Direct naar artikelinhoud
AnalyseLopende zaken

De klimaatkwestie legt de tactische vertwijfeling bij sp.a pijnlijk bloot

Voorzitter John Crombez speecht op het sp.a-congres Go Left.Beeld BELGA

Nu eens met jeugdige branie een klimaatplan aankondigen, dan weer terugplooien op een klassiek rood kies­program. Ook nu ze haar campagne op gang schiet, schijnt de sp.a nog altijd niet goed te weten wat voor een socialistische partij ze wil zijn.

Op 10 juni 2007 leed de sp.a, in kartel met Spirit, een gevoelige nederlaag bij de verkiezingen. Van de stevaertiaanse 24,9 procent van 2003 hield de partij er nog maar 16,3 over – een resultaat waarmee sp.a volgende maand uitzinnig gelukkig zou zijn, maar dat terzijde.

Toenmalig voorzitter Johan Vande Lanotte was niet te beroerd de verantwoordelijkheid voor die afstraffing op zich te nemen. Terecht, de tactiek om Vande Lanotte als kandidaat-premier naar voren te schuiven, mislukte grandioos.

Een nog veel grotere misrekening was toen om een groene, op klimaat en energie gerichte campagne, te voeren. Het werd een flop. De socialistische kiezer herkende er zijn eigen bekommernissen niet in en liep massaal weg.

Die verkiezingsnederlaag – de twee­de in een rij van vele – legde het probleem van de Vlaamse socialisten bloot. De partij moet twee kies­publieken bedienen met tegengestelde profielen en verwachtingen. In de ene hoek staat een wat ouder, vaak korter geschoold arbeiderspubliek, in de andere juist een jonger, hoger opgeleide groep kosmopolieten. De enen links, de anderen progressief. Bij actuele vraagstukken – van klimaat en migratie tot brugpensioen – blijkt telkens weer dat die twee begrippen geen synoniem hoeven te zijn.

Om de twee groepen bij elkaar te houden, moet de partij in spagaat gaan staan. Van lang in een spagaat te staan, krijg je een liesbreuk.

Nog altijd raakt de sp.a maar niet hersteld van die blessure. Om de metafoor maar even af te maken: in plaats van elegant te dansen, hinkt de partij steeds krampachtiger op twee benen. Dat maakt haar voor beide kiesgroepen verdacht. De oude socialisten vinden hun gading aan de rechterzijde, voor de kosmopolieten is Groen vandaag de eerste keus.

De Derde Weg

Onder het voorzitterschap van John Crombez lijkt de tegenstelling zich nog uit te diepen. Twee maanden geleden pakte de partij op haar congres ‘Go Left’ uit met een kiesprogramma vol traditioneel-linkse herverdelingsrecepten. Een boeiende, gewaagde keus, die evenwel sindsdien weinig consequent werd uitgedragen.

Kan ook moeilijk anders, want als spitsen speelt Crombez juist een typisch kosmopolitische club jongeren uit. Afgelopen week mochten zij zich uitleven op hun favoriete thema: het klimaat. Natuurlijk zegt de partij de brug te willen slaan tussen zorg om de stijgende waterspiegel en zorg om stijgende energiefacturen, maar helemaal overtuigend klinkt dat niet.

De klimaatkwestie legt de tactische vertwijfeling bij sp.a pijnlijk bloot, zo observeerde Walter Pauli ook al in Knack. Terwijl Antwerps boegbeeld Jinnih Beels de klimaatspijbelaars met aandrang verzocht weer braafjes naar school te gaan, pakte de partij in Crombezs eigen West-Vlaanderen uit met klimaatactiviste Laura Cools op de lijst.

Het is, met de nederlaag van 2007 en alle daaropvolgende nederlagen in het achterhoofd, de vraag of het voor sp.a wel zo lonend is om telkens te bikkelen om dat kosmopolitische, veeleer links-­liberale, electoraat. Natuurlijk is er een overlapping in het kiespubliek van rood en groen, en wie dat overlappende deel weet te charmeren, heeft goede winstkansen aan de stembus.

Wat bij die theorie van de communicerende vaten buiten beeld blijft, is dat een ander, minder progressief-liberaal maar wel links publiek onbediend blijft. Zou het niet electoraal interessant kunnen zijn om hen tegemoet te varen met een identitair conservatief en sociaal-economisch diep­rode koers?

Dat hoeft heus niet zo doctrinair of radicaal te zijn als sommigen in de partij­marge wensen. Niet het kansloze Rood van Erik De Bruyn is dan het model, wel de links-conservatieve lijn-Elchardus, zeg maar.

Het zou vast minder hip en mediatiek zijn, maar ondenkbaar is het niet. Tot en met Louis Tobback was het de – betrekkelijk succesvolle – lijn van de partij. Toen kwam de Derde Weg en werd alles anders.

Eenvoudige vraag

Het is merkwaardig dat het vandaag bijna ondenkbaar lijkt dat een socialistische middenpartij een, welja, klassiek-socialistische koers gaat varen. In een erg lezenswaardig essay in De Groene Amsterdammer van deze week betoogt politicoloog Anton Jäger dat partijen juist weer wat meer partij moeten durven zijn, willen ze de verkruimeling tegengaan.

Zeker is wel dat pogingen om nieuwe publieken aan te boren – via kartels, verruimingskandidaten of burger­inspraak – bij nagenoeg alle centrumpartijen op een mislukking zijn uitgedraaid. “Iedereen én niemand werd eensklaps een poten­tiële kiezer”, schrijft Jäger. Rechtlijnigheid en ideologische diepgang moesten dan ook plaats maken voor markt­onder­zoek en communicatiestrategie. Het resultaat is dat in vele landen almaar meer kiezers zich afkeren van de klassieke partijen.

Niets is onmogelijk, maar het ziet ernaar uit dat de sp.a die trend van neergang in mei alweer niet gaat ombuigen. Met een merkwaardige gelatenheid geeft menig partij­bons toe dat het er niet te fraai uitziet. Alsof een nieuwe stembusnederlaag alvast is afgeboekt.

Het zou ook vreemd zijn mocht de variant op telkens weer dezelfde methode nu plots wel succes opleveren. In plaats van de voorspelbaar volgende paleisrevolutie lijkt een even fundamentele als eenvoudige vraag zich op te dringen: wat zou er gebeuren als een socialistische partij zich weer eens voluit zou gaan gedragen als een socialistische partij?