In deze imposante voetbaltempel speelt België Davis Cup-finale: van voetbalstadion naar tennishal in 12 uur

© AFP

Het Stade Pierre Mauroy, thuishaven van de Franse eersteklasser Lille en voetbaltempel voor zo’n 50.000 fans, is dit weekend gastheer voor de Davis Cup-finale tussen Frankrijk en België. Het stadion – kostprijs: 300 miljoen euro – werd gisteren getransformeerd tot een reusachtige tennishal. Een huzarenstukje dat in amper 12 uur geklaard werd. Maak u op voor een historische tennismatch met drie dagen lang iedere keer 27.500 uitzinnige fans.

Hans Jacobs

Van 50.083 naar 27.500 plaatsen

Voor voetbalwedstrijden biedt het ­stadion plaats aan ruim 50.000 toeschouwers, 50.083 om precies te zijn. Als het wordt omgetoverd tot een tennishal kunnen er nog 27.500 toeschouwers binnen. Dat is naar Davis Cup-normen enorm. Toen Zwitserland in 2014 de beker meenam en Frankrijk verweesd achterliet, werd ­trouwens een toeschouwersrecord in de ­Davis Cup gevestigd: 27.500 man en dat drie dagen lang, in een zinderende sfeer. Logischerwijs dat ­zowel de Davis Cup-kapitein Yannick Noah als de Franse tennisfederatie erop hamerden om opnieuw in Rijsel te spelen, ook al werkten de Fransen er dit jaar hun halve finale af en wordt er normaal ­gewisseld van locatie. Niet alleen vanuit ­economisch oogpunt – hoe meer volk, hoe meer het opbrengt – maar ook vanuit ­chauvinisme is dit de logische keuze.

Amper 30 minuten nodig om het dak te sluiten

Van een buitensport naar een indoor­activiteit, dat duurt een half uur. Of zolang duurt het om het dak te sluiten in ieder geval. En dan gebeurt het: de helft van de grasmat wordt zo’n 5,6 meter in de lucht gehesen (in ongeveer 75 minuten) dankzij een ingenieus systeem van pijlers en rails en schuift dan over de andere helft van de grasmat (in ongeveer 105 minuten). De hele transformatie van voetbalstadion naar tennishal duurt ongeveer twaalf uur.

Frankrijk-België wordt gespeeld op hardcourt – meer ­bepaald rebound ace – en dat is een stuk makkelijker aan te leggen dan het gravelterrein voor de finale van 2014. Toen moest een colonne vrachtwagens gemalen baksteen aanvoeren, nu werd het terrein in ongeveer acht uur aangelegd.

© BELGAIMAGE

Voetbal, rugby, handbal, basketbal en Rihanna

In België sleept de bouw van het Eurostadion aan, maar niet zo heel ver over de grens staat een voorbeeld van hoe het zou kunnen. Het Stade Pierre Mauroy is een modern stadion zoals een modern stadion hoort te worden uitgebouwd. Thuishaven van voetbalclub Lille, maar daarnaast nog zoveel meer. Herinnert u zich nog de kwalijke ­aftocht van de Rode ­Duivels tegen Wales op het EK voetbal van 2016? Juist, dat was in hetzelfde stadion. Maar niet alleen voetbalfans vinden hier hun gading. In 2024 is het stadion ook gastheer voor het WK rugby en eerder was het al ­decor voor het WK handbal, het EK basketbal, een motorcrossgala én de ­vorige ­Davis Cup-­finale van Frankrijk, in 2014. Maar evengoed ontbonden bijvoorbeeld ­Rihanna of Johnny Hallyday er hun duivels. Het stadion is multifunctioneel, met onder meer een volledig uitschuifbaar dak, het enige in Frankrijk. Dat mocht wat kosten, het prijskaartje bedraagt 300 miljoen euro.

© BELGAIMAGE

Amper 2.750 Belgische supporters

Het Davis Cup-reglement speelt in het nadeel van de Belgen: ook al is Rijsel niet ver van de ­Belgische grens, slechts 10 procent van de tickets is voorbehouden voor ­Belgen. Maar Davis Cup-kapitein Johan Van Herck, die in 2014 de finale tegen Zwitserland bijwoonde, is voorbereid. “Ik heb toen de spelers zien opkomen in die volle arena. Wauw, dat is toch nog iets anders dan een gewone tennismatch. Maar die mannen van mij kunnen dat aan, daar ben ik van overtuigd. We hebben al veel blijk gegeven van koelbloedigheid in de Davis Cup-ontmoetingen. Ik zal hen er wel op voorbereiden, zodat ze weten waar ze zich aan kunnen verwachten. dit is in iedere geval het mooiste ­stadion waar we al ooit speelden.”

Voor een goed begrip: een vijandige sfeer verwacht hij helemaal niet. “De Fransen zijn niet die types. Kapitein Yannick Noah niet, Jo-Wilfried Tsonga niet, Lucas Pouille niet, Richard Gasquet niet… Neen, het wordt een heel sportieve ontmoeting.”

18 graden op het terrein

Een mogelijk nadeel: het kan soms koud zijn in de tennishal, die eigenlijk een ­outdoorstadion is. Bij Frankrijk-Zwitserland hadden de toeschouwers pech. Het wás koud, zo’n tien graden. De organisatoren sleepten zestien warmtekanonnen aan en er werden dekentjes ­uitgedeeld om de toeschouwers warm te houden. Een Zwitserse krantencollega, die in 2014 de finale Frankrijk-Zwitserland bijwoonde, had het niet alleen koud, maar hij vond ook dat “het stonk als een koeienstal”. Een beetje overdreven, want gisteren even de proef op de som genomen: neen, het stonk niet. En neen, het was ook niet ijskoud.

De organisatoren hebben in elk geval geleerd uit de kouwelijke ervaring van de vorige Davis Cup­finale en ze verzekeren dat de temperatuur op het terrein ongeveer ­achttien graden zal bedragen.

Aangeboden door onze partners

Meer sportnieuws

Aangeboden door onze partners

Meer over David Goffin

Hoofdpunten

Keuze van de redactie