Direct naar artikelinhoud
Muziek

Italiaanse stad moet wekenlang muisstil zijn voor unieke opnames: “Wie heeft er een glas laten vallen?”

Een hoop ultragevoelige microfoons registreren de klanken die deze violist produceert in de concertzaal van het Museo del Violino in Cremona. Bedoeling is om alle geluiden te digitaliseren en in de ‘Stradivarius Sound Bank’ te vereeuwigen.Beeld NYT / ISABELLA DE MADDALENA

De unieke klank van de Stradivarius-instrumenten vastleggen voor het nageslacht, doe je best in alle stilte. En dus werd de doorgaans bruisende Italiaanse stad Cremona vijf weken lang het zwijgen opgelegd. “Het was ofwel de stad afsluiten, ofwel het project begraven.”

Florencia Rastelli schaamde zich dood. Als doorgewinterde barista had ze nog nooit een kop koffie laten vallen, zegt ze. Maar toen ze onlangs de toog van de Chiave di Bacco, het café waar ze werkte, aan het schoonvegen was, stootte ze een glas omver, dat met een luide knal op de grond kapotviel. Alle klanten stonden stokstijf stil, weet Rastelli nog. “Ik dacht: dat dit uitgerekend vandaag moet gebeuren. Er kwam zelfs een politieagent binnen om te vragen wat stiller te zijn. Het was zo gênant.”

De inwoners van Cremona zijn wat overgevoelig voor geluid dezer dagen. De politie heeft straten afgezet in het normaal gezien bruisende stadscentrum, het verkeer is omgeleid. Op een persconferentie onlangs vroeg burgemeester Gianluca Galimberti de burgers van Cremona geen plotse en onnodige geluiden te maken.

In Cremona liggen de ateliers van enkele van de beste instrumentenbouwers ter wereld. Eén ervan is dat van Antonio Stradivari, die in de 17de en de 18de eeuw van de beste violen en cello’s bouwde die ooit gemaakt zijn. De stad heeft een ambitieus project opgezet om het geluid van de Stradivarius-instrumenten voor het nageslacht vast te leggen, alsook het geluid van instrumenten van Amati en Guarneri del Gesù, twee andere beroemde ateliers uit Cremona. En dat betekent dat de mensen stil moeten zijn.

Stradivarius Sound Bank

Niemand is er ooit in geslaagd de unieke klank van een viool, een altviool of een cello van Stradivarius te kopiëren. Volgens Fausto Cacciatori, curator van het Museo del Violino in Cremona, dat het project begeleidt, heeft elke Stradivarius “zijn eigen persoonlijkheid”. Maar dat aparte geluid “zal vroeg of laat veranderen” en kan over een paar decennia weleens reddeloos verloren gaan. “Het maakt deel uit van hun levenscyclus”, zegt Cacciatori. “We conserveren en restaureren ze, maar als ze een bepaalde leeftijd bereiken, worden ze te fragiel om op te spelen en slapen ze bij wijze van spreken in.”

‘Als die instrumenten een bepaalde leeftijd bereiken, worden ze te fragiel om op te spelen en slapen ze bij wijze van spreken in’
Fausto Cacciatori, curator van het Museo del Violino in Cremona

Drie geluidsingenieurs houden zich bezig met die ‘Stradivarius Sound Bank’, een databank die alle tonen bewaart die vier instrumenten uit het Museo del Violino kunnen voortbrengen. Een van de ingenieurs, Mattia Bersani, legt uit dat de geluiden in de databank met software bewerkt kunnen worden zodat ze gebruikt kunnen worden voor nieuwe opnamen als de kwaliteit van de originele instrumenten achteruitgaat. In de toekomst zullen muzikanten “een sonate kunnen opnemen met niet meer functionerende instrumenten”, zegt hij.

“Mijn kleinkinderen zullen zo kunnen horen hoe een Stradivarius klonk”, zegt Leonardo Tedeschi, een voormalige deejay die het idee voor het project aandroeg. “We maken de beste instrumenten die ooit gebouwd werden onsterfelijk.”

