© hbvl

Limburgse gemeentes maken met Vlaanderen ruzie over mountainbikenetwerk

Zesendertig Limburgse gemeenten moeten vanaf dit jaar zelf betalen voor het eerstelijnsonderhoud van de mountainbike- en ruiterroutes op hun grondgebied. Tot vorig jaar deed de provincie dat, maar vanaf 2018 is Sport een Vlaamse in plaats van een provinciale bevoegdheid. “Voor een onderhoudsploeg per provincie is er echter geen geld”, zegt Ken Nys van Sport Vlaanderen. “Pure kafka”, reageert gedeputeerde Ludwig Vandenhove (sp.a).

Raf VANMECHELEN/Roger DREESEN

“Onze provincie is de Vlaamse mountainbikeprovincie bij uitstek, met om en bij de 1.500 kilometer aan routes in 36 gemeenten”, opent Vandenhove. Eind vorig jaar opende hij nog een nieuwe route tussen Riemst en Maastricht. “Door de inspanningen van een provinciale onderhoudsploeg en de samenwerking met die gemeenten bleef de kwaliteit van de routes gegarandeerd.” Maar sinds 1 januari heeft de provincie niets meer te zeggen over de mountainbikeroutes. De bevoegdheid Sport hoort nu bij Vlaanderen, en ook het onderhoud wordt dus vandaar aangestuurd. De onderhoudsploeg die de provincie tot voor kort op pad stuurde, moet dus niet meer uitrukken.

Geen geld

Van de vijf Vlaamse provincies was Limburg de enige die zelf een onderhoudsploeg uitstuurde. “Een initiatief dat ook wij toejuichten, maar situaties veranderen”, zegt Ken Nys, verantwoordelijke voor de natuursporten bij Sport Vlaanderen. “In andere provincies stonden de lokale besturen altijd al in voor het onderhoud van de mountainbikeroutes. Zij betaalden ook de rekening. In Limburg kregen die besturen ondersteuning van de provincie en dat loopt nu af.” Of Vlaanderen dan geen Limburgse onderhoudsploeg kan betalen? “Dan zouden we dat ook voor de vier andere provincies moeten doen. Die middelen zijn er gewoonweg niet.”

Het provinciebestuur schat de kost op zo’n 20.000 euro per jaar. Geld dat nu door de gemeentes opgehoest zal moeten worden, al is lang niet iedereen het daarmee eens. “Met verbazing ontvingen we een officieel schrijven van Sport Vlaanderen waarin gesteld wordt dat het onderhoud van onze mountainbikeroutes vanaf dit jaar volledig voor onze rekening is”, zegt de Bocholtse schepen van Sport Jan Verjans. “Onze verbazing en teleurstelling is groot. Het kan niet dat Sport Vlaanderen dit zomaar beslist zonder overleg, zonder inspraak.”

Niet fair

Verjans wordt daarin bijgetreden door zijn Meeuwen-Gruitrodense collega Kurt Plessers. “Als de onderhoudsploeg wegvalt, komen de kosten van het eerstelijnsonderhoud op onze kap terecht”, zegt Plessers. “Dat is niet fair.”

Tijdens het provinciaal netwerkmoment in december 2017 in Genk, waar heel wat Limburgse steden en gemeenten vertegenwoordigd waren, gaf Sport Vlaanderen nog toelichting bij de veranderingen in het Vlaams sportlandschap. “Toen namen ze de bezorgdheid van de aanwezigen weg door te verklaren dat alle middelen van de provincie minimaal zouden overgedragen worden”, zeggen de twee schepenen. “Nu lijkt het er op dat Vlaanderen zich niet aan zijn woord houdt. Wij willen nog altijd rond de tafel zitten.”

Kafka

Maar wat dan met het fietsroutenetwerk, toch het paradepaardje van de provincie Limburg? “Daar staan wij als provinciebestuur wel nog voor in”, zegt gedeputeerde Jean-Paul Peuskens (sp.a). Toerisme en recreatie blijft wel de bevoegdheid van de provincie. “Maar mountainbiken is een sport en dat valt daar dus niet onder”, aldus Vandenhove. “Maar de mountainbike-, fiets- en wandelroutes kruisen elkaar wel vaak en vallen op stukken zelfs samen. Daar zullen nu wel verschillende onderhoudsploegen moeten passeren. Dat is pure kafka.” Ook de ruiterpaden vallen nu onder de bevoegdheid van Vlaanderen. “Ook daar zit er een discussie rond het onderhoud aan te komen.”

Volgens Nys wordt nu op Vlaams niveau bekeken welke overgangsmaatregelen er mogelijk zijn. “Ook voor de ruiters bekijken we concreet hoe alles moet worden aangepakt. Daar is er nog geen uitsluitsel. We blijven trouwens wel alle kosten voor de infrastructuur van de mountainbikeroutes betalen.”