Zorg
De hervorming van de ziekenhuisfinanciering, waaraan al jarenlang wordt gesleuteld, wordt voortgezet. De ziekenhuizen krijgen een transparante basisfinanciering, meer op kwaliteit gericht dan op het aantal prestaties. Ook moet er meer samenwerking komen tussen de ziekenhuizen.
De vergoeding van de artsen wordt anders georganiseerd, zodat ze onder andere meer tijd hebben voor communicatie met patiënten.
De zorgberoepen moeten aantrekkelijker worden, zeker dat van verpleegkundige. Daarvoor moeten de arbeidsvoorwaarden verbeteren. In de opleiding wordt gewerkt aan een onkostenvergoeding tijdens de stage.
Voor de patiënten moet er een administratieve vereenvoudiging komen. Er zou ook meer op digitalisering worden ingezet.
Om het tekort aan (huis)artsen aan te pakken, verhoogt de regering de artsenquota.
Steeds meer zorgverstrekkers zijn niet-geconventioneerd, en volgen dus niet de tariefafspraken. Dat wil de regering tegengaan door die conventie interessanter te maken. Tegelijk wordt de 25 procent-regel afgeschaft, waarbij patiënten nu bijvoorbeeld bij een kinesist 25 procent minder terugbetaald krijgen omdat die niet is geconventioneerd.
De maximumfactuur wordt uitgebreid naar langdurig psychiatrische patiënten.
Mentale problemen moeten bespreekbaarder worden. Tegelijk wil de regering erover waken dat “we niet iedere vorm van mentaal onbehagen problematiseren, medicaliseren en therapeutiseren”.
Er moeten voldoende plaatsen komen in de kinderpsychiatrie, onder meer ook voor jonge delinquenten met een zware psychiatrische problematiek.
De regering zet in op rationeel geneesmiddelengebruik, onder meer door de producenten aan te moedigen kleinere verpakkingen te voorzien.
De overheid moet meer en kwalitatievere informatie aanbieden over gezondheid, zodat de bevolking daarvan beter op de hoogte is.
Er komt meer geld en ondersteuning voor palliatieve zorg, onder meer voor mensen met dementie.
Het doel is dat kinderen opgroeien in een rookvrije omgeving. Daarom wordt een strikt antitabakbeleid gevoerd, onder meer met een verbod op rookkamers in openbare instellingen.
De groeinorm in de gezondheidszorg blijft behouden, waardoor elk jaar bovenop de index extra wordt geïnvesteerd. De bedoeling is wel om dat geld “doelmatig” in te zetten, aan de hand van prioritaire gezondheidsdoelstellingen.
Het zorgsysteem moet efficiënter. Zo moeten de terugbetalingen beter afgestemd zijn op de meest actuele behandelingen, en worden dubbele of overbodige onderzoeken sneller opgespoord.
De anonimiteit van sperma- en eiceldonoren wordt afgeschaft. Voor vroegere donoren wordt gekeken naar een evenwichtige benadering tussen de kinderen, wensouders en donoren.
Het wordt mogelijk om discreet te bevallen, waarbij de gegevens van de moeder enkel via een onafhankelijke instantie worden bijgehouden.
De regering werkt aan een uitbreiding van euthanasie voor mensen met dementie, via de voorafgaande wilsverklaring. Dat zal op basis van wetenschappelijk onderzoek gebeuren.
Over de versoepeling van abortus is er geen concrete beslissing gemaakt. Er komt een maatschappelijk debat, met als basis het rapport van het expertencomité van twee jaar geleden. Daarin stond de aanbeveling om de termijn op te trekken van twaalf naar achttien weken. Tot nog toe hield CD&V dat tegen. In het regeerakkoord staat nu dat er consensus moet zijn tussen alle regeringspartijen.
Gezondheidszorg zit als bevoegdheid sterk versplinterd tussen het federale niveau en de deelstaten. Doorheen het regeerakkoord valt op dat er veel bruggen worden gelegd naar Vlaanderen en de andere deelstaten, onder meer over de opwaardering van verpleegkundigen en rond de geestelijke gezondheidszorg bij jongeren. Wanneer het gaat over de aanpak van verslavingen, is de omschrijving zelfs letterlijk dezelfde als in het Vlaams regeerakkoord: “Bij verslavingen wordt er veelal enkel gekeken naar drugs, tabak en alcohol, maar ook onder andere vapen, smartphone, medicatie, gamen en gokken brengen problemen met zich mee.”