© Geert Van de Velde

Alain Bloeykens stopt als organisator van Megavino: “En toch blijft wijn mijn vrouw, mijn minnares, mijn alles”

Twintig jaar nadat hij de eerste wijnbeurs van ons land heeft opgericht, stopt wijnkenner Alain Bloeykens in schoonheid met Megavino. Met voor het eerst België als gastland en een overnemer die de passie voor wijn nog lang wil prediken.

thv

Wat was uw drijfveer om Megavino op te richten?

Alain Bloeykens: Alle wijnlanden hadden al zo’n wijnbeurs, maar in het land waar zo veel wijn wordt geconsumeerd was er nog niks. Daar wilde ik verandering in brengen, vooral uit passie voor wijn. Maar in het begin was het veeleer een Minivino. Toen was ik al opgetogen met dertig standhouders in totaal.

Waarom stopt u als organisator?

Op die eerste editie ontvingen we honderd bezoekers. Vorig jaar telden we 26.000 wijnliefhebbers in Brussels Expo. De beurs was al een tijd aan uitbreiding toe, maar dat vergroot het financiële risico voor iemand die jaarlijks maar één beurs organiseert. Plots kwam de groep Concentum aankloppen om de beurs over te nemen: zij waren de juiste mensen op het juiste moment.

Hoe ziet uw toekomst eruit?

Wijn blijft mijn vrouw, mijn minnares, mijn alles. Ik heb jaren dag en nacht voor de beurs gewerkt. De tijd die vrijkomt, zal zeker aan wijn worden gespendeerd. Meer dan ooit.

Hoe is België in die twintig jaar geëvolueerd als wijnland?

Ik wilde België al veel langer gastland van Megavino maken. Maar tien jaar geleden beschikten we over amper zeventig hectare wijngaarden en dertig wijnbouwers. Vandaag telt ons land meer dan een vijfvoud aan oppervlakte en 135 wijnbouwers. Ik zie de wijnbouw in België nog groeien. Heel wat Limburgse fruitboeren twijfelen om over te schakelen. We overschrijden nu al de productiekaap van een miljoen liter wijn per jaar. Dat record zal zeker sneuvelen, als gevolg van de warme zomer.

Wat zijn de uitdagingen voor de Belgische wijnbouw?

Dankzij een paar voortrekkers staan we vandaag waar we staan. We krijgen internationale aandacht, worden als wijnland au sérieux genomen en winnen prijzen omdat de kwaliteit van onze wijn er enorm op vooruit is gegaan. Kortom: we zijn goed bezig. Het is nu vooral een kwestie met beide voeten op de grond te blijven. Laten we blijven investeren. In materiaal, maar zeker ook in opleidingen. En laten we het wijnland België promoten, als een geheel, los van het communautaire. Tot slot moeten we de landgenoten overtuigen. Of beter: Belgen in eigen wijnen laten geloven. Daarom zeg ik: proef de Belgische wijn. Er zitten toppers bij.