Direct naar artikelinhoud
AnalyseThe Passion

Hoe The Passion het geloof terugbrengt naar de massa

Hoe The Passion het geloof terugbrengt naar de massa
Beeld Annabel Miedema

De kerk kan niet langer volstaan met haar standaardrepertoire van gezang en vieringen op de zondagochtend. De stand-uppredikant komt bij u thuis – met verhalen die ook over Frenkie de Jong kunnen gaan.

Donderdagavond, tegen tienen, zal programmamaker Leo Fijen (63) opnieuw getuige zijn van een wonder dat zich sinds 2011 elke Witte Donderdag in het ontkerstende Nederland voltrekt: er verschijnt een verlicht kruis op televisie. ‘Het is wel tien minuten achter elkaar te zien, en verder gebeurt er niet zoveel. Een vrij saai beeld, maar toch neemt het aantal kijkers toe naarmate het kruis dichterbij komt. Dat vind ik fascinerend. Wat er verder in dit land ook over de kerk en het christelijk geloof wordt gezegd: het kruis stoot kennelijk niet af. Sterker: het verbindt mensen. Dat betekent wel iets voor mijn gelovig hart.’

Fijen, hoofdredacteur levensbeschouwing van KRO-NCRV, is al vanaf den beginne bij The Passion betrokken – in eerste instantie als hoofd van de rooms-katholieke omroep RKK. Een voor de hand liggend idee was het niet om, in navolging van de BBC, het lijdensverhaal van Christus te vertellen voor mensen die de kerk massaal de rug hebben toegekeerd. Toch oogstten Fijen, Arjan Lock van de EO en mediaproducent Jacco Doornbos er in eigen kring veel bijval mee, en leek het seculiere Hilversum de christenen hun project van harte te gunnen.

Leo Fijen (63), hoofdredacteur levensbeschouwing van KRO-NCRV.

Netmanager Roek Lips – ‘ik wil zijn naam graag genoemd zien’ – maakte er ruimte voor vrij op Nederland 3. En DWDD besteedde er welwillende aandacht aan. Alleen de protestants-christelijke mannenbroeders in Gouda, waar de eerste Passion werd uitgezonden, kondigden protest aan tegen de gevreesde vulgarisering van het lijdensverhaal. ‘Arjan Lock en ik hebben geprobeerd hun bezwaren weg te nemen. We zeiden: geef ons de ruimte om te laten zien dat dit op een integere manier kan. Die ruimte hebben ze ons gegeven, en daar ben ik hun nog steeds dankbaar voor.’ Naar de eerste Passion, niet bezoedeld door protesten en broedertwisten, keken op 21 april 2011 bijna een miljoen mensen – meer dan die avond naar DWDD.

Herkenbaar

De vraag blijft natuurlijk: wordt The Passion door al die mensen zo gewaardeerd vanwege het spektakel en de stoet van zingende BN’ers die langstrekt, of geven de mooie kijkcijfers – vorig jaar keken 3,2 miljoen mensen – wel degelijk uitdrukking aan een brede ontvankelijkheid voor de Paasgedachte? Fijen is overtuigd van het laatste. ‘Al die mensen herkennen veel van zichzelf en van hun eigen leven in The Passion. Want het gaat om verraad, om zwakte en om de dood waarvan we hopen dat hij niet het laatste woord heeft. En het gaat om de paradox van de Stille Week voor Pasen: dat Christus ons het meest geeft als hij kansloos aan het kruis hangt.’

Voor de spelers is het geen abstract thema, weet Fijen. ‘Bij Danny de Munk, die in 2012 Jezus vertolkte, stonden de tranen in de ogen omdat hij dacht: dit ben ík.’ En voor de toeschouwers is de Paasgedachte vermoedelijk evenmin abstract. ‘Zij denken aan hun overleden vader en moeder, en misschien ook wel over hun eigen levenswandel. En dat doen zij met duizenden mensen om zich heen. Zij maken deel uit van een groter verband. Dat gemeenschapsgevoel werd deze week ook vertolkt door de gelovigen die zich verzamelden rondom de brandende en smeulende Notre-Dame.’

De kerk kan met haar confessionele diensten en vieringen niet meer in die behoefte voorzien. Fijen, een trouw katholiek, heeft dat zelf ondervonden. De parochie waarmee hij zich verbonden voelde, is na en reeks fusies opgegaan in een mega-parochie die zich uitstrekt van Maartensdijk (bij Utrecht) tot Amersfoort. Gelovigen zijn in dat proces hun kerk kwijtgeraakt en geloofsgemeenschappen zijn gedesintegreerd. Misschien zijn deze ingrepen onvermijdelijk. Maar ze tonen voor de kerk ook de noodzaak om, aldus Fijen, ‘op een andere manier present te zijn in de samenleving.’

