© Joren De Weerdt

Zelf schoenen maken, daar is werk aan

Ze combineert leder, hout en epoxy tot bijzondere schoenen en unieke handtassen. Gewoon thuis, in Merksplas. Nog even, want dan verkast Loes Van de paer naar Berchem. Naar een kersverse job en een nieuwe woonst. En met een stellig voornemen: haar creatieve kant laten groeien en bloeien.

Chris Segers

Ze ging als kind al naar de kunstacademie, net als haar broer en zus. “Maar creatief bezig zijn, bleef louter een hobby”, zegt Loes Van de paer (27). “Want ook in het secundair onderwijs koos ik voor een algemeen vormende richting. Gevolgd door studies verpleegkunde en een job bij het Wit-Gele Kruis. Zekerheid was belangrijk, vond ik. En moeilijk te rijmen met een job in de artistieke sector. Met dat creatieve kantje van me zou ik later wel iets gaan doen.”

© Joren De Weerdt

Toch kriebelde dat creatieve harder dan ze verwachtte. En ‘later’ kwam uiteindelijk veel vroeger. Twee jaar geleden, om precies te zijn. Op een oude groene fiets, nota bene.

Schoendesign

De antieke fiets waarmee het allemaal begon, staat een beetje te verkommeren in de garage. Loes kocht de tweewieler op een rommelmarkt en gaf hem een nieuw leven. Bollen doet het ding vandaag niet meer wegens kapotte wielen en platte banden. En volgens Loes zijn er nergens nog wisselstukken te vinden. Spijtig, want charmant is het vehikel wel. Het duurt even voor hij in de juiste pose staat voor onze fotograaf. En de gure wind werkt eerder tegen dan mee. Hoe zat het ook alweer?

© Joren De Weerdt

“Ik had thuis een beetje leer liggen”, vertelt Loes. “Leer heeft me altijd aangesproken als werkmateriaal, het is natuurlijk, functioneel en mooi tegelijk. Voor de fiets heb ik nieuwe lederen spatlappen, wiel­beschermers en riempjes gemaakt. Best leuk om te doen, maar toch niet uitdagend genoeg. Schoenen, dacht ik, die zijn niet zo evident om zelf te maken. Dat wil ik ook kunnen.”

Een plaats vinden waar je dat kan leren, lag evenmin voor de hand. Bovendien wilde Loes de cursus graag combineren met haar job. En dus werd het de opleiding ‘Designer van schoenen en handtassen’ aan Syntra West in Roeselare. Een semivoltijds jaarprogramma van drie dagen per week. “Ik ging vooral voor de schoenen, want handtassen maken, kan je volgens mij jezelf aanleren. Je vindt er heel wat informatie over. Schoenen maken is veel complexer, ook qua materialen. Als niemand je echt toont en zegt hoe het moet, lukt het niet.”

Loes pendelde een jaar lang tussen Merksplas en Roeselare. “Op woensdag, donderdag en vrijdag volgde ik de lessen en bleef ik ginder. Op de andere dagen werkte ik als thuisverpleegster voor het Wit-Gele Kruis. Na een jaar opleiding heb je een goede basis als schoendesigner. Ervaring en bedrevenheid krijg je pas door veel zelf te oefenen. Bij mij duurt het ook nog lang, hoor. Ik ben nog niet zo geroutineerd in patronen maken en uitwerken. Het is vaak nog zoeken hoe ik het best tewerk ga. En alles kan je ook niet leren op school. Bovendien experimenteer ik graag (lacht).”

Hout en mos

Loes herinnert zich een tafelblad waarin een stuk grof hout verwerkt was. Dat bleek in epoxy gegoten. “Die techniek wilde ik graag gebruiken voor mijn eindwerk”, zegt ze. “Een minicollectie van twee paar schoenen en drie handtassen. Als thema koos ik de documentaire Ashes and Snow van fotograaf en filmmaker Gregory Colbert. Hij focust daarin op de interactie tussen mens, dier en natuur. Die link wilde ik tonen door hout en mos te bedekken met epoxy. Het contrast van die mate­rialen vond ik wel mooi. De epoxy verwerkte ik in de hakken van mijn schoenen en in het onderstel van een grote handtas. Maar het duurde wel even voor ik de juiste techniek beet had. En helemaal perfect is hij nog steeds niet (lacht). Eerst liep de epoxyhars uit de mallen en ook het hout bleef drijven. Je moet bovendien opletten dat er geen luchtbelletjes in opborrelen. Het blijft een beetje zoeken en uitproberen. Maar epoxy is slijtvast, stevig en laat zich makkelijk bewerken als het uitgehard is. Je kan het ook in verschillende vormen gieten. Het enige nadeel is dat het een vrij zwaar mate­riaal is om te gebruiken. En handgemaakte schoenen wegen op zich al meer dan andere omdat er verschillende lagen en materialen in verwerkt zijn.”

© Joren De Weerdt

De ontwerpster combineert de epoxy met zwart leder. Een ideale match, vindt ze zelf. “Ik ben heel erg voor zwart. Dat zie je wel aan mij, niet? Maar voor mijn broer maakte ik schoenen in bruin leder, zonder epoxy. En voor de kindjes van mijn zus boekentasjes in vrolijke kleurtjes. Stel dat iemand mij vraagt of ik een creatie in een hele felle kleur wil maken, dan zal ik dat ook doen. Al denk ik dat die kans vrij klein is, gezien mijn specifieke stijl.”

