Direct naar artikelinhoud

In het nieuwe Stedelijk van Koolhaas kan zelfs een ongewone combinatie geslaagd zijn

Daar staat Rem Koolhaas, bij zijn ontwerp van de collectiepresentatie in het Stedelijk. Alleen, want partner Beatrix Ruf is weg.

Rem Koolhaas (rechts) met zijn mede-ontwerper Federico Martelli bij de maquette van de nieuwe collectiepresentatie in het Stedelijk Museum Amsterdam.Beeld Erik Smits

Het is een vreemde gewaarwording. Dat architect Rem Koolhaas nu in zijn eentje uitleg geeft over een project waarvoor hij met iemand anders verantwoordelijk was. Maar ja, die ander werkt hier niet meer. Vroegtijdig vertrokken met achterlating van veel vraagtekens.

Zonder directeur Beatrix Ruf oogt de toelichting van Koolhaas over de nieuwe collectiepresentatie in de kelderzaal van het Stedelijk Museum toch wat onwennig. Ruim een jaar geleden lichtten beiden hun plannen voor die opstelling nog toe met veel wederzijds instemmend geknik. Over wat het doel was, hoe design en kunst gemixt zouden worden, een kleine revolutie in de wereld van de moderne kunstmusea.

Maar Ruf vertrok twee maanden geleden na publicaties over vermeende belangenverstrengeling. 'Pijnlijk', vat Koolhaas zijn teleurstelling sober samen. 'Pijnlijk dat we ons partnerschap en het gezamenlijke initiatief niet samen kunnen presenteren.'

De verwachtingen over Stedelijk Base, zoals de nieuwe collectiepresentatie heet, waren het afgelopen jaar tot een toppunt gestegen. Dankzij de geheimzinnigheid rond het door Koolhaas ontwikkelde 'displaysysteem', dat meer tijd nam dan gepland en de helft duurder was dan de begrote miljoen euro.

Nu staat Rem Koolhaas (73) er dus in in zijn eentje. Gesoigneerd gekleed als immer: een zilvergrijze pantalon, kraagloze strakke donkere trui en sneakers die er van boven uitzien als chique gaatjesschoenen. De sterarchitect en stedebouwer, winnaar van de Pritzker Architecture Prize 2000 en met zijn bureau OMA verantwoordelijk voor, ja, voor wat eigenlijk niet. Van het gestapelde megagebouw De Rotterdam tot het internationale treinknooppunt in Lille; van het nadenken over de toekomst van metropolen als Lagos in Nigeria tot de bouw van het hoofdkwartier van de Chinese staatstelevisiemaatschappij in Beijing.

Beatrix Ruf vertrok twee maanden geleden na publicaties over vermeende belangenverstrengelingBeeld anp
Dat de herinrichting van het museum vertraging opliep, kwam door de moeilijkheid de dunne wanden van Tata Steel stabiel te maken

Gezien het eindresultaat in het Stedelijk verloochent Koolhaas zijn métier niet. Dwars door de zaal heen staan hoge, flinterdunne staalplaten waartegen de kunstwerken zijn opgehangen, als het staketsel van een lege stad. De immense kelderbak, zo'n 1.100 vierkante meter, is omgevormd tot een doolhof met pleintjes, straten en steegjes. Er kan een chronologische parcours worden gevolgd, maar dat hoeft niet.

Koolhaas oogt vermoeid, maar is tegelijk gretig uitleg te verschaffen. Dat de herinrichting van het museum vertraging opliep, kwam door de moeilijkheid de dunne wanden van Tata Steel stabiel te maken, zegt hij. 'Het was een complex proces te voldoen aan alle eisen die tegenwoordig worden gesteld. Een hele waslijst. Dat ze niet kunnen bewegen, dat ze tegen een stootje kunnen. Technisch een enorme opgave. En tegelijkertijd een noviteit. Net zoals alle platen met een laser op maat zijn gemaakt en in elkaar passen als een puzzel, zonder zichtbare schroeven.' Zijn mede-ontwerper Federico Martelli wijst een vrijwel onzichtbare naad aan.

Paniekaanval

Koolhaas was al eerder, als curator, verantwoordelijk voor de architectuurbiënnale van Venetië en ontwierp musea als Fondazione Prada in Milaan en de Garage in Moskou. Ook de 'zeer veeleisende' opdracht van het Stedelijk heeft de gebruikelijke paniekaanval aan het begin opgeleverd, bekent hij. 'Even kiezen op elkaar en niet zenuwachtig worden.' Natuurlijk kwam er een ontwerp. Maar hoe al deze kunstwerken, maar liefst 670 stuks, gemaakt over een periode van een eeuw, in meerdere disciplines, bijeen te brengen op staalplaten van verschillende afmetingen zonder dat het een chaos wordt?

Koolhaas beent naar een plek waar een lap textiel hangt, naast zeefdrukken van Andy Warhol en een paar plastic designschoenen, om aan te tonen dat zelfs een ongewone combinatie geslaagd kan zijn. Hoe schilderijen van Rothko, Pollock en De Kooning, zelfs op een kleine afstand van elkaar, tegen twee wanden die haaks op elkaar staan, zich als een 'open boek' laten aanzien. Of hoe de horizontale uitsparingen in een muziekinstallatie (de Phonosuper van Braun uit 1956), zich spiegelen in de lijntjes in een schilderij van Picasso. 'En ze zijn ook nog eens in hetzelfde jaar gemaakt.'

Hij roemt de samenwerking met de curatoren van het Stedelijk. 'We hebben de thematische benadering vermeden. Geen opdeling in onderwerpen als leven en dood, zomer en winter, zoals ze dat in Tate Modern in Londen hebben gedaan.' Volgens Koolhaas hoefde dat ook niet. 'De collectie is sterk genoeg.' Daarna, doelend op musea als Tate, het Parijse Centre Pompidou en het Museum of Modern Art (MoMA) in New York: 'Er zijn tegenwoordig zo veel musea die proberen te suggereren dat hun collectie beter is dan het Stedelijk, terwijl het eerder andersom is.'

Koolhaas dankt toch vooral de directeuren die voor deze onderscheidende collectie verantwoordelijk zijn geweest. Ook Ruf. 'Dit museum heeft een traditie van activisme en het vermijden van de heiligverklaring van kunstwerken. Dat was ook de instelling van Beatrix. Zij was buitengewoon enthousiast over de verzameling. Ik ben ervan overtuigd dat ze daarom hier directeur wilde worden. Ik was heel ongelukkig toen ze vertrok.'

Stedelijk Base, Stedelijk Museum Amsterdam, vanaf 16 december.

Koolhaas dankt toch vooral de directeuren die voor deze onderscheidende collectie verantwoordelijk zijn geweest