Direct naar artikelinhoud
reportage

De strijd om de jungle: diep in het Amazonewoud vindt een onevenwichtige gevecht om zijn rijkdommen plaats

Een illegale mijnwerker aan de slag in een goudmijn rond Posto de Vigilância, een dorp van de Munduruku-stam.Beeld NYT

The New York Times reisde honderden kilometers in het Braziliaanse Amazonegebied en verbleef bij een lokale stam die te kampen heeft met het slinkende regenwoud. De strijd woedt tussen de natives, een extreemrechtse regering en wanhopige mijnwerkers. “Moeten we gaan stelen in Rio?”

De mijnwerkers moesten vertrekken.

Hun bulldozers, baggermachines en hogedrukslangen drongen kilometers ver het land langs de rivier binnen, vervuilden het water, vergiftigden de vis en bedreigden de manier van leven zoals die duizenden jaren was geweest in dit deel van het Amazonegebied.

Dus op een ochtend in maart prepareerden de leiders van de Munduruku-stam hun pijlen en bogen, staken wat voedsel in plastic zakken en stapten aan boord van vier bootjes om de mijnwerkers weg te jagen.

“Het is besloten”, aldus Maria Leusa Kabá, een van de vrouwen van de stam die de revolte heeft helpen leiden.

De confrontatie was begonnen en maakte deel uit van de existentiële strijd die inheemse gemeenschappen in heel Brazilië voeren. Maar de strijd gaat veel verder dan hun individuele overleving, en draait om het lot van het Amazonegebied en zijn cruciale rol in het tegengaan van de klimaatverandering.

De afgelopen jaren heeft de Braziliaanse overheid de uitgaven aan de inheemse gemeenschappen scherp omlaag gebracht, terwijl parlementsleden hebben aangedrongen op veranderingen in de regelgeving, op voorspraak van bedrijven die onbelemmerde toegang willen tot delen van het Amazonegebied die beschermd worden door de grondwet van het land.

Extreemrechts

Nu heeft Brazilië een nieuwe, extreemrechtse president gekozen, Jair Bolsonaro, die de bescherming van de gebieden van de inheemse inwoners helemaal wil afschaffen. Hij heeft beloofd de afdwinging van milieuwetten terug te draaien, ze een hinderpaal voor de economische groei genoemd en zijn bedoelingen met het Amazonegebied duidelijk gemaakt.

“Waar inheems land is,” zei hij vorig jaar, “ligt rijkdom in de bodem opgeslagen.”

‘Waar inheems land is, ligt rijkdom in de bodem opgeslagen’
Jair Bolsonaro, president Brazilië

Al lang vóór de overwinning van Bolsonaro waren de afstammelingen van de oorspronkelijke inwoners van het Amazonegebied, ’s werelds grootste tropische regenwoud, steeds kwetsbaarder geworden voor groepen mijnwerkers, houthakkers en boeren die het bos kappen in een tempo dat milieuactivisten onhoudbaar noemen.

Van 2006 tot 2017 is het Braziliaanse deel van het Amazonegebied grofweg 150.000 vierkante kilometer bos kwijtgeraakt – een gebied dat groter is dan New York, Vermont, New Hampshire, New Jersey en Connecticut samen, volgens analyses van satellietbeelden van Global Forest Watch.

Duizenden vierkante kilometers bos zijn met de grond gelijkgemaakt in de inheemse gebieden, waar grootschalige industriële activiteiten verboden zijn. Na de overwinning van Bolsonaro laten de inheemse leiders drastischer waarschuwingen horen.

Leden van de Munduruku-stam komen toe in Caroçal Rio das Tropas, diep in het Amazonewoud in Brazilië.Beeld NYT

“Hij vertegenwoordigt de institutionalisering van de genocide in Brazilië”, aldus Dinamã Tuxá, coördinator van de Braziliaanse Association of Indigenous Peoples. Een woordvoerder voor het transitieteam van Bolsonaro heeft gezegd dat niemand commentaar wilde geven op de inheemse zorgen, of antwoord wilde geven op de kritiek op zijn inzichten, omdat de functionarissen zich met “veel belangrijker zaken” wilden bezighouden.

