevangenis kan opleveren. De zaak is uitgesteld ‘tot na de verkiezingen’. Als Thanathorn het goed doet kan hij dan alsnog worden uitgeschakeld, en met hem zijn partij.

‘Ik denk dat ze me alleen willen intimideren’, zegt hij. ‘We zullen zien.’ De jonge miljardair wordt ‘de rockster van de verkiezingen’ genoemd. Hij is rijk, pas 40 jaar oud, en een nieuweling in de politiek. Hij is niet rood, niet geel, en zelfs uitgesproken anti-militaire junta, en dat blijkt veel, vooral jonge, kiezers aan te trekken. Zijn belangrijkste agendapunt is het herstel van de democratie, en het bijbehorende vertrek van de militairen, iets wat hem door de junta niet in dank wordt afgenomen.

‘Wij willen de mensen hoop geven’, zegt hij. ‘De Thai moeten weer in de politiek gaan geloven. Dat willen wij bereiken. Dat lukt niet als je toegeeft aan de intimidatie en jezelf gaat censureren. Als je dat doet zal niemand op je stemmen.’

Zijn eigen hoop is dat het Thaise volk massaal tegen de militairen stemt. Als dat gebeurt, komen de senatoren die bepalen wie de nieuwe premier wordt onder druk te staan. ‘Zij moeten geen stemvee voor de junta zijn, zij moeten luisteren naar wat het volk wil.’ Na zondag zal blijken tot waar de militairen de democratie haar gang laten gaan.