Direct naar artikelinhoud
Reportage

Orchideeën onteigend voor Oosterweel

De orchideeën worden opgegraven met een aangepaste kraanbak om de wortels niet te beschadigen.Beeld Wouter van Vooren

Door de werken aan de Oosterweelverbinding dreigen beschermde orchideeën bedolven te raken onder een hoop beton. Maar een team van biologen is in de weer om elk bloemetje te redden.

"Alsmaar bouwen is niet goed voor de natuur", zegt een voorbijganger op zijn fiets naar een groepje witgehelmde biologen van de Universiteit Antwerpen, die – fluovestjes aan – ons naar de plek leiden waar zij beschermde orchideeën willen redden van een gewisse ondergang. Nog tot volgende week zijn ze bezig om 476 grote keverorchissen en vijf bijenorchissen de oversteek te laten maken naar de overkant van de Charles De Costerlaan, naar de veilige haven van het Sint-Annabos. 

De biologen moeten dit nu doen, want de voorbereidende werken voor de Oosterweelverbinding zijn al aan de gang. En wie op de kaart van Antwerpen met zijn vinger een lijn trekt van de ene kant van de ring naar de andere, ziet dat binnen afzienbare tijd een stuk expresweg dwars door dit terrein zal snijden. In het uiteindelijke plan is er wel een 'ecoduct' voorzien – een brug over de snelweg die verschillende natuurgebieden verbindt, zodat de dieren er vrij over kunnen lopen – maar daar hebben de bloemetjes nu niet zo veel aan. Zij worden gered met graafmachines van een Nederlands grondwerkenbedrijf. 

"Er komen hier een aantal unieke orchideeënsoorten voor", zegt bioloog Stijn Baeten. "Een ervan is het soldaatje, waarvan in de hele provincie Antwerpen maar twee plantjes bestaan. Mijn collega heeft in deze vijver ook waterspitsmuizen gevonden, maar helaas spitst ons project zich nu toe op de grote keverorchis en de bijenorchis, twee beschermde orchideeënsoorten." 

In een ander stadium van de reddingsoperatie komen ook nog vogel- en vlindersoorten aan bod, vertelt Baeten. Een ervan is de holenduif. Wanneer de bomen waar die nu broeden tegen de vlakte liggen, zal die een nieuw onderkomen hebben in nestkastjes. 

Vlagjes

Maar eerst de orchideeën. Omdat daar in deze tijd van het jaar niets van te zien is, hebben de biologen al in de zomer gele vlagjes geplant, die de locatie van de bloemen aangeven. "Voor ons is de grote keverorchis eigenlijk een groot mysterie", vertelt Baeten. "We weten dat ze vaak op kalkgronden staan, maar voor de rest weten we erg weinig over waarom die op bepaalde plaatsen voorkomt."

Om de orchideeën uit de grond te halen, krijgen de biologen hulp van het Nederlandse bedrijf Goud Grondverzet. Die voeren het precisiewerk uit met een reusachtige graafmachine. "We doen het echt heel voorzichtig ", zegt graafmachinebestuurder Wim Van der Pol. "Voor de orchideeën is het beter om een lap grond mee te nemen, omdat zij de schimmels nodig hebben die erin zitten." 

"In Nederland gebeurt dit trouwens wel vaker", zegt Van der Pol. "Projectontwikkelaars vinden het daar ook belangrijk dat beschermde grassoorten of duinsoorten bewaard blijven bij grote bouwprojecten." 

Door ze te verplaatsen hopen de biologen er dan ook meer over te leren, vertelt Baeten. Aan de overkant worden ze op drie plaatsen geplant: een waar ze nu al voorkomen, een waar ze decennia geleden hebben gestaan, en een waar ze nog nooit zijn geweest. Zo kunnen ze proberen te onderzoeken waar de planten het best gedijen. 

Experiment

Alsof het een erg kostbare archeologische vondst was, wordt de lap grond van de graafmachine overgeladen op een andere graafmachine en dan op een vrachtwagen. Die rijdt er vervolgens mee langs heel Linkeroever, om dan aan de overkant van de Charles De Costerlaan uit te komen. 

'Van het soldaatje bestaan in de hele provincie Antwerpen maar twee plantjes'
Stijn Baeten, bioloog (Universiteit Antwerpen)

Wat zoiets kost? "Geen idee", zegt doctoraatsstudent Steven Jacobs, die vanaf zijn bureau in de universiteit de werken opvolgt. "Maar het hele project zal vijf jaar in beslag nemen. Door de planten die hele tijd op te volgen, hopen we om hier zoveel mogelijk wetenschappelijke data uit te halen. Voor ons was dit dan ook een unieke kans." 

Wanneer we dan zelf naar de overkant lopen, zweeft een hongerige buizerd over het terrein. Ook Baetens ziet in deze opdracht vooral een leerproject. "Als dit lukt, kunnen we aanbevelingen doen aan aannemers over hoe ze in de toekomst dergelijke reddingsprojecten met orchideeën kunnen uitvoeren." 

In de nieuwe grond heeft het team een laag wit zand met schelpjes erin aangebracht, in een precies uitgegraven gat van 4 meter op 40 centimeter. Of er dan ook een orchidee de tocht zal overleven? "Dat weet niemand", zegt Baetens. "Daarvoor is het ook een experiment. De resultaten zullen we vanaf mei beginnen te zien."