Fysiek en mentaal belastend

In de loop van januari bespelen vier muzikanten vier instrumenten: twee violen, een altviool en een cello. Ze zullen onophoudelijke toonladders en arpeggio’s spelen, verschillende boogtechnieken hanteren, de snaren betokkelen. Tweeëndertig ultragevoelige microfoons in het auditorium van het museum zullen de geluiden registreren.

‘Ze moeten honderdduizenden individuele noten en overgangen spelen, acht uur per dag, zes dagen per week, meer dan een maand lang’
Thomas Koritke, een geluidsingenieur uit Hamburg

“Het is fysiek en mentaal heel belastend voor hen”, zegt Thomas Koritke, een geluidsingenieur uit Hamburg, die het project leidt. “Ze moeten honderdduizenden individuele noten en overgangen spelen, acht uur per dag, zes dagen per week, meer dan een maand lang.”

De organisatie van het project nam ook nogal wat tijd in beslag, zegt Koritke. “We deden er een paar jaar over om het museum ervan te overtuigen ons instrumenten van 500 jaar oud te laten gebruiken”, zegt hij. Daarna moesten ze topmuzikanten vinden die de instrumenten door en door beheersten. En de akoestiek van het auditorium, dat gebouwd is met het oog op het geluid van de instrumenten, moest bestudeerd worden.

Een Stradivarius-viool.Beeld BELGAIMAGE

Kasseien

In 2017 dachten de ingenieurs dat ze eindelijk met de opnamen van start konden gaan. Maar toen legde een soundcheck een ernstig probleem bloot. “De straten rond het auditorium zijn allemaal kasseistraten, een nachtmerrie voor een geluidstechnicus”, zegt Tedeschi. Het geluid van een automotor of een vrouw op hoge hakken veroorzaakt trillingen die ondergronds doorlopen en opgepikt worden door de microfoons, waardoor de opnamen onbruikbaar zijn”, legt hij uit. “Het was ofwel het hele gebied afsluiten, ofwel het project begraven.”

Gelukkig voor de ingenieurs is de burgemeester van Cremona ook de voorzitter van de Stradivarius-stichting, een gemeentelijke instelling die eigenaar is van het Museo del Violino. Hij stond toe dat de straten rond het museum vijf weken lang afgesloten werden, en vroeg de mensen van de stad kalm te blijven.

“Wij zijn de enige stad ter wereld die zowel de instrumenten als hun geluid conserveert”, zegt Galimberti. “Dit is een buitengewoon project dat naar de toekomst kijkt. Ik ben er zeker van dat de mensen van Cremona begrijpen dat het afsluiten van het gebied onvermijdelijk was.”

Glas

Op 7 januari sloot de politie de straten af. De ventilatie in het auditorium en de liften werden uitgeschakeld. Alle lampen in de concertzaal werden verwijderd om het lichte zoemgeluid te elimineren.

Boven in het museum deed Cacciatori fluwelen handschoenen aan en haalde hij een Stradivarius-altviool uit 1615 uit een glazen toonkast. Hij inspecteerde ze grondig en nam ze daarna onder begeleiding van een securityguard naar het auditorium twee trappen lager. De curator overhandigde de Stradivarius aan Wim Janssen.

‘Ik ben er zeker van dat de mensen van Cremona begrijpen dat het afsluiten van het gebied onvermijdelijk was’
Burgemeester Gianluca Galimberti

De Nederlandse altvioolspeler nam het instrument het podium op en posteerde zich in het halfduister op een stoel onder een kluwen van microfoons. De drie ingenieurs verlieten de zaal en namen plaats in een geluiddichte kamer onder het auditorium vol speakers en computerschermen, servers en kabels.

Janssen droeg een oorapparaatje waardoor Koritke instructies gaf.

“Nu”, fluisterde Koritke.

De violist speelde een toonladder in do groot. Ondertussen volgde de opnameploeg op het scherm de grafieken die het scherpe geluid van het instrument weergaven. Tedeschi grijnsde vergenoegd.

Toen gebeurde het. Iedereen bevroor. “Stop hier eventjes”, zei Koritke.

Ze spoelden de opname terug en speelden ze opnieuw af.

Koritke hoorde heel duidelijk wat het probleem was: “Wie heeft er een glas op de vloer laten vallen?”

De Piazza del Comune in Cremona, een doorgaans bruisende stad in Italië.Beeld bridgemanimages

© The New York Times