De helft van de Belgen noemt zich katholiek, maar wat betekent dat nog? “Niet meer naar de mis, wel een kaarsje branden”

De helft van de Belgen noemt zich katholiek, zo blijkt uit het eerste jaarrapport van de Kerk in België. Veel doen we wel niet met dat geloof: negen procent gaat nog minstens één keer per maand naar een mis of begrafenis. “Maar we gaan wel op bezinning, en branden kaarsjes. Dat hoeft niet noodzakelijk minder christelijk te zijn”, vindt kerkjurist Rik Torfs.

tom le bacq

Bent u katholiek? Ja, antwoordt 52 procent van de Belgen op deze vraag.

Bent u dan ook een ‘actieve’ gelovige die af en toe eens naar de kerk gaat? Op die vraag antwoorden heel wat minder Belgen positief: nog 9 procent noemt zich ‘praktiserend’. “Dat wil zeggen dat ze één keer per maand naar een katholieke eredienst gaan”, zegt professor Wim Vandewiele, godsdienstsocioloog aan de KU Leuven. “Dat kan de zondagsmis zijn, of een begrafenis, of een doop. Het is een schatting, het werkelijke aantal kan nog lager liggen.”

De kerk zelf heeft geen criteria om te bepalen of je actief katholiek bent of niet, zegt Jeroen Moens, de woordvoerder van de Bisschoppenconferentie. Of je nu elke dag bidt, meedoet aan de vasten of niet: het maakt niet uit. “Het enige criterium om lid te worden van de Kerk is je doopsel.”

Een verwaterd geloof?

Volgens Moens tonen de cijfers aan dat het cliché niet klopt dat de kerken leeglopen en het geloof niemand nog aanspreekt. “Het kerkbezoek gaat wel degelijk nog achteruit, en dat zal zich nog doorzetten”, zegt Vandewiele. “Maar je ziet ook andere cijfers: elk jaar worden 1,7 miljoen kaarsjes gebrand in de Belgische bedevaartsoorden.”

“En kijk naar de 121.000 overnachtingen in kloosters, abdijen en bedevaartsoorden. Dat is toch ook enorm”, zegt kerkjurist Rik Torfs (KU Leuven). “Het toont aan dat we wel op zoek zijn naar het spirituele, naar rust en bezinning waar onze samenleving niet spontaan meer bij aansluit. Anderhalf miljoen bedevaarders: dat is toch indrukwekkend. In Scandinavië zie je dat ook: bijna niemand die op zondag naar de mis gaat, maar de kerstmis zit elk jaar vol.”

Kaarsjes branden en op bezinning gaan: is dat dan een verwaterde vorm van katholiek zijn? “Dat weet ik nog zo niet”, zegt Torfs. “Iemand die nooit naar de kerk gaat maar af en toe eens een kaarsje brandt voor iemand: ik vind dat dat bijna meer waarde heeft dan iemand die tegen heug en meug een begrafenis gaat uitzitten. Wat we nu doen, doen we meer op vrijwillige basis. Dat vind ik positief. Zondagsmissen heb je trouwens ook niet zo veel meer: en de kwaliteit ervan is ook lang niet altijd goed.”