© Jan Van der Perre

Bekende Antwerpenaars over hun favoriete literaire citaat op de stoeptegels van Linkeroever

Wie vaak rondwandelt op Linkeroever, moet het ongetwijfeld zijn opgevallen. Op 64 plekken sieren bijzondere stoeptegels het straatbeeld. Op elke tegel staat een citaat dat naar een schrijver of romanpersonage verwijst. Het project is vijftien jaar geleden opgestart door oud-journalist Hugo De Ridder die afgelopen weekend is overleden, maar die CittA onlangs nog sprak over zijn project.

Janine Meijer

Het stratenplan van Linkeroever bekijken, is als rondneuzen in een rek vol roemruchte boeken. De grote verkeersassen zijn bij de aanleg van de wijk in 1933 vernoemd naar literaire personages zoals Blancefloer, Beatrijs, Halewijn, Gloriant en Esmoreit. Ook de andere straten die er in de naoorlogse periode bijkwamen, hebben veelal een literaire connotatie. Denk aan het Thomas Morusplein, de Victor Hugostraat of de Emile Verhaerenlaan. Dat alles is te danken aan de voormalige burgemeesters Camille Huysmans en Lode Craeybeckx die literaire fans en fervente boekenlezers waren. De traditie wordt tot op vandaag voortgezet. Ook nieuwe straten op Linkeroever krijgen de naam van een schrijver of romanpersonage.

© Jan Van der Perre

Toen Hugo De Ridder in 1994 op Linkeroever kwam wonen, verklaarden velen hem voor gek. Wat ging hij zoeken in dat desolate deel van Antwerpen? “Veel mensen weten niet dat je hier prachtige natuurwandelingen kan maken en dat er behalve hoge woonblokken ook gezellige groene buurten zijn”, vertelt de 86-jarige oud-journalist in zijn appartement langs de Blancefloerlaan.

De mooie straatnamen konden Hugo meteen bekoren. Alleen viel hem op dat bijna geen enkele inwoner van Linkeroever wist waar die bijzondere namen naar verwezen. “In 2003 overtuigde ik een werkgroep van het Actiecomité Linkeroever ALO om iets te doen aan dat gebrek aan kennis. Al snel ontstond het idee om citaten van de specifieke auteur waar een straat naar werd vernoemd, te verwerken in een stoeptegel. Het zou de voorbijganger kunnen verleiden om het boek te lezen, te herlezen of misschien wel zelf de pen ter hand te nemen.”

Deel van identiteit

Het was niet altijd makkelijk om het project te financieren. Maar Hugo gaf niet op en bleef zich samen met andere bewoners van Linkeroever jarenlang voor het project inzetten. Ruim vijftien jaar later sieren 64 stoeptegels het straatbeeld van Linkeroever. “Ik heb meer dan één steen verlegd op Linkeroever.”

“De straatnaam is eigenlijk een deel van je identiteit”, vindt Hugo. “Levensfasen en herinneringen zijn dikwijls verbonden met de straatnaam. Toen woonde ik in die straat en daarna verhuisde ik naar die laan. Aan straatnamen kan je vaak de aard van een buurt afleiden.”

Het project heeft heel wat weerklank gekregen. “Bewoners van Linkeroever zijn trots op hun tegels. Ik weet niet of het ze tot meer lezen heeft aangezet, maar de tegels worden heel goed onderhouden. Ook de wandelingen langs de tegels zijn populair”, weet Hugo.

Vorig jaar bracht de oud-journalist een brochure uit over het project. Het idee werd opgepikt door het districtsbestuur en dat maakte er nu een publicatie van. In het boek Citaat op Straat zijn de verhalen van vijftig bekende Antwerpenaars gebundeld naar aanleiding van een citaat op een stoeptegel. Deze verhalen zijn onderverdeeld in vijf literaire wandelingen. Bovendien krijgen lezers tips over leuke activiteiten en restaurants op Linkeroever. “We vonden het een geweldig project dat Linkeroever op een positieve manier op de kaart zet”, vertelt Anne Brijs, projectcoördinator van het district Antwerpen. “Door ook Antwerpenaars uit andere delen van de stad iets over de citaten te laten vertellen, hebben we het project onder de aandacht van een breder publiek gebracht. Het zou mooi zijn als dat leidt tot meer waardering voor dit bijzondere deel van de stad.”

