© Tom Palmaers

Vijf jaar na de sluiting van Ford Genk: dit is de balans

Dat er onheil in de lucht hing, dat hadden heel wat mensen bij Ford Genk en de toeleveranciers al een tijdje door. Maar dat op die 24ste oktober in 2012 het einde van de fabriek zou aangekondigd worden, dat had niemand verwacht. Vandaag, exact vijf jaar na die onheilstijding, is de balans voorzichtig positief: de Fordsite is in volle ontwikkeling en 53 procent van de ex-werknemers van Ford en zijn toeleveranciers is opnieuw aan de slag. De keerzijde: de kinderarmoede en het aantal leefloners in Genk neemt toe, en één op vijf heeft nog geen nieuwe job.

Miranda GIJSEN/Chris NELIS

Op 24 oktober 2012, iets over negen, stond de wereld stil op de terreinen van Ford Genk en zijn toeleveranciers. “Het is exact vijf jaar geleden dat het slechte nieuws werd aangekondigd, maar de klap van de sluiting hebben we echt nog niet verwerkt.” Burgemeester Wim Dries (CD&V) stond erbij toen vakbondsafgevaardigde Rosina Paternini van toeleveringsbedrijf IAC aankondigde dat Ford Genk zou sluiten. “Ik voelde de grond onder mijn voeten wegzakken. Ik had toen voor mezelf al uitgemaakt dat de sluiting tegenhouden zo goed als onmogelijk was, en dat we alles op alles moesten zetten voor een zo goed mogelijke opvang van de mensen en een zo snel mogelijk economisch herstel van de regio.” Dries verwijst onder meer naar SALK en de projecten die inmiddels op de oude Fordterreinen en ook elders in Genk tot ontwikkeling komen.

© JG

Eén van de gezichten die dag na dag opdoken aan de piketten van Ford, was dat van ABVV-vakbondsafgevaardigde Gaby Colebunders (foto). Hij vindt dat er te veel show rond SALK wordt gemaakt. “We hebben veel informatie die erop wijst dat het echt niet de goede kant opgaat. Als de sociale huisvestingsmaatschappijen het gemiddelde inkomen van hun huurders ziet dalen, dan weet je dat er iets aan de hand is. De schade die er met de sluiting werd aangericht, is onschatbaar groot. Heel wat mensen hebben hun gouden handdruk opgebruikt. Niet om iets bijzonders mee te kopen, maar om het verschil met het loon dat ze nu hebben te compenseren. Voeg daar nog aan toe dat één op de vier kinderen in Genk geboren wordt in een arm gezin, dan weet je dat we toen gelijk hadden dat we de toekomst somber inzagen.”

Complex

Ook voor Vic Daenen, de laatste directeur van Ford Genk, was de sluiting een zware periode. “Heel wat werknemers waren net te jong om voor het SWT (het vroegere brugpensioen, nvdr.) te kiezen. Zij hebben enorm veel moeite gehad om een nieuwe baan te vinden. En als ze vandaag al een job hebben, dan is die in niets te vergelijken met hun job bij Ford. En dan bedoel ik niet alleen het loon, ook het soort contract en de arbeidsomstandigheden zijn vaak niet ideaal. Een cijfer van tewerkstelling is maar een cijfer: de werkelijkheid die achter dat percentage schuilgaat, is veel complexer.” Daenen leidt vandaag de Fiestafabriek in Keulen. De overcapaciteit op de markt, die Ford de das omdeed, is nu minder groot. “De overcapaciteit is niet volledig weg, maar de markt is vandaag gezonder. Toch staan de autoconstructeurs ook de komende tien jaar voor grote uitdagingen. De druk op de loonkosten stijgt en de manier waarop we met mobiliteit omgaan verandert razend snel: van elektrische wagens over autodelen tot slimme mobiliteit.

1.123 zoeken nog job

Bij de Fordsluiting verloren 5.954 mensen hun job: 4.215 bij Ford zelf, 1.209 bij rechtstreekse toeleveranciers (zoals SML, Lear, Syncreon en IAC) en 530 bij de onrechtstreekse toeleveranciers. Uit cijfers van de VDAB blijkt dat vandaag één op de vijf ex-werknemers nog op zoek is naar een job. Het goede nieuws is dat 53 procent, 3.171 mensen, opnieuw aan de slag is. “Door de gunstige conjunctuur is de operatie herplaatsing geslaagd. Dat was de hoofdopdracht voor VDAB in het SALK. Bij de begeleiding van de ex-werknemers hebben we ingezet op gerichte opleidingen. In totaal hebben meer dan 2.000 werknemers een opleiding gevolgd”, zegt Tinne Lommelen van VDAB.