Direct naar artikelinhoud

Geen shorttrackmedaille, geen uniek dubbelsucces, maar ook geen peilloos verdriet bij Ter Mors: 'Met opgeheven hoofd neem ik afscheid'

Het deurtje in de boarding van de Gangneung Ice Arena zwaait open. Jorien ter Mors stapt de baan op voor de finale 1.500 meter. Het is een bijzonder moment. Ze voelt het. De 28-jarige Twentse heeft nog één kans om een olympische shorttrackmedaille te winnen. 'Het was heel cool toen ik het ijs op kwam. Heel het stadion brulde. Dit was een van de mooiere dagen om te zeggen: dit is mijn laatste race.'

De laatste kans van Jorien ter Mors op een olympische shorttrackmedaille
Beeld anp

Als 11-jarig meisje verloor Ter Mors haar hart aan het shorttrack. De snelheid, de tactiek, de directe strijd met anderen, ze vond het geweldig. Jaar in jaar uit fietste ze naar de ijsbaan in Enschede om te trainen. De meeste andere kinderen op de ijsbaan reden buitenom, op de 400-meterbaan. Langebaanschaatsen was er - net als in de rest van het land - veel populairder.

Shorttrack was een ondergeschoven kindje in Nederland langebaanland. Het geld, de aandacht, bijna alles vloeide naar de mannen en vrouwen op klapschaatsen. Pas in 2006 veranderde dat. Schaatsbond KNSB stelde de Canadees John Monroe aan als bondscoach. De man die eerder Shani Davis begeleidde geloofde in de kracht van een centrale aanpak en haalde de meest getalenteerde shorttrackers uit heel het land naar Heerenveen. Ter Mors was een van hen.

Jorien ter Mors op plek drie met twee Koreanen hijgend in haar nek. Ter Mors eindigt als vijfde in de olympische shorttrackfinale van de 1.500 meter.Beeld anp

Samengebald in Thialf werd het Nederlandse shorttrack volwassen en Ter Mors groeide mee. In 2010 stond ze voor het eerst op de Spelen, 19 jaar pas. Op de 500 en 1.000 meter kwam ze niet ver, maar ze werd wel vierde met de relayploeg, nog altijd het beste olympische resultaat van de Nederlandse vrouwen.

Na Vancouver maakte Monroe plaats voor Jeroen Otter. Onder zijn leiding werd Ter Mors het gezicht van het Nederlandse shorttrack. Otter was onder de indruk van haar werklust. 'Het was een buffel op het ijs, een hard werkpaard. Zeker de jaren tot aan Sotsji. Niet altijd het meest elegant, maar vol kracht, vol passie. Als je haar DNA zou uitpluizen zie je op elk stukje topsport, topsport, topsport staan.'

In Heerenveen trainden de shorttrackers niet alleen op hun kleine baantje, maar maakten ze ook kilometers op de langebaan. Wat begon als training werd voor Ter Mors steeds serieuzer. Ze ging beide disciplines combineren en ontpopte zich in de aanloop naar de Winterspelen van Sotsji als een ongekend dubbeltalent. Met haar ogenschijnlijk onuitputtelijke energie werd haar zowel op de 400 als de 111-meterbaan olympisch succes toegedicht.

Canadese Kim Boutin, Zuid-KOreaanse Choi Minjeong en Jorien ter Mors.Beeld afp

'Klaar met tactische spel'

Zelf beschouwde ze het langebaanschaatsen als een bijnummer. De terugkerende suggestie van journalisten dat ze met haar grote gestalte meer geschikt leek voor de langebaan, wierp ze telkens verre van zich. Shorttracker, dat was en zou ze blijven, herhaalde zij keer op keer. Daarom was haar verdriet zo groot toen ze in Sotsji in de finale van de 1.500 meter bleef steken op de vierde plek. Een zielig hoopje mens.

Vier jaar later, op de Koreaanse zaterdagavond, staat Ter Mors weer in de 1.500-meterfinale. Met vier ronden te gaan schuift ze naar voren, naar de kop van het zeven schaatsers tellende veld. In jaren heeft ze zich niet meer zo soepel door de groep heen bewogen. Haar lange lijf is ineens geen belemmering meer. 'Het ging heel goed, maar je weet ook dat er nog een paar Koreanen achter je zitten.'

Ter Mors geniet weer van het spel op vaste ijzers, terwijl haar liefde voor het shorttrack in de jaren na Sotsji toch bekoeld was geraakt. Ze was te vaak teleurgesteld, terwijl de 400-meterbaan haar vol warmte omarmde. In 2016 kondigde ze aan te stoppen met de sport die haar leven 15 jaar had bepaald. 'Er zit geen drive, geen gevoel, geen passie meer achter. Ik merk dat ik klaar ben met het tactische spelletje, met datgene wat shorttrack maakt', zei ze toen.

Ter Mors met bondscoach Jeroen Otter, onder wie Ter Mors het gezicht werd van het Nederlandse shorttrack.Beeld anp

Wel wilde ze bij de WK van 2017 in Ahoy haar ploeggenotes aan de wereldtitel op de aflossing helpen, als een soort afscheidscadeau. Dat mislukte jammerlijk. Juist de vrouw die jarenlang de nationale ploeg had aangevoerd ging onderuit. Geen medaille, slechts tranen. Zo wilde ze geen afscheid nemen. De scheidingspapieren gingen weer de bureaula in. Niet op het WK in eigen land, maar op de Winterspelen moest het harmonieuze slotakkoord klinken.

Ook dat was Ter Mors niet gegund. De val van het WK werd niet rechtgezet in Gangneung. Na een rommelige aflossing tussen Ter Mors en Suzanne Schulting wist de ploeg de finale niet te bereiken. 'Het zuurste moment uit mijn carrière', snikte Ter Mors na afloop. Individueel had ze nog één kans om haar oude liefde waardig vaarwel te zwaaien: de 1.500 meter. Ze kon, na haar goud op de 1.000 meter langebaan, de eerste atleet worden met medailles op twee disciplines, veroverd tijdens één olympisch toernooi.

In een fractie van een seconde is Ter Mors de koppositie alweer kwijt. De jonge Koreaanse Choi Min-jeong komt langs gezeild, met in haar kielzog de Chinese Jinyu Li en de Canadese Kim Boutain. Ter Mors kan niet mee in de eindsprint en wordt vijfde. Geen shorttrackmedaille, geen uniek dubbelsucces, maar ook geen peilloos verdriet. Opgetogen komt ze van het ijs. 'Dit was een hele mooie dag, één van de beste wedstrijddagen uit mijn shorttrackcarrière. Met opgeheven hoofd neem ik afscheid.'