GVA-hoofdredacteur Kris Vanmarsenille koos citaat van August Vermeylen: “Ik verwacht alles van het open debat”

© Jonathan Ramael

“Linkeroever, ik woon er niet, maar ik werk er wel. Al meer dan 25 jaar. En al meer dan veertig jaar is het de vaste stek van Gazet van Antwerpen. Linkeroever is zo een beetje mijn tweede thuis. Tien jaar geleden kreeg ik na een rugoperatie de raad om elke ochtend een eindje te stappen. Jarenlang heb ik dat gedaan: langs het Galgenweel, langs de Schelde, op Sint-Anneke, op de Middenvijver of door de straten van de rustige wijken met hun mooie straatnamen. Veel personages ken ik, veel auteurs heb ik gelezen of ben ik op zijn minst tegengekomen in de cursussen tijdens mijn opleiding Nederlands. Uiteraard ben ik blij en trots dat ik voor dit boek een bijdrage mag leveren. En nog blijer ben ik met het citaat van August Vermeylen dat ik heb mogen kiezen uit het rijke aanbod: ‘Ik verwacht alles van het open debat.’ Zelfs vele decennia nadat hij werd geschreven, past geen enkele zin beter bij deze stad en deze krant.”

De teksten van Slongs Dievanongs, Rudi Mannaerts en Jacques Vandermeiren hieronder komen integraal uit Citaat op Straat.

Rapster Slong Dievanongs koos een citaat van Lode Zielens: “Moeder, waarom leven wij?”

Wat heeft Slongs Dievanongs in hemelsnaam met Lode Zielens te maken? Ik begrijp dat u dat denkt, maar ik heb een diepere connectie met deze schrijver dan u zou vermoeden. Lode is namelijk, net als ik, geboren in het Sint-Andrieskwartier hier in Antwerpen. We keken naar dezelfde kerktoren, speelden in dezelfde straten en kregen onze hoestsiroop van dezelfde apotheker, weliswaar met 75 jaar verschil . De kleinzoon van de apotheker runt nu de zaak.”

“Deze zoon van het Sint-Andrieskwartier was geen politiek beest. Wel een empaat in de ware zin van het woord. Lode was een schrijver voor zijn volk. Als eenvoudige arbeiderszoon kende Lode de situatie in de sloppen en stegen van zijn wijk maar al te goed. Als gevoelsmens droomde hij van een betere wereld voor al die stakkers. En dat is precies de grote betekenis van Lode Zielens, dat hij zich vanuit een diep rechtvaardigheidsgevoel op zijn eigen manier het lot van velen heeft aangetrokken, in de hoop het tij te kunnen keren.”

© Jan Van der Perre

“Deze harde realiteit schuwde hij ook niet in zijn opus magnum Moeder, waarom leven wij?. Hij beschrijft daarin het leven van Netje. Netje groeit op in een triest arbeidersgezin aan de Antwerpse dokken. Haar moeder kwijnt weg van miserie, haar vader sterft op jonge leeftijd, en haar zus Mariëtte stapt in de prostitutie. Netjes man behandelt haar allerminst met respect en verlaat haar voor haar zus Mariëtte. Netjes leven lijkt een nieuwe wending te nemen wanneer ze een prille jeugdliefde opnieuw ontmoet: Karel, de man die goed geld verdient. Helaas blijkt Karel homo te zijn en dit vermorzelt haar laatste sprankeltje hoop. Netje sterft alleen, terwijl ze haar dweil uitwringt op haar werk als poetsvrouw.”