Uitroeiing

Deskundigen zeggen dat het tempo van de ontbossing in het Amazonegebied, dat een enorme hoeveelheid van de mondiale kooldioxide opslorpt, het vrijwel zeker maakt dat Brazilië een deel van de klimaatdoelstellingen niet zal halen die het land in 2009 had geformuleerd, toen het zichzelf presenteerde als een voorbeeld van duurzame ontwikkeling op een VN-top.

De trendlijn heeft federale aanklagers en milieuactivisten ertoe gebracht te zeggen dat het Amazonegebied op de drempel staat van onomkeerbare schade, die mogelijk zou kunnen leiden tot de uitroeiing van inheemse gemeenschappen die eeuwen van rampspoed hebben doorstaan.

“De gecombineerde impact van de ontbossing, de klimaatverandering en het uitgebreide gebruik van vuur heeft het Amazonegebied op een omslagpunt gebracht,” aldus Thomas Lovejoy, een hoogleraar in de milieuwetenschappen en het milieubeleid aan de George Mason Universiteit. “De inheemse volkeren, die de beste verdedigers van het land zijn, worden kwetsbaar als het bos verdwijnt.”

‘De inheemse volkeren, die de beste verdedigers van het land zijn, worden kwetsbaar als het bos verdwijnt’
Thomas Lovejoy, hoogleraar in milieuwetenschappen en milieubeleid (George Mason Universiteit)

Veel inheemse leiders beschouwen de bedreiging van hun gemeenschappen als een moderne strijd van David tegen Goliath, waarbij de stammen het moeten opnemen tegen gewelddadige bendes die hun voordeel doen met de wetteloosheid in het Amazonegebied om veel geld te verdienen.

Recessie

Officieel speelt de strijd over de toekomst van het Amazonegebied zich ver weg af, in de wetgevende organen van de hoofdstad van het land. Nadat de Braziliaanse economie in 2014 in een recessie terechtkwam, zijn politici en industriële leiders die voorstander zijn van het versoepelen van de milieubeschermende maatregelen aan de winnende hand in de langdurige strijd om het regenwoud.

Zij hebben enig succes geboekt bij het versoepelen van de beschermingsmaatregelen die zijn opgenomen in de Braziliaanse grondwet van 1988. Maar in veel gevallen ligt de juridische strijd ver achterop bij de werkelijkheid. Naarmate mijnwerkers, houthakkers en boeren, legaal of niet, steeds verder oprukken in het Amazonegebied wordt het landschap radicaal veranderd.

Munduruku-stamleden confronteren de illegale mijnwerkers en hun overste, Amarildo Dias Nascimento (r.). Die laatste zegt dat ze geen andere keuze hebben. Beeld NYT

“Zij hebben het veranderen van de wet niet opgegeven, maar zetten nu alles op een strategie van het creëren van dwingende feiten”, aldus Cleber Buzzatto, uitvoerend secretaris van de Indigenous Missionary Council, een groepering die strijdt voor inheemse rechten. “Na het scheppen van een onomkeerbare werkelijkheid zullen ze proberen de wetgeving te veranderen.”

Licht-oranje gaten

Vanuit de lucht bekeken zien deze feiten op de grond eruit als licht-oranje gaten in de oevers van rivieren die zich zigzaggend een weg door de jungle hebben gebaand.

Weinigen zijn zo opvallend als de goudmijn rond Posto de Vigilância, een van de meest afgelegen Munduruku-dorpen.

Osvaldo Waru Munduruku, de graatmagere dorpsoudste, ziet er asgrauw uit als hij ons uitlegt hoe zijn kleine dorp, dat onderdak biedt aan ongeveer vijftien gezinnen, een knooppunt is geworden in de illegale mijnbouw die de regio de afgelopen jaren heeft veranderd.

De National Indian Foundation, een federaal agentschap dat inheemse volkeren helpt, zag zijn budget de afgelopen jaren fors gekort worden, waardoor het voor afgelegen dorpen moeilijk werd om aan voedsel en basisvoorzieningen te komen. Daarnaast verlangen inheemse leiders als Waru naar een betere levensstandaard, onderwijs en meer kansen dan een geïsoleerd, zwaar bestaan in het bos mogelijk maakt.

