Direct naar artikelinhoud
NieuwsHaga Lyceum

Bibob-toets voor omstreden islamitische school: ‘Bestuurlijke guerrilla tegen Haga Lyceum’

Het ministerie van Onderwijs wil een Bibob-toets voor het islamitische Cornelius Haga Lyceum. Rechtsgeleerden laten geen spaan heel van de manier waarop de overheid de omstreden school de voet probeert dwars te zetten. ‘Buitengewoon kwalijke stap’. 

Het Haga Lyceum in Amsterdam.Beeld ANP

In de strijd tegen het bestuur van het islamitische Cornelius Haga Lyceum zet het ministerie van Onderwijs een onorthodox wapen in: de Wet Bibob, die is bedoeld om zakelijke activiteiten van criminelen in de bovenwereld te dwarsbomen. Rechtsgeleerden spreken van een ‘buitengewoon kwalijke stap’ van de overheid, en zelfs van een ‘bestuurlijke guerrillatactiek’.

Het ministerie heeft op 5 april een brief geschreven aan de bestuurder van het Amsterdamse Haga Lyceum, Söner Atasoy. In de brief, die in handen is van de Volkskrant, zegt de directeur Voortgezet Onderwijs dat zij wil uitsluiten dat ‘onderwijsgeld wordt gebruikt voor het plegen van strafbare feiten’. Atasoy had daarom vóór vrijdag 19 april een vragenformulier in het kader van de Wet Bibob moeten invullen. Het ministerie dreigt nu de bekostiging van de school stop te zetten.

Atasoy heeft om principiële en praktische redenen besloten het formulier niet in te vullen. Daardoor heeft de school mogelijk volgende week al een serieus financieel probleem. Als onderwijsminister Arie Slob (CU) het dreigement gestand doet, zal Atasoy dan een beroep moeten doen op de reserves van de school om volgende week de salarissen te betalen.

De zeven jaar durende relatie tussen het Cornelius Haga Lyceum en de overheid is geplaveid met juridische vonnissen. De school opende na vele gewonnen rechtszaken in de zomer van 2017 haar deuren, en kwam begin maart in opspraak.

Alarmerende signalen

De gemeente Amsterdam en de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding maakten bekend dat zij alarmerende signalen over de school hadden ontvangen van de inlichtingendienst AIVD. In een ambtsbericht van de dienst staat dat Söner Atasoy en zijn broer Son Tekin ‘banden zouden hebben onderhouden’ met het aan IS gerelateerde Kaukasus Emiraat.

Datzelfde ambtsbericht rechtvaardigt volgens het ministerie dat Atasoy moet meewerken aan een Bibob-onderzoek. Maar dat is Atasoy dus niet van plan . ‘Onderwijs valt niet onder de Bibob, dus dit is een onrechtmatige eis’, stelt hij.

Hij beschouwt de brief als een valkuil van het ministerie. ‘Ik heb geen banden gehad met het Kaukasus Emiraat. Maar hoe kan ik dat bewijzen als er geen enkel bewijs van het tegendeel op tafel ligt.’ Als hij nu meewerkt aan een check via de Bibob zal hij er vanwege datzelfde bericht waarschijnlijk niet doorheen komen, vermoedt hij.

Daarom kiest de omstreden directeur er voor om de brief onbeantwoord te laten en een rechtszaak af te wachten. Via een spoedprocedure hoopt hij het ministerie vervolgens alsnog te dwingen om met het geld over de brug te komen.

Rechtsgeleerden zijn kritisch over de manier waarop het ministerie Atasoy op de knieën probeert te krijgen. Volgens de Tilburgse hoogleraar Paul Zoontjens, die het gevecht rondom het Cornelius Haga Lyceum al lang volgt, begint het optreden van de overheid ‘op een soort guerrilla te lijken’.

De inzet van de Wet Bibob om vervolgens de geldkraan dicht te kunnen draaien is volgens Zoontjens onwettig. ‘De bekostiging van onderwijs kun je alleen maar stopzetten als de inspectie vaststelt dat de kwaliteit van het onderwijs niet op orde is of als er te weinig leerlingen zijn. De Wet Bibob past totaal niet in het onderwijs.’

Tom Zwart, hoogleraar crosscultureel recht bij Universiteit Utrecht, spreekt van ‘bestuurlijke stalking’. Hij stelt dat de overheid in deze casus continu probeert reputatieschade te veroorzaken bij de school, zonder dat er harde bewijzen liggen.

Zo heeft hij zijn twijfels bij het AIVD-bericht over de school. ‘Als ze iets zouden hebben gevonden, dan was het Openbaar Ministerie in actie gekomen, en dat is niet gebeurd.’ De hoogleraar noemt de werkwijze kwalijk. ‘Als je een school verwijt antirechtsstatelijk en anti­democratisch te zijn, moet je als overheid zelf het goede voorbeeld geven. Dat gebeurt niet.’

Het ministerie van Onderwijs stelde vrijdagmiddag in een reactie dat de Wet Bibob wel degelijk van toepassing is op het voortgezet onderwijs. Op de vraag of het Cornelius Haga Lyceum volgende week geen geld meer krijgt als Söner Atasoy niet meewerkt aan het Bibob-onderzoek, wil de woordvoerder van minister Slob niet vooruitlopen.

Nader beraden

‘We wachten de reactie van het bestuur van het Cornelius Haga Lyceum af. Als we geen ingevuld formulier krijgen, dan zullen we ons nader beraden en naar bevind van zaken handelen.’

‘Ik heb deze kwestie met twee collega’s van mijn universiteit en van de VU besproken en wij vinden dat dit absoluut niet kan’, zegt ook de Groningse hoogleraar algemene rechtswetenschap Jan Brouwer. Het ingrijpen met de Wet Bibob is in zijn ogen niet alleen juridisch onjuist maar ook politiek onverstandig als het doel van het kabinet is om polarisatie in de samenleving tegen te gaan.

‘Door in paniek naar dit soort noodmaatregelen te grijpen, stigmatiseer je moslimkinderen op islamitische scholen en geef je de polarisatie in de samenleving juist een flinke zet.’