Een sanseveria aan het raam en een buxus in de tuin. Zo zag de gemiddelde Vlaamse woning er decennialang uit. De sanseveria is intussen een beetje terug van weggeweest, voor de buxus is het stilaan einde verhaal. De vervelende buxusmot doet mensen afhaken. Struiken die aangetast zijn, worden weggehaald en vervangen door alternatieve soorten die wel immuun zijn voor de veelvraten van rupsen. Nieuwe buxussen, of het nu haagjes of dikke bollen zijn, worden nauwelijks nog verkocht.

“De verkoop is inderdaad gekelderd. We verkopen minstens 80% minder buxussen in vergelijking met twee jaar geleden. Vroeger stonden ze prominent uitgestald, nu nemen ze maar een hoekje meer in”, zegt Bart Hiemeleer van familiebedrijf Genker Plantencentrum, zowat het grootste tuincenter van ons land.

“De buxuskwekers zullen het tegendeel nog wel beweren, maar dat is dan enkel om hun eigen broodwinning nog een beetje te proberen redden. Maar wij zien elke dag wat er gebeurt. De buxus heeft geen toekomst meer zolang die buxusmot niet is uitgeroeid”, zegt Hiemeleer. Hetzelfde verhaal horen we bij andere tuincentra in Vlaanderen.

Volgens Natuurpunt is de buxusmot een blijver, dat beestje zal nog moeilijk te bestrijden zijn, klinkt het.

Landschapsarchitect Louis De Jaeger zegt dat er twee mogelijkheden zijn: je blijft met de moed der wanhoop vechten tegen die rupsen en motten of je gaat voor de korte pijn, gooit alle buxussen eruit en koopt er geen nieuwe meer. “Er zijn genoeg alternatieven die even mooi zijn en waar je geen werk aan hebt. Eetbare struikjes, Japanse hulst, wilde liguster… ”

Bij Velt, de Vereniging voor ecologisch leven en tuinieren, zijn ze ervan overtuigd dat het zowel je tuinierplezier als de natuur ten goede komt als je buxusplanten gaat vervangen door een diversiteit aan andere planten, in plaats van vier keer per jaar vergif te gebruiken om je buxussen te beschermen.