Dus toen de eerste “witte mijnwerkers”, zoals hij ze noemt, in 2015 langskwamen om een bondgenootschap te opperen, was hij geïnteresseerd.

Hij en andere inheemse leiders wisten dat er weinig was wat ze konden doen om de mijnwerkers tegen te houden. De meedogenloze recessie had grote aantallen werkloze Brazilianen de jungle in gestuurd, op jacht naar goud. Als er een goldrush zou uitbreken in dit deel van de deelstaat Pará, zo redeneerde hij, kon zijn dorp daar net zo goed van meeprofiteren.

Dit soort coöptatie is gewoon geworden in afgelegen gebieden van de jungle – en precies datgene waar veel inheemse leiders nu een eind aan willen maken.

Verdeeldheid zaaien

“Verdeel en heers,” zegt Fernanda Kaingáng, een juridisch specialist op het gebied van de inheemse rechten, die tot de Kaingang-stam behoort. “Dat is de strategie die wordt gebruikt om verdeeldheid te zaaien binnen en tussen de inheemse gemeenschappen, om toegang te verkrijgen tot hout, mineralen en land.”

De mijnwerkers in het dorp van Waru hebben een lange strook bos gekapt voor een landingsbaan en een parallelle nederzetting gebouwd, met slaapverblijven en een kleine kerk. De mijnwerkers hebben hem beloond met 10 procent van hun opbrengst van iedere maand – ter waarde van een paar honderd dollar, zegt hij.

“We hebben dat opgespaard totdat er genoeg geld was om dingen voor de gemeenschap te kopen,” zegt Waru. Met het geld zijn onder meer een nieuwe motor voor de boot, een generator en een radio bekostigd.

Maar toen begonnen de kinderen voortdurend last te krijgen van diarree. De erosie uit de mijnen zorgde ervoor dat de rivier zandbruin werd. De vis die lange tijd een van de voornaamste bestanddelen van het dieet had gevormd, bevat nu een hoge concentratie kwik, gebruikt in de goudwinning.

‘Voorheen hadden we hier veel te eten, maar sinds het water vies is geworden, is de vis verdwenen’
Osvaldo Waru Munduruku, dorpsoudste Munduruku-stam

“Voorheen hadden we hier veel te eten, maar sinds het water vies is geworden, is de vis verdwenen”, zegt hij. “We zijn ons zorgen gaan maken over de toekomst van onze kinderen.”

Hier langs de Tapajos-rivier is de Munduruku-stam, die bijna 14.000 leden telt, verdeeld over tientallen dorpen, in een gebied dat iets groter is dan New Hampshire.

Maar toen de recessie het verarmde noordoosten van Brazilië en de deelstaten in het Amazonegebied keihard trof, kwamen buitenstaanders die gezinnen moesten onderhouden naar het Munduruku-land. Zij bliezen de goudmijnen nieuw leven in die de overheid in de jaren negentig had gesloten.

Toen de mijnwerkers in 2015 opdoken in de inheemse dorpen langs de Tapajós-rivier, troffen zij gemeenschappen aan die er nog slechter aan toe waren dan zijzelf.

In één ervan, Caroçal Rio das Tropas, wonen gezinnen in haveloze houten hutten en slapen in hangmatten. Magere honden met etterende wonden snuffelen de grond af op zoek naar eten. Beten van giftige slangen worden behandeld door het lichaam van de slang te gebruiken als een provisorisch drukverband, waarna de patiënt een zes uur durende boottocht moet maken naar het dichtstbijzijnde stadje.

Sommige gezinnen vergaat het beter dan andere; zij hebben televisies, mobiele telefoons en andere apparaten die van stroom worden voorzien door gammele oude generatoren. Dat, zegt Ezildo Koro Munduruku, is het gevolg van de goudinkomsten die het gebied – en de stam – hebben veranderd.

Munduruku-stamleden sorteren fruit.Beeld NYT

“De generatie van onze grootouders was goed georganiseerd”, aldus Ezildo (41). “Zij waren allemaal één. Ze hadden weinig contact met witte mensen.”

Onherstelbaar

Toen de mijnwerkerskampen groter werden, waardoor er blikvoeding, alcohol, drugs en prostitutie naar het gebied kwamen, grepen sommige Munduruku-mannen de kans aan om geld te verdienen. Hun eetpatroon veranderde en slechte gewoonten kregen vat op hen. Veel Munduruku zijn bang dat hun manier van leven onherstelbaar is veranderd.