Leest

Over een eigen schoenenlijn heeft Loes al nagedacht, geeft ze toe. “Maar praktisch gezien is het nog wat te vroeg. Ik vind dat ik eerst nog wat moet groeien, mijn stijl verder uitdiepen en handiger worden zodat het allemaal wat sneller vooruitgaat. Maar ooit komt het er wel van. Wie weet kan ik in de toekomst van mijn hobby een bijberoep maken. Het plan is er al”, glimlacht ze. “Al wil ik mij niet alleen toespitsen op schoenen en handtassen. Andere creaties in leder zie ik ook wel zitten.”

© Joren De Weerdt

Op de werktafel liggen tekeningen, houten leesten, lichtbruin leder en een schoen in wording. Een opdracht voor een bruidje, zo blijkt. En de perfecte gelegenheid om ons te tonen hoe maatwerk in zijn werk gaat. “Je kan kiezen voor een bestaande standaardmaat of voor echt op maat gemaakte schoenen”, klinkt het. “In het laatste geval meet ik je voeten op en laat ik leesten maken. Leesten maken is een ambacht op zich, dat zat niet in ons lessenpakket. Ik bestel ze in een leesten­fabriek in Duitsland. Meestal zijn ze een beetje te groot, dus moet ik ze zelf nog inkorten. Een delicaat en precies werkje, want de leest moet zijn vorm behouden. Een leest kan ik opnieuw gebruiken om voor dezelfde persoon een ander paar schoenen te maken. En ik kan zelfs wat spelen met het model door de punt te veranderen of de hakhoogte een beetje aan te passen.”

Eens de passchoen gemaakt en het patroon getekend is, kan de eigenlijke vormgeving beginnen. Daar komen heel wat onderdelen en lagen aan te pas. Voering, versteviging en bovenleder voor de bovenkant bijvoorbeeld. Het onderwerk zit al even complex en ingenieus in elkaar. Tot zover de technische kant van het verhaal. En dan hebben we het nog niet gehad over nagelen, snijden, stikken, lijmen, frezen, schuren en afwerken. Daar komt zowaar een heus machinepark bij kijken. Loes doet alles zelf, maar hoeveel tijd kruipt daar nu in? “De bruid trouwt pas in oktober”, grinnikt ze. “Dus ik heb nog tijd genoeg. De voorbereidingen niet meegerekend, schat ik dat ik ongeveer een week of vijf, zes nodig heb. Voor het uitharden van de epoxy voor de hak ben ik afhankelijk van het weer, dat is het enige wat ik zelf niet in de hand heb.”

Visitekaartje

Wat kost een paar op maat gemaakte ‘Loes Van de paer’, willen we graag weten. “Dat start vanaf 500 euro”, schat ik. “Een leest kost al minstens 75 euro en daar komen het materiaal en de werkuren nog bij. Het leder haal ik voornamelijk in Nederland. Daar heb ik een paar vaste adressen voor natuurlijk gelooid leder. Dat is meestal zwart of bruin van kleur. De kwaliteit van het leer weerspiegelt zich ook in de prijs, dat ligt voor de hand. Een toplaag is gladder en duurder dan splitleer, bijvoorbeeld. En zo’n toplaag zal ook veel mooier verouderen.”

Voor haar schoenen moet Loes na de verhuizing telkens afzakken naar Merksplas. Want de grote frees- en schuurmachines passen niet in het appartement in Berchem. De rest van de uitrusting verkast wel mee. En de ontwerpster kijkt al uit naar een vaste ontwerp-dag. “Ik verhuis omdat ik een nieuwe baan heb. Ik ruil de thuisverpleging in voor een job op de afdeling mond-, kaak- en ­aangezichtschirurgie in AZ Monica. Daar wisselen lange werkdagen af met vrije dagen. Ideaal om me dan helemaal op mijn schoenen te storten”, klinkt het.

© Joren De Weerdt

“Als ik niets anders te doen heb, ben ik eigenlijk altijd in de weer met leer. En wat ik uiteindelijk fabriceer, ziet er meestal helemaal anders dan wat ik bij aanvang in gedachten had. Het idee waarvan ik vertrek, verandert gaandeweg. Dus na afloop komt mijn oorspronkelijke ontwerp niet meer overeen met het eindresultaat. Mooie schoenen en handtassen zorgen ook voor inspiratie. Dan probeer ik te achterhalen hoe ze ineen­zitten. Maar zelf schoenen kopen, is een marteling. Dan denk ik alleen maar ‘ai-ai, hoe zijn die gemaakt’ (lacht). En mijn eigen schoenen dragen, kan ik ook nog niet. Nochtans zijn ze op mijn leest geschoeid en passen ze perfect. Ik maak er een beetje zonde van. Voorlopig wil ik er alleen naar kijken.”

En schoenen als visitekaartje? “Ik weet het”, zucht Loes. “Maar dan moet ik eerst voor mezelf een paar maken dat perfect voldoet aan mijn eisen. Misschien ben ik gewoon te perfectionistisch. Of onzeker, dat kan ook.”

Dit artikel komt uit CittA
LEES MEER IN CITTA KEMPEN

Meer info: www.loesvandepaer.com