Het oude Passiespel wordt weer gespeeld in Hertme, Overijssel.Beeld Marcel van den Bergh

Mini-Passions

Het succes van The Passion laat zien dat dit kan, en op meerdere plaatsen in het land worden deze dagen ‘mini-Passions’ uitgevoerd waarbij de hele gemeenschap – inclusief niet-gelovigen en twijfelaars – is betrokken. In Hertme, Overijssel, is het oude Passiespel gereanimeerd: het hele dorp doet eraan mee. Volendam heeft sinds kort weer een kruisweg – de nabootsing van de weg die Christus naar het kruis heeft afgelegd – met veertien staties (halteplaatsen). ‘In Sneek hebben ze hetzelfde gedaan: bij de Weduwe Joustra tref je de tweede statie aan, en bij boekhandel Van der Velde de vierde statie, de wenende Maria. Ik vind dat onvoorstelbaar in deze seculiere tijd. De kruisweg is nota bene geopend door een burgemeester die zegt niet te geloven, maar die zo’n initiatief ziet als een welkome bijdrage aan de gemeenschapszin.’

Dat de kerk niet meer kan volstaan met haar standaardrepertoire is ook de opvatting van de Amsterdamse stadspredikant Tim Vreugdenhil (43). Hij had het preken weliswaar ‘goed in de vingers’, maar besefte ook dat hij met een ‘statische dienst op de zondagochtend’ niet meer mensen zou bereiken dan een kleine schare toegewijde kerkgangers. Dat besef leidde er in zijn geval toe dat hij op wisselende plaatsen en tijdstippen levensbeschouwelijke thema’s met belangstellenden bespreekt, en dat de Bijbel voor hem niet het uitgangspunt is, maar onderdeel van een soort causerie waarin ook de actualiteit en (profane) literatuur ter sprake komen. ‘Ik verzamel verhalen waar ik een rode draad doorheen vlecht. Mijn werkwijze lijkt dus wat op die van de conferencier.’ Vandaar dat hij zichzelf als ‘stand-uppredikant’ afficheert.

Tim Vreugdenhil (43), Amsterdamse stadspredikant.

Bij zijn optredens in de Stille Week voor Pasen gaat hij ‘dus niet uitleggen waarom Jezus is gestorven’. ‘Ik draai het om. Ik zeg: ik zet de christelijke interpretatie niet op de voorgrond. Ik verzamel verhalen uit het dagelijks leven over angst en moed. Over mensen die zichzelf overstijgen, van Frenkie de Jong tot pater Frans van der Lugt. Daar kan ik het verhaal over Jezus in de tuin van Gethsemane mee verbinden, het verhaal van Jezus die opeens worstelt met het lot dat hem eerder geen angst inboezemde. Je kunt het lijdensverhaal ook klein maken. Het hoeft niet altijd over God te gaan. Het primaat ligt bij wat mensen meemaken.’

Relevant

Worden God en de Bijbel daarmee niet teruggebracht tot voetnoten bij een verhaal over gewone stervelingen? Geenszins, zegt Vreugdenhil. ‘Ik begin in mijn verhalen weliswaar niet met de Bijbel, ik maak er ook geen geheim van dat ik de Bijbel goed ken en dat ik ook echt gelóóf. Als Jezus opstaat uit de dood, is dat voor mij niet iets overdrachtelijks of een vondst van een verhalenverteller die verlegen zat om een happy end. Nee, voor mij is die opstanding iets heel reëels.’ De Bijbel kan de mensen beter wapenen tegen de verbijstering die de dood bij hen teweegbrengt. ‘Ze hebben vaak heel weinig tekst als het om de dood van een dierbare gaat. ‘We moeten door’, hoor je vaak. Dat lijkt mij, met permissie, een weinig troostrijke gedachte.’

Voor de sceptici, al die ‘aardige mensen die de indruk wekken heel goed zonder God te kunnen’, kan het verhaal van lijden en opstanding wel degelijk relevant zijn, denkt Vreugdenhil. ‘Met Pasen gaat het ook om nieuw leven. Om het voorjaar. De kern van de Paasboodschap is dat je niet bang hoeft te zijn. Dat de dood niet het einde der dingen hoeft te zijn. Als ik daar íets van kan overbrengen, ben ik tevreden. Het beste compliment dat ik in een seculiere omgeving als deze kan krijgen, is: ‘Het is zó mooi, ik zou het bijna geloven.’ Of: ‘Ik zou willen dat het waar was.’ Dan heb ik mijn werk qua verbeelding gedaan.’

The Passion wordt donderdag vanaf 20.30uur live op NPO1 uitgezonden vanuit Dordrecht.