Direct naar artikelinhoud
Lezersbrieven

Brief uit Gent: "Niets wat mensen zo verenigt als een georganiseerde vraag over hoe verdeeld ze zijn"

Brief uit Gent: "Niets wat mensen zo verenigt als een georganiseerde vraag over hoe verdeeld ze zijn"
Beeld BELGAIMAGE

Veertien oktober 2018, zachte zondag. Vijfentwintig graden, volle terrassen. Niets wat mensen zo verenigt als een georganiseerde vraag over hoe verdeeld ze zijn. Die gedachte stemt me even vrolijk als de schuimkraag op mijn vers getapte pint. 

Op een groot scherm verneem ik dat Gent traditioneel de traagst tellende stad is en daar lijkt het hele café vrede mee te nemen. Groen, rood, geel of blauw? Het enige nieuws uit de Arteveldestad is lange tijd wit, de kleur van een verdacht poeder op twee stemformulieren. Boterkoekenbloemsuiker, gok ik.

Onze man ter plaatse vertelt dat de politie het hele gebouw heeft ontruimd. Dat stemt me gerust. Ik was vandaag zelf een halfuur plaatsvervangend bijzitter en de geur van bijzitterszweet is iets wat je niet snel vergeet, laat staan in combinatie met een verdacht wit poeder. Vals alarm, blijkt uiteindelijk. 

'Ach, denk ik, dat valt wel mee. Tot ik Mieke op het scherm hoor dromen van centrumrechts. Oranje-geel, dat lijkt me van de indian summer te veel'
Senne Guns

Zo gaat dat met verdachte witte poeders, zegt mijn toogbuur, pintje? Hij komt op voor de partij die later op de avond het meeste zetels lijkt te gaan winnen. Ik gun het hem, al was het niet mijn keuze. Geef toe, zegt hij glunderend, 't was eens tijd voor iets anders. 't Is waar, roept iemand, doe maar wijn vanaf nu, dat troost. Ach, denk ik, dat valt wel mee. Tot ik Mieke (Van Hecke) op het scherm hoor dromen van centrumrechts. Oranje-geel, dat lijkt me van de indian summer te veel. 

Gent is vandaag als de zachte zondagherfst. De hemel kleurt blauw, maar de bladeren zijn nog groen, zelfs al liggen er een paar rode op de grond. Met zo'n seizoen kan ik leven.