Direct naar artikelinhoud
Nieuws

Holocaust Museum in Amsterdam weert Auschwitz-foto’s van tentoonstelling

Het afplakken van vier foto’s uit Auschwitz op de tentoonstelling De Jodenvervolging in foto’s in het Holocaust Museum in oprichting, heeft geleid tot een controverse tussen de gastcuratoren en het museum in Amsterdam. Het betreft beelden die worden beschouwd als het duidelijkste fotografische bewijs van de Holocaust.

Een van de vier foto’s die Alberto Errera in augustus 1944 heimelijk in Auschwitz maakte en waarmee hij zijn leven op het spel zette. Deze Griekse gevangene werkte bij het Sonderkommando, een groep gevangenen die gedwongen werkte in en rond de gaskamers. Het is onbekend hoe hij aan een camera kwam. De negatieven werden in een tube tandpasta uit Auschwitz gesmokkeld.Beeld Auschwitz museum/afdrukken: particuliere collectie Robert Jan van Pelt.

De foto’s, die door de Griekse concentratiekampgevangene Alberto Errera zijn gemaakt, tonen het moment waarop ontklede vrouwen naar de gaskamers gaan en de verbranding van stapels lijken. Errera heeft de foto’s in augustus 1944 met doodsverachting vanuit de heup geschoten. Als hij ontdekt zou zijn, zou hij vrijwel direct zijn gedood.

De gastcuratoren Erik Somers en René Kok van het instituut voor oorlogsdocumentatie, holocaust- en genocidestudies NIOD beschouwen de vier foto’s – die uniek zijn omdat ze de enige zijn waarop de massavernietiging in Auschwitz daadwerkelijk is te zien – als het logische sluitstuk van de expositie, waarin het lot van de Joden in de Tweede Wereldoorlog aan de hand van foto’s wordt verteld. ‘We laten zien hoe de maatschappelijke uitsluiting van Joden in 1940 werd gevolgd door steeds klemmender bepalingen, door de vervolging, de deportatie en hun uiteindelijke vernietiging. Deze uiterste consequentie, hoe schokkend ook, moet worden getoond. Ze laten het verschrikkelijke lot zien dat ook de Joden uit Nederland hebben ondergaan.’ 

Ethisch en religieus geïnspireerde twijfel

Bij de inrichting van de expositie laaide de discussie op over de vier foto’s. Het Joods Cultureel Kwartier (JCK), waarvan het Nationaal Holocaust Museum in oprichting deel uitmaakt, had ethische en religieus geïnspireerde twijfels bij het tentoonstellen van de foto’s vanwege de respectloze wijze waarop met de doden is omgegaan. Ook vroeg het museum zich af of de foto’s – gezien het educatieve element van de tentoonstelling – niet te gruwelijk waren.

Doorslaggevend argument om Errera’s foto’s niet te tonen, is volgens directeur Emile Schrijver van het JCK  geweest dat in de Hollandsche Schouwburg, tegenover het Holocaust Museum i.o., een installatie is te zien met wrede foto’s van de Holocaust  (waaronder ook die van Errera). Die behoort bij een langdurige enquête  onder bezoekers naar de vraag of, en zo ja welke beelden te zien moeten zijn in de permanente expositie in het nieuwe Holocaust Museum, dat medio 2022 wordt geopend. ‘Het zou potsierlijk zijn de foto’s van de Griekse fotograaf met Griekse slachtoffers nu te laten zien, terwijl aan de overkant die installatie is te bezoeken. De inhoudelijke noodzaak om Errera’s foto’s nu te tonen was er niet per se. De tentoonstelling gaat immers over de Jodenvervolging in Nederland.’

Somers zegt geen begrip te kunnen opbrengen voor de beslissing van het JCK, maar zich er in het belang van de tentoonstelling bij te hebben neergelegd. ‘Errera heeft deze foto’s juist gemaakt als schreeuw om aandacht en om de buitenwereld te tonen welke gruwelijke misdaden in Auschwitz plaatsvonden. Daar mag niet aan voorbij worden gegaan.’ Schrijver: ‘Wij willen, vanuit wat ik het eigenaarschap van het Holocaust Museum noem, de Joodse kant van de geschiedenis belichten in een objectieve presentatie van de feiten.’ Het JCK wil zijn regie daarbij niet laten doorkruisen.

Pragmatische reden

Volgens Schrijver is het meningsverschil terug te voeren op de motivatie van Somers en Kok om nu een optimale tentoonstelling  te maken, en het belang van het JCK om een brede en diepgaande discussie te voeren over de inrichting van het toekomstige Holocaust Museum.

Dat de foto’s van Errera, afgedrukt op A4-formaat, zijn afgeplakt (in plaats van verwijderd ) heeft trouwens ook een pragmatische reden. De tentoonstelling gaat naar Berlijn, waar ze vanaf oktober is te zien in het instituut Topographie des Terrors. Somers: ‘Daar worden ze vanzelfsprekend wél getoond. Sterker nog: de Duitsers zouden juist bezwaar maken als we Errera’s foto’s hadden verwijderd.’

De fotonegatieven van Errera werden in een tube tandpasta uit Auschwitz gesmokkeld en pas na de oorlog in omloop gebracht – in aangesneden vorm. De foto’s zijn in hun oorspronkelijke formaat te zien in het boek van Kok en Somers over de Jodenvervolging met dezelfde titel als de tentoonstelling. De fotograaf overleefde het concentratiekamp niet. Hij werd doodgeslagen door een SS’er.

Verder lezen

Een nieuw fotoboek met uniek materiaal over de Jodenvervolging in Nederland toont veel tot nog toe onbekend beeld. De foto’s snijden rechtstreeks in de ziel.

Vanuit de heup geschoten: deze foto’s zijn het duidelijkste fotografische bewijs van de Holocaust