“Een aantal jaren geleden kreeg ik de vraag van coSta (Cultureel Ontmoetingscentrum Sint-Andries, red.) om aan de slag te gaan met het oeuvre van Lode Zielens en er een moderne twist aan te geven. Samen met Halve Neuro en producer Money P hebben we een ep uitgebracht die de naam Moeder Waarom Leven Wij draagt. Netje heeft haar eigen nummer gekregen, waarin ze terugblikt op haar leven. Naast het rechtstreekse eerbetoon aan Zielens’ woorden drukken we in andere nummers ook gewoon onze eigen stempel op zijn filosofieën en mijmeringen.”

“Neem ’t Leven Go Voêrt. Een nummer over hoe in Zielens’ tijd liefde haast een luxeprobleem was, terwijl ongewenste zwangerschappen schering en inslag waren. Maar het leven gaat voort. Behalve dan op café, toen maar ook nu nog de lijm van de maatschappij, want op café staat de tijd stil. Problemen verdrinken en zuurverdiende centjes verbrassen, terwijl er thuis een gezin achter lege borden zit te wachten, Dagelijkse Kost heet dat dan. Thuis staat er een sterke vrouw achter elke sterke man, maar ook achter elke zwakke man, achter elk ziek kind, achter elke onbetaalde rekening – in Veegda Tranen Af sust moeder de vrouw zichzelf. Alle miserie ten spijt is, was en zal Sint-Andries altijd een wijk van vechters zijn en in Nog Ni Te Laat sluiten we af met een positieve noot en inspireren we de kleine man om zich niet langer te schikken naar die rol van nietswaardig stukgoed van de elite – net zoals Zielens ons dat voordeed. Ik denk dat hij wel bemoedigend knipoogt van daarboven.”

Moderne pastoor Rudi Mannaerts koos een citaat van Lodovico Guicciardini: “In Antwerpen zijn talloze dingen te zien met lust en genoegen”

© Jan Van der Perre

“Met zijn Descrittione di tutti i Paesi Bassi ambieerde Lodovico Guicciardini in 1567 om alle steden in onze gewesten te beschrijven. Het is opvallend dat deze Florentijnse inwijkeling de meeste aandacht schenkt aan zijn nieuwe vaderstad Antwerpen. Hij zorgt zo voor de eerste uitvoerige beschrijving van de Scheldestad en vertolkt voor het eerst het fiere Gouden Eeuwgevoel van de Antwerpenaars. De blik van een nieuweling is nu eenmaal scherpzinniger om ‘talloze dingen met lust en genoegen te zien’.”

“Vierhonderd jaar later waren er de golden sixties met hun grenzeloos vooruitgangsgeloof. Ik zie het nog zo voor me: achterop de fiets bij papa hobbelend over de opgebroken dorpsstraat van het desolate Wilmarsdonk, als figuranten in een oorlogsfilm. Als zanger van het kathedraalkoor wandelde ik als tiener elke zondag nieuwsgierig rond in de straten waar geen toerist te bespeuren viel. Gewapend met de Gids voor Oud Antwerpen van de legendarische stadsgids George Van Cauwenbergh vergaapte ik me aan onopvallende, lustige details op huisgevels en binnenkoeren. Jawel, ook vlak boven de winkeletalages zijn er verrassend genoeg ‘talloze dingen te zien met lust en genoegen’!”

“Een wereld ging voor me open: de rijke geschiedenis van onze stad behoort niet enkel toe aan vorsten en generaals, maar vooral aan bekende en anonieme Antwerpenaars die hier hun ‘goede en kwade dagen’ sleten. De hunker om voeling te krijgen met de ziel van de stad, werd vaak brutaal geconfronteerd met de open wonden van een kortzichtige afbraakwoede. Helaas; eens weg, altijd weg…”