“Binnen onze gezinnen kwam broer tegenover broer te staan”, aldus Ezildo.

Sommige inheemse leiders betoogden aanvankelijk dat de mijnbouw een groot voordeel kon zijn, zonder al te veel milieuschade te veroorzaken. Maar het goud bracht slechts bescheiden en vluchtige voordelen, zegt hij.

‘We zijn ziek, lichamelijk en geestelijk. Als iemand 100 gram goud verdient, geeft hij dat uit aan alcohol en prostituees’
Ezildo Koro Munduruku (41)

“We zijn ziek, lichamelijk en geestelijk. Als iemand 100 gram goud verdient, geeft hij dat uit aan alcohol en prostituees.”

Confrontatie

Met hun wapens in de hand gingen ongeveer dertig stamleden op weg om de mijnwerkers te verdrijven.

Maar na ruim zes uur door een gebied van rivieren, modder en steile heuvels te zijn getrokken, kwamen ze uitgeput, hongerig en dorstig bij het eerste mijnwerkerskamp aan.

Amarildo Dias Nascimento, de opzichter van het kamp, voelde dat er een confrontatie dreigde. Bij wijze van ontwapenend gebaar verwelkomde hij de Munduruku-delegatie uitvoerig, en gaf hij zijn koks opdracht een feestmaal van gegrilde kip, bonen en rijst voor zijn gasten op tafel te zetten.

“Vanavond richten we ons uitsluitend op de gezelligheid”, zei hij.

Nascimento (47) betoogde dat de mijnwerkers slechts probeerden te overleven.

“Velen hadden geen andere optie meer”, zegt hij, wijzend op zijn mannen. “Moet je dan een dief worden in Rio de Janeiro? Velen zijn hier omdat ze zich daar niet toe wilden verlagen. We vechten hier voor ons dagelijks brood.”

‘Velen hadden geen andere optie meer. Moet je dan een dief worden in Rio de Janeiro?’
Amarildo Dias Nascimento, opzichter van mijnwerkerskamp

De volgende morgen gaf Kabá haar baby de borst, nadat ze de mijnwerkers voor de confrontatie had opgeroepen.

“Dit is ons land”, zei ze. “Dit gebied is niet van jullie. Dit is waar we onze kinderen van onderhouden. Wij zijn niet afhankelijk van goud, maar van de vruchten en de dieren die jullie vernietigen en wegjagen.”

Nascimento luisterde beleefd, met gebogen hoofd.

“Zodra jullie ons vragen te vertrekken, zullen we dat onmiddellijk doen”, zei hij.

Nadat de bijeenkomst was afgelopen, stapten verschillende leden van de Munduruku-stam in een bulldozer van een van de mijnwerkers om te voorkomen dat ze te voet een lang, modderig deel van het pad moesten oversteken. Maar toen ze weg waren, was het nog steeds niet helder wanneer, of zelfs maar of, de mijnwerkers zouden moeten vertrekken.

Leden van de Munduruku-stam laden voedsel en drank uit. Dat hebben ze als een soort vredeoffer gekregen van de mijnwerkers die hun land komen inpalmen.Beeld NYT

De Munduruku gingen naar het volgende mijnwerkerskamp, vastbesloten om dezelfde boodschap over te brengen. Maar dat kamp was groter, en ze werden geconfronteerd met een veel minder gastvrije groep mijnwerkers. Sommigen waren dronken.

“We moesten omkeren omdat ze gewapend waren”, zegt Kabá.

Operatie Pajé Bravo

Weken later landden tientallen zwaarbewapende federale politiemensen en agenten van Braziliës twee milieudiensten met vier helikopters in een mijnwerkerskamp op Munduruku-land.

De missie vond plaats in het kader van operatie Pajé Bravo, vernoemd naar een inheemse mythe over een kwaadaardig persoon die moet worden verbannen.

Terwijl Braziliaanse parlementsleden erop aandringen de mijnbouw, de houtkap en de landbouw in het Amazonegebied uit te breiden, blijven sommige aanklagers en functionarissen zich hier standvastig tegen verzetten, waarbij ze hun gezag gebruiken om de milieuwetten af te dwingen zolang die nog bestaan.

