Helft Vlamingen woont in regio met te veel fijn stof

© BDW

Vlaanderen haalt de meeste Europese doelstellingen voor luchtkwaliteit, maar scoort ondermaats op het vlak van de impact op de gezondheid. Dat wordt door de - strengere - advieswaarden van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) bepaald.

mg

Dat is de conclusie van het nieuwe rapport over de luchtkwaliteit in Vlaanderen van de Vlaamse Milieumaatschappij. Vooral voor fijn stof en ozon zit Vlaanderen nog met een probleem, maar ook voor stikstofdioxide en zwaveldioxide halen we de WHO-normen niet.

Positieve noot

De Vlaamse Milieumaatschappij begint haar rapport voor 2016 met een positieve noot. Het ‘lokale, Vlaamse en Europese beleid van de afgelopen decennia heeft geleid tot een gestage verbetering van de luchtkwaliteit in Vlaanderen’. Enkel voor stikstofdioxide en zware metalen noteerde Vlaanderen vorig jaar op een aantal plaatsen een overschrijding van de Europese doelstellingen. Maar de gezondheidsimpact - die door de veel strengere normen van de Wereldgezondheidsorganisatie worden bepaald - vertellen een ander verhaal.

Gezondheidsimpact

Vooral voor fijn stof, ozon, stikstofdioxide en zwaveldioxide zit Vlaanderen met een probleem, klinkt het. Op heel wat plaatsen zijn de concentraties daarvan nog te hoog. Getoetst aan de Europese normen, zit Vlaanderen over de hele lijn goed wat de daggrenswaarde voor PM10 (partikeltjes kleiner dan 10 micrometer fijn stof) betreft.

Maar vergeleken met de veel strengere WHO-waarden, krijgen we een heel ander beeld: 45 procent van de Vlamingen woonde vorig jaar in een gebied met te veel overschrijdingsdagen fijn stof. Volgens Europa mogen er op jaarbasis 35 dagen zijn met hoge fijnstofconcentraties, de WHO adviseert maximaal 3 dagen. Voor de gezondheidsorganisatie bestaat er voor fijn stof geen veilige drempelwaarde: al vanaf de kleinste concentraties is er een nadelige impact op de longen, de levenskwaliteit en de levensduur.

Ook de planten hebben trouwens te lijden onder de vervuiling. Voor de ozonflux (een indicator die inschat hoeveel schade ozon aan een plant berokkent, red.) voor loofbossen was er vorig jaar overal in Vlaanderen een overschrijding van het kritieke niveau, wat ernstige schade betekent. Voor akkergewassen waren de waarden enkel aan de kust en in de polderstreek laag genoeg, blijkt uit het VMM-rapport.