© Joerie Dewagenaere

Eerste Belgische woning in een serre: een glazen huis, een plek onder de zon

“Welkom in onze serre, hier staan de tomaten en daar slapen we.” In het West-Vlaamse Rekkem werd gisteren het eerste Belgische huis in een serre voorgesteld. Vanaf januari gaat ­architect Koen Vandewalle er ­samen met zijn vrouw ­Samia Wielfaert en hun vijf kinderen wonen. “Wie al die ramen gaat poetsen? Eén keer per jaar komt er een firma om ze af te stomen.”

Joerie Dewagenaere, Chris Snick

In Frankrijk en Finland bestaan er al soortgelijke ‘kaswoningen’, zoals die woningen officieel heten. Maar nu is dus ook België aan de beurt. In Rekkem staat een serre van twaalf meter op dertig, met daarin een houtskeletbouwwoning die iets meer dan de helft van de ruimte in beslag neemt. In de kelder zitten de slaapkamers, op het gelijkvloers de keuken, living en berging en ­bovenaan is een bureau met vergaderruimte. Errond? Zoals in een echte serre: er komen tomaatjes, komkommers en druiven.

“Bedoeling is dat we een volledig passieve woning hebben”, zegt Koen. “Geen aansluiting dus op water, gas of elektriciteit. Zonne-energie wordt opgeslagen in batterijen. En het regenwater vangen we op in drie citernes van 20.000 liter nadat het door lavafilters gepasseerd is. Zelfs voor een droge zomer, zoals we net meegemaakt hebben, is dat meer dan voldoende. Omdat we letterlijk een glazen stolp over ons huis plaatsten, zullen we in de winter ook veel minder onze verwarming moeten gebruiken dan in een normaal huis. En tijdens de zomer gebruiken we dan weer de energie van onze zonnepanelen om de woonst af te koelen. Sowieso zijn er ook nog grote glaspartijen die we kunnen openen om voor voldoende ventilatie in de serre te zorgen. En omdat de slaapkamers in de kelder zitten, zullen we sowieso best wel koele nachten hebben.”

Geen angst voor hagel

Bang voor forse hagelbuien is hij ook niet. “De bovenkant is gemaakt uit gelaagd glas. Net zoals bij autoramen dus. Die sneuvelen ook niet tijdens hagelbuien. De zijkanten zijn onderaan versterkt, zodat er ook geen gevaar is voor spelende kindjes die tegen de ramen lopen. En één keer per jaar komt een gespecialiseerde firma alles afstomen om het opnieuw proper te maken.”

De prijs ligt iets hoger dan bij een normale woning. “Als je het vergelijkt met een traditionele woning, die 196.000 euro kost, dan kost een kaswoning 254.800 euro. Maar na vijftien jaar komt die al goedkoper uit door de energiebesparing.”

Vlaams Bouwmeester Leo Van Broeck is wel te vinden voor het project. “Het vreet nog altijd veel grond omdat je zoiets niet kan stapelen”, zegt hij. “Maar het is natuurlijk veel ecologischer dan wanneer je een klassieke villa op dezelfde lap grond neerpoot. Nog beter zou het zijn mochten ze dit concept kunnen inpassen in een dorpskern of stad. Een rijhuis in een serre, dat zou het ideaalst zijn.”

Zes lofts in Gent

Vandewalle is alvast van plan om het concept in een stad in te passen. “We zijn bezig met een project waarbij we in Gent zes lofts in een soort van kas plaatsen met daktuin. Maar concreet is dat nog niet.” En hoelang het duurt om een huis in serre te bouwen? “Net zo lang als een klassieke woning.”