recensieKlassieke muziek

Lahav Shani haalt de beredeneerdheid uit Bruckner

Lahav Shani.© Marco Borggreve

Structuur en vorm zijn belangrijk voor Bruckner. Dirigent Lahav Shani toont dat er ruimte is voor uitdrukkingskracht in de rigiditeit.

jc

ROTTERDAM PHILHARMONIC ORCHESTRA o.l.v. LAHAV SHANI

Bruckner Symphony No. 5

Warner Classics

Het jubileumjaar van Anton Bruckner is nog niet eens halfweg, maar stilaan begon deze recensent toch al genoeg te krijgen van de overdaad aan opnames van ’s mans werk. Dat was tot Lahav Shani en het Rotterdam Philharmonisch Orkest vorige week zijn Vijfde symfonie uitbrachten bij Warner Classics.

De dirigent maakt daarin komaf met de alomtegenwoordige beredeneerdheid die Bruckners oeuvre vaak typeert. De robuuste structuren die de componist ­optrekt, zijn voor Shani niet dwingend. Hij gebruikt – zeker in het fugatische vierde deel – de veelvuldige ­herhaling en variatie van de thema’s niet vanuit een drang naar vormpurisme, maar wel als bouwstenen voor zijn expressieve lezing. Met vinnige strijkers en ­geprononceerde houtblazers geeft hij deze muziek ­bovendien een welgemikte geut mozartiaanse flair mee. We weten dat Wolfgang Amadeus een voorbeeld was voor Bruckner, maar zelden wordt de knipoog zo openlijk uitgedeeld.