Direct naar artikelinhoud

Turkije bombardeert door VS gesteunde Koerden in Noord-Syrië, toch lijkt Erdogan steun te krijgen

Het Turkse leger bombardeert sinds afgelopen weekeinde Afrin, een Koerdische enclave in Syrië. Het Turkse militaire offensief, 'operatie Olijftak' genaamd, lijkt op verrassende steun te kunnen rekenen van de Amerikanen.

21 januari 2018: het Turkse leger nadert de Syrische grens. Volgens Turkse en Koerdische defensiekanalen zou ook sprake zijn van een grondoffensief.Beeld AFP

Afrin is een geïsoleerde Koerdische enclave in het uiterste noordoosten van Syrië, aan de grens met Turkije. Na een week van dreigementen begon Turkije hier zaterdag met luchtbombardementen om de Koerden te verdrijven uit een 30 kilometer brede 'veiligheidszone' langs de Turkse grens.

Volgens Turkse en Koerdische defensiekanalen zou ook sprake zijn van een grondoffensief. Volgens het Syrische Observatorium voor de Mensenrechten zijn inmiddels zeven burgerdoden gevallen. Deze berichten zijn oncontroleerbaar, want Afrin zit op slot voor onafhankelijke waarnemers.

Twee petten

Hoe onduidelijk de militaire situatie ter plaatse ook is, dit staat vast: met operatie Olijftak zijn de internationale verhoudingen in de Syrische burgeroorlog nog ingewikkelder geworden dan ze al waren. Maandag zal op verzoek van Frankrijk de VN-veiligheidsraad bijeenkomen om de situatie te bespreken.

Het Turkse offensief is gericht tegen de Koerdische militie YPG, die Afrin en de omliggende dorpen controleert. De Turkse president Erdogan ziet de YPG als een bedreiging voor Turkije. Opvallend genoeg bleek de Amerikaanse minister van Defensie, Jim Mattis, het daarmee zondag eens. 'Turkije heeft gerechtvaardigde zorgen over veiligheid', zei Mattis aan boord van een militair vliegtuig tegen een verslaggever van persbureau Reuters.

De VS draagt in Syrië twee petten: ze zijn in Noord-Syrië beschermheer van de Koerden, die daar IS wisten te verdrijven. Maar de VS werkt tegelijkertijd nauw samen met de Turken. Net als de Koerden zijn zij namelijk een partner in de internationale coalitie tegen IS.

Erdogan ziet de YPG als een bedreiging voor Turkije
Met operatie Olijftak zijn de internationale verhoudingen in de Syrische burgeroorlog nog ingewikkelder geworden

Grensbewaking

Waar de VS de afgelopen weken even de kant leek te kiezen van de Koerden, buigt Mattis nu juist meer naar Turkije toe. Het offensief in Afrin is volgens de Amerikaanse defensieminister naar behoren door Erdogan aangekondigd en zal spoedig tot een ontknoping komen. 'We werken aan hoe het nu verder moet. We komen eruit.'

Turkije begon te dreigen met een offensief in Afrin nadat de VS eerder deze maand aankondigde 30 duizend Koerden te willen opleiden voor een speciale grensbewakingsdienst langs de grens met Turkije. Deze grensbewaking zou overigens niet actief worden bij Afrin, maar in een ander deel van de Koerdische regio, honderden kilometers verderop. Turkije ziet dit Amerikaanse voorstel als het steunen van terrorisme.

De VS hebben uitdrukkelijk toestemming gegeven voor het Afrin-offensief, stelde de regering van de Syrische president Bashar al-Assad zondag in een persverklaring. Assad noemt de Koerdische militiesoldaten 'huurlingen' en keurt hun aanspraken op een onafhankelijke regio af.

We werken aan hoe het nu verder moet
Jim Mattis, Amerikaanse minister van Defensie
Assad mag de Koerden dan als vijand zien, maar de Turken gelden blijkbaar als een nog grotere vijand

Vrije Syrische Leger

Maar terwijl de eerste Turkse bommen op Afrin vielen, kwamen er ook berichten binnen dat ditzelfde Assad-regime militaire konvooien van de Koerden doorlaat naar Afrin. Dit bericht werd bevestigd door Al Masdar, een pro-regimewebsite die doorgaans de communicatielijn van Damascus volgt. Assad mag de Koerden dan als vijand zien, maar de Turken gelden blijkbaar als een nog grotere vijand. In 2016 trokken de Turken ook al Syrie binnen, in de regio ten oosten van Afrin.

Volgens het Arabische tv-station Al Jazeera heeft Turkije de afgelopen weken in stilte strijders naar Syrië gebracht die vechten onder de vlag van de FSA, het Vrije Syrische Leger. Deze rebellengroep vocht eerder tegen Assad en is jarenlang militair door het Westen gesteund. Volgens een lokale FSA-commandant zijn inmiddels 25 duizend FSA-strijders in Afrin actief - een aantal dat niet te controleren is. Zij zouden dorpen met een Arabische bevolking willen 'bevrijden' van de Koerden.