Uit respect voor de kiezer, volgend jaar geen hoedjesparade meer op Prinsjesdag
Lody van de Kamp is rabbijn en auteur. Hij schrijft elke vierde dinsdag van de maand een column.
Een selfie van zeven chique dames met sprankelende hoedjes sierde vorige week de voorpagina van enkele kranten. Deze Kamerleden waren vanzelfsprekend erg in hun schik. De derde dinsdag in september moet uitbundig gevierd worden. Het is in Den Haag de dag van onze democratie.
Maanden kijken onze volksvertegenwoordigers ernaar uit. Het hele jaar leiden zij een druk bestaan. Zij moeten zich buigen over stapels papier, om te weten waar het volgende debat in de Kamer over gaat; zij rennen van de ene vergadering naar de andere en reizen van hot naar her om ook nog de nodige werkbezoeken af te leggen. Bij het begin van het zomerreces begint voor onze vrouwelijke volksvertegenwoordigers de nieuwe race: een wedren om het mooiste of het origineelste hoofddeksel, met een bijpassende creatie van de coupeuse, om daarmee de Ridderzaal binnen te schrijden in afwachting van Zijne Majesteit de Koning en Hare Majesteit de Koningin. Zo beleven deze volksvertegenwoordigers de dag waarop de inhoud van de troonrede bekend wordt gemaakt. De heren hebben het wat eenvoudiger in hun jacquet of zondagse pak.
voedselbank
Mina zet de tas neer. Vanavond is er, met dank aan die lieve mensen van de voedselbank, voor de kinderen in ieder geval weer wat te eten. Nu eerst nog even de broek van Jonas dichtnaaien. Dat hij nu net in een onbezonnen bui over het schoolhek moest klimmen. Hij huilde niet omdat hij zich pijn had gedaan. Nee, hij voelde zich schuldig, om met die scheur in zijn broek thuis te komen. Het joch is nog maar elf jaar. Toch begrijpt hij dat Mina het moeilijk heeft om te zorgen dat in het gezinnetje de boel redelijk op orde is.
Het is bijna één uur. Ze zet de radio aan. Nog net hoort ze de laatste tonen van het Wilhelmus. De rustige manier waarop de koning het verhaal doet, spreekt haar wel aan. Het voelt vertrouwd. Gespannen luistert ze naar zijn boodschap. Het gaat over terrorisme, over hulp aan die arme mensen op Sint Maarten. Ook wordt er iets gezegd over het einde van de crisis: mensen gaan erop vooruit. Ze kan het niet helpen, maar nu voelt het meteen al minder vertrouwd. Een paar tientjes per maand? En dat terwijl ze al jaren veel meer dan een paar tientjes elke maand tekortkomt? Haar kapotte leunstoel en dat er nodig een nieuw behangetje moet komen, dat deert haar niet meer. Maar dat Gloria nog steeds geen nieuwe schoenen heeft en dat Barendje al twee weken naar school moet lopen, omdat er geen geld is om de fietsenmaker te betalen, daar kan ze niet van slapen.
Na die mooie laatste zin van de koning – ‘Je mag weten dat velen je wijsheid toewensen en met mij om kracht en G’ds zegen voor jou bidden’ – draait zij de knop van de radio om en zucht. Weer een jaar van beloftes uit Den Haag.
De volgende dag, op weg naar de mevrouw van de schuldhulpverlening, pakt ze op het metrostation een gratis krant van de stapel. Op de voorpagina staan de zeven dames. Wat zien ze er prachtig uit. Mina gunt de volksvertegenwoordigers van harte hun mooie hoedjes en hun fraaie jurkjes. Ze werken er vast hard genoeg voor. Alleen, dit zijn de dames die zij haar stem heeft gegeven. In goed vertrouwen. Zij wil er graag van uitgaan dat zij haar in Den Haag vertegenwoordigen. Misschien komen er een paar tientjes per maand bij. Misschien. Maar ook dan moet ze nog steeds naar de voedselbank en heeft Gloria nog steeds geen nieuwe schoenen.
lichtstraaltje
Prinsjesdag betekent voor de een de feestelijkheid rondom het Binnenhof. Voor de ander is het niet meer dan wat hoop, dat er heel misschien een heel dun lichtstraaltje verschijnt aan het eind van de tunnel, terwijl daarmee de dagelijkse zorgen geenszins voorbij zijn.
Onze volksvertegenwoordigers mogen best genieten van hun Prinsjesdag. Maar wat minder uitbundig, wat meer met het hoofd en het hart bij hen voor wie de troonrede geen soelaas biedt, zou hen sieren. Uit respect voor die kiezers volgend jaar dus maar geen hoedjesparade en selfies op de voorpagina. Tenzij Mina en al die overige 135.000 medelanders na jaren niet meer langs de voedselbank hoeven.