Direct naar artikelinhoud
Opinie

Oplossing voor Antwerpse probleem ligt deels in IJsland, waar jongeren geen tijd hebben voor drank en drugs

Arnold Wittenberg.Beeld rv

Arnold Wittenberg is stafmedewerker Jeugd op het kabinet van Vlaams minister van Cultuur, Jeugd, Media & Brussel Sven Gatz. Wittenberg is ook gemeenteraadslid in Hoogstraten, waar hij voorzitter is van de Open Vld-afdeling. Hij schrijft dit opiniestuk in eigen naam. 

Begin deze week werd het Stroomplan groots voorgesteld. Repressie was hierbij het uitgangspunt. Preventie kwam niet aan bod. Nochtans is een geslaagd veiligheidsbeleid de combinatie van repressie en preventie. We moeten meer inzetten om alle kinderen en jongeren volwaardig deel te laten uitmaken van onze maatschappij.

Het Stroomplan omvat een heel aantal terechte maatregelen om de cocaïnehandel in Antwerpen in te perken, zoals een geïntegreerd veiligheidsbeleid. Toch ontbrak voor mij iets onontbeerlijk: het inzetten op preventie. Je moet er ook zijn voor de drugsgebruikers en de dealers. Zodat ze kunnen rekenen op maximale inzet van hulpverleners, scholen en woningcorporaties. Allemaal om hun leven weer op de rails te krijgen.

In de Pano-reportage van enkele maanden geleden was er de anonieme getuigenis van een moeder. Ze vertelde over haar vrijgelaten zoon, die gedeald had. “Hij heeft geen doel. Hij wilt gewoon opstaan en weer naar dezelfde plaats waar hij altijd komt. God weet waar: op café, dat kan. De hele nacht zit hij op straat.” In het midden van de aflevering klonk het: “Zij beschouwen onze samenleving niet meer als hun samenleving.” Op dat moment had ik het gehad. Doen wij, als samenleving, wel genoeg om iedereen er bij te laten horen?

De getuigenis van de moeder duwde een vinger in de zere wonde: “Hij heeft geen doel.” Hoe kan een jongere nu geen doel hebben? 

Mik op de groep die nog niet gebruikt

Inga Dora Sigfusdottoir van de Universiteit van Reykjavik doet onderzoek naar drank- en drugsgebruik onder jongeren, al sinds de jaren 90. Dankzij haar inspanningen zijn de problemen gerelateerd aan drank- en drugsgebruik significant gedaald. Waar in 1998 de helft van de 15- en 16 jarigen weleens dronken is geweest, is dat in 2016 nog maar 6 procent. Haar filosofie :“Wat als je alternatieve activiteiten niet aanbiedt aan een groep die al een probleem heeft, maar aan de groep die nog niets gebruikt, preventief dus?”

IJslandse jongeren die ronddolen en uit verveling maar aan de drank- en drugs gaan, je ziet ze bijna niet meer

De IJslandse aanpak is een combinatie van maatschappelijk bewustzijn, wetgeving en het bieden van alternatieven. De ‘félagsmidstödin’ of vrijetijdsclubs zijn hiervan een onderdeel. Plekken waar men georganiseerd kan komen hangen op school. IJslandse jongeren die ronddolen en uit verveling maar aan de drank en de drugs gaan, je ziet ze bijna niet meer. Ze hebben het gewoonweg te druk. Jongeren die sporten of aan cultuur doen, dat is de nieuwe norm. De directe nabijheid van deze clubs in de leefwereld van de jongeren is een succesvolle factor. De ‘félagsmidstödin’ geven de jongeren terug een doel, een perspectief.

Laat die verengde blik maar achterwege

We moeten meer inzetten om alle kinderen en jongeren volwaardig deel te laten maken van onze maatschappij. Als stafmedewerker Jeugd op het kabinet van minister van Jeugd Sven Gatz (Open Vld) zie ik dagelijks het werk dat wordt verricht om kinderen en jongeren dichter bij elkaar te brengen. Een voorbeeld hiervan is dat bij de beoordeling van de subsidieaanvragen voor de jeugdverenigingen ‘stedelijkheid’ als bijkomend criterium vastgelegd is. 

Stedelijkheid is met name: ‘De wijze waarop de vereniging inspeelt op de kansen die de stedelijke context biedt voor vernieuwende initiatieven en op de maatschappelijke uitdagingen die zich in het bijzonder in steden voordoen.’ Ik geef toe moest ik niet op het kabinet werken, ik zou het niet geweten hebben. Goede voorbeelden en initiatieven komen nu gewoonweg minder aan bod in de media. Maar het zijn net die initiatieven die bijdragen tot een samenleving waar iedereen zich bij betrokken voelt. 

Laten we de handen in elkaar slaan, want we hebben nog een hele weg af te leggen. Ervoor zorgen dat iedereen zich thuis voelt in onze warme samenleving. Die verengde blik, al dan niet bewust, laat die maar achterwege.