Deze veteranen vochten 75 jaar geleden op D-day

Deze veteranen vochten op D-day. Dat is op 6 juni precies 75 jaar geleden, toch spoken de herinneringen eraan nog altijd door hun hoofd. ‘Ik heb lang gezwegen over wat ik heb meegemaakt.’

‘Nu zijn de Fransen allervriendelijkst, toen niet. Logisch’

  • John Sleep (98), Britse parachutist

    Geboren: 26 januari 1921 in Wraysbury, UK.

    Woonplaats: Staines, UK.

    Prive: was 68 jaar getrouwd, zijn vrouw overleed in 2014. Hij heeft een dochter en een zoon.

    Beroep: leidde een bedrijf in sportmaterialen, was later landschapsarchitect.

  • ‘Ik kon nooit mijn mond houden als ik het ergens mee oneens was, daarom zat ik in een strafbataljon toen de invasie begon. Op 10 juni werden we op Sword aan land gezet. Het strand was toen al veilig, maar het lawaai van overvliegende jachtvliegtuigen was oorverdovend. We voerden zware gevechten met de Duitsers. Als we ze krijgsgevangenen maakten, trilden ze over heel hun lijf. Daarom boden we ze eerst een sigaret aan om ze te kalmeren. Hun officieren hadden hen wijsgemaakt dat we ze zouden doodschieten. Ik ga dit jaar voor de vijfde keer terug. Nu zijn de Fransen allervriendelijkst, toen niet. Logisch, want we bombardeerden hun huizen en stalen hun gewassen. De beelden van omgekomen burgers staan nog op mijn netvlies. Ik lijd aan PTSS, ’s nachts slaap ik nauwelijks. Ik vind het moeilijk om over die tijd te praten, maar jongeren moeten weten wat er toen heeft plaatsgevonden. Ze denken dat oorlog een spannend avontuur is, maar geloof me: war is stupid.’

‘Hoofden vlogen door de lucht’

  • Alan King (94), Britse tanksoldaat

    Geboren: 17 mei 1924, Eye, Suffolk, UK.

    Woonplaats: Thornham Parva, Suffolk, UK.

    Prive: weduwnaar, vader van drie kinderen.

    Beroep: werkte als houtbewerker en kraanmachinist.

  • ‘Op 4 juni 1944 gingen we in Gosport met onze Sherman-tank aan boord van een landingsvaartuig. Ik was radioman. Omdat de invasie vanwege slecht weer een dag werd uitgesteld, ben ik twee dagen zeeziek geweest. Rond 8.00 uur op D-day voeren we op Gold af. Een infanterielandingsboot naast ons kreeg een voltreffer, ledematen en hoofden vlogen door de lucht. Op het strand was het chaos. We vuurden op de Duitse posities en trokken langzaam op. De verliezen waren zwaar, we hadden net zo veel te duchten van de Duitsers als van onze eigen luchtmacht; die zag ons voor Duitse tanks aan. Een keer verloren we hierdoor vijftien van de twintig tanks. Onze Shermans bleken ook niet opgewassen tegen de zwaardere Duitse Tiger- en Panther-tanks. Ze vlogen snel in brand, de bemanning stierf een vreselijke dood; de Duitsers noemden ze ‘Tommy-cookers’. Ik stond doodsangsten uit. Na de oorlog heb ik lang gezwegen over wat ik had meegemaakt. Ik dronk, was opvliegend. Mijn land wilde mijn verhaal niet horen. Ik voelde me ontzettend eenzaam. Pas nu komt de erkenning.’

‘Er werd gewoon gefeest en gelachen’

  • Camille Strizko (93), Nederlands grondpersoneel luchtmacht

    Geboren: 17 januari 1926, Cirebon (West-Java).

    Woonplaats: Katwijk.

    Prive: was 65 jaar getrouwd en kreeg twee zoons.

    Beroep: tot aan zijn pensioen werkzaam bij de Marine Luchtvaart Dienst.

  • ‘Bij het 320 Dutch Squadron RAF onderhield ik met andere jongens de toestellen, we werden ‘de knikkerploeg’ genoemd - een geuzennaam. Vlak voor D-day bezocht Eisenhower onze basis. Hij zei: ‘You’ll be home soon.’ We snapten niet wat hij bedoelde, tot de middag voor D-day. We kregen verf en moesten twee zwarte en drie witte strepen op de toestellen aanbrengen; het invasieherkenningsteken dat moest voorkomen dat ze door eigen troepen werden beschoten. Toen we ’s nachts honderden vliegtuigen hoorden overkomen, wisten we: het is zover! Ook voor mij; achter elke vechtende soldaat zaten tien mannen die zorgden voor het materiaal, het eten en dergelijke - dat wordt vaak vergeten. Vlak na de invasie begonnen de Duitsers als vergelding Londen met V1-raketten te bestoken. Ik was op een feestje en we hoorden de motor van een V1 afslaan. Iedereen wist: nu stort hij neer. Het was doodstil, niet ver van ons klonk een enorme klap en meteen daarna werd er weer gewoon gefeest en gelachen. Dat vond ik zo vreemd.’

‘Ik schaam me dood’

  • Erich Bissoir (94), Duitse motorverkenner bij een SS-tankdivisie

    Geboren: 27 maart 1925, Neustadt an der Weinstrasse, Duitsland.

    Woonplaats: Neustadt an der Weinstrasse, Duitsland.

    Privé: weduwnaar, heeft een zoon.

    Beroep: werd na zijn krijgsgevangenschap in 1949 machinebouwer.

