© EPA-EFE

Assad haalt uit naar VS, Frankrijk, Koerden en Syrische “verraders”

De oorlog in Syrië zal pas gedaan zijn als de laatste terroristen zijn gedood, daarbij inbegrepen de door de VS gesteunde “verraders”. Dat heeft de Syrische president Bashar al-Assad maandag in Damascus gezegd na een ontmoeting met de Russische vicepremier Dmitri Rogozin. De Syrische leider beschuldigde ook andere Westerse landen, in het bijzonder Frankrijk, ervan, hun handen te baden “in Syrisch bloed”.

Door de focus die journalisten steeds leggen op Islamitische Staat (IS), worden andere door het Westen gesteunde terreurgroepen over het hoofd gezien. Dat geldt vooral voor het intussen herdoopte Jabhat al-Nusra, de Syrische tak van al-Qaida. Voorts zit Assad de Amerikaanse steun hoog aan de Syrische Democratische Krachten (SDF), een verbond tussen Koerden en enkele Arabische stammen. Die controleren intussen een kwart van het Syrische grondgebied en hebben die uitbreiding steeds gemotiveerd als een bevrijdingsstrijd tegen IS. Maar, aldus de Syrische president, wie samenwerkt met “een buitenlandse macht tegen hun eigen leger (...) zijn verraders”.

Vooral tegen Frankrijk, dat de Syrische regering ervan beschuldigde de vredesgesprekken in Genève te hebben tegengewerkt, haalde Assad uit. Dat land, de vroegere kolonisator, “is het speerpunt geweest van de steun aan terroristen in Syrië”. Als steunpilaar van de terreur in Syrië heeft Frankrijk “niet het recht om over vrede te praten”.

Assad verwelkomde, daarentegen, de rol die de VN willen spelen bij de voor 2020 geplande verkiezingen, “indien zij zich aan hun (neutrale) bemiddelingsrol houden”.

Aangeboden door onze partners

Hoofdpunten

Aangeboden door onze partners

MEER OVER