“In deze snelle tijden, waar ons zo veel aan de aandacht ontglipt, blijf ik graag stilstaan om met lust en genoegen te genieten van onverwachte schoonheid. Reeds bij aankomst in het Centraal Station van Antwerpen spot je een uniek zicht wanneer je op het laagste perron uitstapt en doorheen de traphal naar de stationshal opkijkt. Zo’n adembenemend perspectief– eigen aan een ‘spoorwegkathedraal’ – vind je nergens in de Lage Landen. Iets gelijkaardigs beleef je tijdens een wandeling langs de linker-Scheldeoever wanneer je oog in oog staat met ’t Stad aan de overkant van het water. In de ochtend haast verzwolgen door het tegenlicht van de opgaande zon achter zich, in de vroege avond warm rood uitslaand door de weerkaatsing van de zon die ondergaat op Linkeroever. Nog bekender is het feeërieke effect van ‘de lichtjes van de Schelde’ bij het vallen van de duisternis. Toegegeven, zonder de ‘ver-Blankenberg-ing’ van Antwerpen aan de kaaien had de lust en het genoegen nog groter kunnen zijn. Maar telkens als ik ‘het gelaat van Antwerpen’ aanschouw, voel ik me fier om er eeuwig mee verbonden te zijn.”

CEO Port of Antwerp Jacques Vandermeiren koos een citaat van Emile Verhaeren: “Schelde! Je bent het klaar gebaar naar zee van ons land dat dorst naar het oeverloze”

© Jan Van der Perre

“Meer dan een eeuw geleden beschreef de dichter uit Sint-Amands ‘zijn rivier’ in al haar facetten. Hij verpakte haar natuurpracht, haar geschiedenis en haar havensteden in fraaie frasen. Hij roemde de teelt op de vruchtbare oevers en de Vlaamse koopmansgeest. Het gedicht is niet minder dan een onomwonden liefdesverklaring van 181 regels aan de levensader die het kloppende hart van onze economie rechtstreeks verbindt met de rest van de wereld.”

“De voorbije honderd jaar is er op de oevers van de Schelde rondom Antwerpen veel veranderd. Emile Verhaeren zou het niet geloven, laat staan herkennen. Op de plek die voor de dichter het einde van de haven was, staat vandaag het Havenhuis. De meest zuidelijke toegangspoort tot het havengebied. Zowel op de rechter- als linkeroever maakte de teelt van gewassen plaats voor industriële ontwikkeling, logistieke operaties en havenactiviteiten. De schapen werden schepen.”

“Binnen deze welvaartsontwikkeling is er steeds één vaste waarde gebleven: de Schelde. Maar ook onze gekoesterde stroom onderging in de voorbije eeuw veranderingen, al situeren deze zich voornamelijk onder water. We groeven tunnels, legden kabels over de bodem en initieerden essentiële verdiepingswerken om de grootste zeeschepen ter wereld ongehinderd toegang te geven tot de maritieme voordeur van Europa.”

“Voor mij is dit citaat van Emile Verhaeren een oproep, een call to action, aan alle Antwerpenaars en aangelanden om samen te blijven waken over de rivier, haar kwaliteit en bevaarbaarheid. Het is immers de Schelde die in én voor onze stad alles mogelijk maakt. Ze zorgt voor 150.000 jobs, is een bron van inkomsten voor het stadsbestuur en brengt de broodnodige grondstoffen en goederen aan voor een comfortabel leven. Ze zorgt zelfs voor filevrij forensenverkeer. De Schelde die zo goed voor ons zorgt, verdient meer dan ooit dat we van haar houden om wie ze is: een grijze rivier die goudgeel schittert wanneer je de zon erin ziet schijnen.”

Citaat op Straat is te koop in de boekhandel, in de Stadswinkel en in bibliotheek Elsschot. Prijs: 17,95 euro.

Boekvoorstelling op 28 oktober om 12u op het Rode Podium van de Boekenbeurs.

© RR

Signeersessies:

28/10 13.30-15u: Els De Schepper en Bo Van Spilbeeck

3/11 11-12.30u: Jean Bosco Safari

10/11 13-14.30u: Sepideh Sedaghatnia, William Boeva en Axel Daeseleire

www.citaatopstraat.be