Maar de raids haalden weinig uit. Zoals gewoonlijk verspreidden de mijnwerkers zich in het bos zodra de helikopters in zicht kwamen, zodat de onderzoekers geen arrestaties konden verrichten of zelfs maar vragen konden stellen. De agenten staken diverse machines en onderkomens in het kamp in brand, voordat ze weer vertrokken.

“Het leek een beetje op een oorlogsgebied”, zegt Valmir, een mijnwerker die alleen zijn voornaam wil noemen omdat hij bang is vervolgd te worden. “Niemand van ons hier is een bandiet. Als de regering ons een of ander soort werk zou aanbieden buiten de mijnbouw, zou niemand nog naar de mijn gaan.”

‘Als de regering ons een of ander soort werk zou aanbieden buiten de mijnbouw, zou niemand nog naar de mijn gaan’
Valmir, een mijnwerker

Midas Dilemma

Dagen later gingen federale aanklagers op zoek naar goudhandelaren in de dichtstbijzijnde stedelijke gebieden – de tweede fase van het onderzoek, het Midas Dilemma, een verwijzing naar het verhaal van Koning Midas en zijn gevaarlijke vermogen om alles wat hij aanraakte in goud te veranderen.

In mei hebben aanklagers een oproep tot actie gedaan en gewaarschuwd dat de handel in goud “potentieel zou kunnen leiden tot de uitroeiing van inheemse gemeenschappen en traditionele culturen”.

Federale aanklagers hebben de noden van sommige inheemse gemeenschappen gekenschetst als ‘genocide’.

Maar dat standpunt wordt niet breed gedeeld door lokale of federale politici. In het Braziliaanse Congres is een grote coalitie, het ‘plattelandsblok’, voorstander van tientallen maatregelen om de toegang tot mineralen en potentiële landbouwgrond in beschermde gebieden te vergemakkelijken.

Bolsonaro, een doorgewinterde politicus die vorige maand met gemak de presidentsverkiezingen won, vertolkt allang dezelfde gevoelens.

“Als het aan mij lag, zouden we geen inheemse gebieden meer hebben in dit land”, zei hij na zijn overwinning.

Om ervan af te komen zou de grondwet veranderd moeten worden. Maar Bolsonaro heeft gedreigd met kleinere stappen, zoals het ophouden bedrijven en individuen die de wet overtreden te beboeten.

Bolsonaro betoogt dat Brazilië het zich niet langer kan veroorloven dat zo veel land opzij wordt gezet als inheemse gebieden, nationale parken en beschermingszones.

‘Als het aan mij lag, zouden we geen inheemse gebieden meer hebben in dit land. Al die gebieden remmen onze ontwikkelingen’
Jair Bolsonaro, president Brazilië

“Al die gebieden remmen onze ontwikkeling,” zegt hij.

De Munduruku-leiders die zich tegen de mijnbouw verzetten waren opgetogen over de raids van de federale agenten. Maar al snel ontvingen leiders als Kabá bedreigingen.

“De verwachting van de inheemse leiders, toen zij bekendmaakten wat er gebeurde, was dat de staat zou ingrijpen en de witte mensen zou verdrijven”, aldus Danicley de Aguiar, een Greenpeace-activist die de Munduruku-leiders van advies heeft voorzien. Dat is niet gebeurd.

En hoewel het beschermen van het milieu en de inheemse tradities lovenswaardig is, is het niet realistisch, betoogt Adonias Kabá Munduruku, een van de stamleiders die zaken doet met de mijnwerkers.

“Het is de enige manier waarop wij inheemse mijnwerkers onze kinderen naar de stad kunnen sturen om te studeren”, aldus Kabá (40). “Ouders willen dat hun kinderen onderwijs krijgen, zodat ze niet hoeven te eindigen zoals zijzelf: als mijnwerkers.”

De aanklagers hebben nog niemand vervolgd, en het delven van goud blijft een winstgevende bezigheid in het gebied.

“Wat we zien is dat misdaad loont”, aldus Paulo de Tarso Moreira Oliveira, een federaal aanklager.