  • ‘Als tieners hadden we in nazi-Duitsland aanvankelijk een prettige jeugd. Dat we in de Hitlerjugend geïndoctrineerd werden, beseften we niet. We waren trots; ons leger was onoverwinnelijk, leek. Toen ik 1943 zelf op moest, koos ik voor de Waffen SS; dat was dé elite - wie kon, wilde daarbij. Vanuit het Normandische Acquiny werd mijn twaalfde SS-tankdivisie Hitlerjugend na de invasie naar de kust gedirigeerd. We reisden ’s nachts, want overdag heersten de geallieerde jachtvliegtuigen. We sliepen nauwelijks. Het was een ongelijke strijd. Wij kregen geen luchtsteun en voor elke geallieerde tank die we vernietigden, kwamen tien nieuwe. Wij hadden geen reserves. Vaak vonden we kameraden met doorgesneden keel; de Britten hadden speciale messen bij zich. Een invasieleger moet snel oprukken, het kan niet altijd gevangenen maken. Dat is oorlog. Het gebeurde aan beide kanten. Op 10 augustus raakte ik zwaargewond door een tankgranaat en kwam ik in een lazaret in Duitsland terecht. Daar werd ik in april 1945 krijgsgevangen gemaakt. Pas toen hoorde ik van de oorlogsmisdaden die door het Duitse volk zijn gepleegd. Ik schaam me daar diep voor.’

‘Ik heb een krans gelegd en besefte: ik heb gezwijnd’

  • André Hissink (99), Nederlandse bommenwerper-navigator

    Geboren: 26 juni 1919, Batavia.

    Woonplaats: Perth/Ontario, Canada.

    Prive: trouwde met een Britse met wie hij drie kinderen kreeg.

    Beroep: werkte na de oorlog bij verschillende luchtvaartmaatschappijen in Zwitserland, Nieuw-Zeeland en Canada als operations officer.

  • ‘Als dienstplichtige soldaat moest ik toezien hoe de Duitsers op 14 mei 1940 Rotterdam platgooiden. Woedend wist ik die avond met een oorlogschip naar Engeland te ontkomen, samen met mijn maatje Bill Hamilton. Als navigator op een Mitchell B25-bommenwerper van het 320 Dutch Squadron RAF bombardeerden we voorafgaand aan D-day de Duitse infrastructuur in Noordwest-Frankrijk. De eerste keer riep ik: ‘Dat is voor Rotterdam!’ Het Duitse afweergeschut veroorzaakte zware verliezen. Voor me zag ik geraakte bommenwerpers naar beneden tuimelen. Omdraaien kon niet, je moest door. Toen de invasie begon, was ik met verlof. Dat werd meteen ingetrokken natuurlijk. Op 8 juni sneuvelde Bill. Zijn bed werd leeggehaald, ik dacht: arme sodemieter, en ging verder. Pas in 2014, bij de zeventigste herdenking van D-day, ben ik voor het eerst in Normandië geweest. Ik kende het alleen vanuit de lucht. Ik heb een krans voor Bill en de andere omgekomen bemanningsleden gelegd en besefte: ik heb gezwijnd.’

‘Het wemelde van de muggen en overal hing de stank van de dood’

  • Rudi Hemmes (95), Nederlands soldaat Prinses Irene Brigade

    Geboren: 20 juni 1923, Harderwijk.

    Woonplaats: Den Haag.

    Prive: twee keer getrouwd en vader van vijf kinderen.

    Beroep: bleef in het leger en eindigde als generaal-majoor bij de Luchtmacht.

  • ‘Als Engelandvaarder bereikte ik in februari 1944 Groot-Brittannië en kwam ik bij de Prinses Irene Brigade. Op 8 augustus dat jaar landden we met twaalfhonderd man in Normandië. Daarvoor stuurden ze voornamelijk Engelssprekende kerels; het Nederlands leek te veel op Duits. Ik was machinegeweerschutter op een verkenningsvoertuig. Door het oorlogsgeweld waren de vogels weggetrokken. Het wemelde van de muggen en overal hing de stank van de dood. Tijdens de eerste nacht wachtlopen hoorde ik geritsel in de struiken. Ik deed het bijna in mijn broek. Schieten mocht alleen als je zeker wist dat het de vijand was, anders verraadde je de positie. Het geritsel kwam dichterbij. Net toen ik wilde vuren, verscheen een haas. Elke avond moesten we ons ingraven. Ik had daar nooit zin in. Een keer vond ik een door de Duitsers achtergelaten schuttersput, mooi rechthoekig. Het was al donker dus ik ben daar ingedoken. De volgende ochtend werd er over me geklaagd: ik stonk een uur in de wind. Bleek ik in een latrine te hebben geslapen.’

Documentaire

Op 26 april zendt Omroep Max (NPO 2, 21.05 uur) de documentaire ‘In de voetsporen van D-day’ uit. Daarin komen de veteranen uit deze productie aan het woord.

BEVRIJDINGSROUTE

De stichting Liberation Europe creëert een Lange Afstand Wandelroute van Londen naar Berlijn voor wandelaars die de route van de geallieerden willen volgen. Op borden en in een reisgids staan verhalen van veteranen en bewoners. Het pad (met markeringen van architect Daniel Libeskind) moet in 2020 helemaal klaar zijn. De Engelse uitgever Rough Guides publiceert deze zomer al een gids. liberationroute.nl

75 JAAR VRIJHEID: DE VOLKSKRANT ZOEKT BIJZONDERE BEVRIJDINGSVERHALEN

De Volkskrant staat het komend jaar uitgebreid stil bij de bevrijding van Nederland. In september is het 75 jaar geleden dat de bevrijding begon. Daarvoor zoeken we verhalen van ooggetuigen, of kinderen en nabestaanden daarvan.