Direct naar artikelinhoud
Noord-Ierland

Dodelijke rellen tonen dat vrede in Noord-Ierland nog altijd fragiel is

Een auto wordt getroffen door molotov-cocktails.Beeld AP

De onlusten in Derry waarbij deze week een jonge journalist omkwam, bewijzen hoe kwetsbaar de Noord-Ierse vrede nog steeds is. Fanatici hopen te profiteren van de Brexit-angst. 

“Derry tonight. Absolute madness.” Dit waren donderdagavond de laatste openbare woorden van de Noord-Ierse journaliste Lyra McKee. Kort na deze tweet werd de 29-jarige bij onlusten in Derry doodgeschoten door een gemaskerde

terrorist van de New IRA. Het dodelijke incident bewijst hoe relatief de vrede is, precies 21 jaar na het sluiten van de Goede Vrijdagakkoorden. Brexit en de politiek impasse in Belfast maken het er niet beter op.

Er zijn twee momenten in het jaar waarop de spanningen stijgen in Noord-Ierland, het deel van het Verenigd Koninkrijk waar de geschiedenis soms te veel leeft. Dat is op 12 juli wanneer de Oranjemarsen plaatsvinden om de zege van ‘King Billy’ bij de Slag aan de Boyne te herdenken. Voor het katholieke deel van de bevolking heeft Pasen een bijzondere betekenis vanwege de Paas­opstand van 1916 die zou leiden tot de Ierse onafhankelijkheid.

Bij al dit sektarisme is Goede Vrijdag de dag die de hoop op vrede vertegenwoordigt. Juist aan de vooravond, Witte Donderdag, werd een nieuwe zwarte bladzijde geschreven in de Noord-Ierse geschiedenis. Voor het eerst in lange tijd kwam een journalist om, een katholieke die veel heeft geschreven over de trauma’s die The Troubles hebben veroorzaakt.

McKee was aanwezig bij de rellen in de katholieke wijk Creggan, ontstaan nadat de politie, op zoek naar wapens en explosieven, een huis was binnengevallen. Volgens Saoradh, een republikeinse partij die wordt gezien als de politieke tak van de New IRA, ging het om “een republikeinse vrijwilliger die mensen probeerde te verdedigen tegen politie en leger. Tragisch genoeg kwam daarbij per ongeluk een jonge journaliste om het leven.”

Politie in de katholieke wijk Creggan in Londonderry in Noord-Ierland.Beeld AP

Bomaanslag

De moord staat niet op zichzelf. Drie maanden terug had de New IRA een autobom laten ontploffen bij de rechtbank in Derry. Afgelopen jaren heeft de splintergroep ook twee cipiers in koelen bloede vermoord. Tevens stuurde de groep bombrieven, onder meer naar het Britse leger en luchthaven Heathrow. De beweging komt voort uit de Real IRA die in 1998 verantwoordelijk was voor het bloedbad van Omagh waarbij 31 burgers de dood vonden.

Na de autobomontploffing in Derry liet Saoradh weten dat het hiermee het begin van de Oorlog om Onafhankelijkheid herdacht, en dan in het bijzonder de aanslag in Tipperary, een eeuw geleden, waarbij twee Britse agenten werden vermoord. De groep zou bestaan uit IRA-veteranen en jonge fanatici die The Troubles alleen kennen van horen zeggen. Onder de bevolking, die geen zin heeft in een nieuwe burgeroorlog, geniet de Real IRA weinig steun.

De terreurgroep hoopt echter te profiteren van de brexitangst. Saoradh-voorzitter Brian Kenna, een voormalig IRA-gevangene, heeft gezegd dat “het grensprobleem ons eraan herinnert dat de Britten nog steeds de zes Noord-Ierse graafschappen besturen”. Wat ook meespeelt is politieke crisis in Belfast. Sinds de val van de coalitie tussen Sinn Fein en de pro-Britse DUP, begin 2017, bestaat er een impasse in Stormont, de regeringszetel in Belfast.

Rond dezelfde tijd overleed Sinn Fein-leider Martin McGuinness. Als voormalig lid van de IRA, en kind van Derry, genoot hij ontzag bij de achterban, meer dan zijn jonge opvolgster.