Aantal laagopgeleide mensen daalt

Den Haag

In 2003 waren nog bijna tweemaal zoveel mensen laagopgeleid (vmbo, mbo niveau 1) als hoogopgeleid (hbo, wo). Vorig jaar was dat onderscheid nagenoeg volledig verdwenen. Dat concludeert het Centraal Bureau voor de Statistiek vandaag in het rapport Regionale Economie, dat ook ingaat op landelijke trends. Van mensen tussen de 15 en 75 jaar is 29 procent hoogopgeleid tegenover 30 procent met alleen een lagere opleiding. ‘Er zijn in Nederland steeds minder mensen die na de middelbare school stoppen met leren en gaan werken’, legt Peter Hein van Mulligen, hoofdeconoom bij het CBS, uit. ‘Vanwege de leerplicht en door vervolgstudies te stimuleren, wordt er steeds vaker doorgeleerd.’ Uit het rapport blijkt dat hogeropgeleide mensen veel meer kans hebben op werk dan laagopgeleiden. ‘Als je hbo of wetenschappelijk onderwijs hebt gevolgd, ben je veel breder inzetbaar’, zegt Van Mulligen. ‘Het is makkelijker om onder je niveau te werken dan erboven. Daardoor vormen hogeropgeleide mensen een bedreiging voor mensen die een lagere opleiding hebben ­genoten’, aldus de econoom. Het statistiekbureau deed verder onderzoek naar de economische groei op landelijk en regionaal niveau. Daaruit blijkt dat de economie in de provincie Noord-Holland in 2016 het snelst is gegroeid, met ruim 3 procent. Het landelijke groeipercentage lag vorig jaar op 2 procent. ‘Het is opvallend dat de groei van alle provincies zo dicht bij elkaar zit’, zegt econoom Van Mulligen. ‘Je ziet vaak dat provincies als Brabant veel sneller groeien dan bijvoorbeeld Limburg en Zeeland. Daar is nu geen sprake van.’

meer vrouwen werken

Het aantal werkende mensen in Nederland is in de afgelopen jaren nauwelijks toegenomen. Sterker nog: in 2003 werkten minder mannen dan in 2016. Dat komt vooral door de economische crisis. ‘Aan het begin werden vooral de bouw- en industriële sector hard geraakt, echte mannensectoren’, zegt Van Mulligen. Later kreeg ook de zorg het zwaar te verduren, waar juist veel vrouwen werken. Toch is in de arbeidsdeelname van vrouwen een stijgende lijn zichtbaar. Volgens Van Mulligen heeft dat ermee te maken dat steeds meer oudere vrouwen zijn gaan werken. ‘Vroeger was het voor vrouwen ongebruikelijk om werk te zoeken’, zegt hij. ‘Dat is tegenwoordig wel anders.’ Vrouwen van 50 jaar en ouder begeven zich daardoor steeds vaker op de arbeidsmarkt. <