Gemeenten negeren ‘taaleis’ en ‘tegenprestatie’ in de bijstand
Den Haag
Bijstandsgerechtigden moeten de Nederlandse taal beheersen of dat in elk geval proberen. Dat vereist althans de wet. Gemeenten controleren dit echter nauwelijks. De uitkering wordt vrijwel nooit verlaagd als er sprake is van onwil om Nederlands te leren. Ook vragen gemeenten van bijstandsgerechtigden uiterst zelden een tegenprestatie.
Dit blijkt uit onderzoeken van het Centraal Bureau voor de Statistiek. Staatssecretaris Tamara van Ark (VVD) van Sociale Zaken, verantwoordelijk voor de uitvoering van de bijstand, heeft om de onderzoeken gevraagd. De tegenprestatie en de taaleis zijn op aandringen van de VVD de afgelopen jaren ingevoerd in een poging om een groter deel van de huidige 435.000 bijstandsgerechtigden te ‘activeren’.
Van Ark is bijzonder ontstemd over de resultaten. ‘Ik vind dit zeer ongewenst en bijzonder zorgelijk. De taaleis en de tegenprestatie zijn niet in de wet opgenomen om mensen te pesten zoals wel gedacht wordt, maar om mensen op weg te helpen volwaardig mee te doen in de maatschappij. Mijn vingers jeuken hiermee aan de slag te gaan. Maar de afspraak is om eerst met gemeenten in gesprek te gaan. Dat doe ik. Ik hoop ook dat gemeenteraden de gemeentebesturen hierop aanspreken. Maar als de praktijk daardoor niet verandert, wil ik regulerende maatregelen nemen.’
dwingen
Regulerende maatregelen blijkt jargon voor dwingen. ‘Dan kun je denken aan dwingend voorschrijven hoe elke gemeente de taaleis en de tegenprestatie moet uitvoeren. Maar dan gaan we als kabinet ook overwegen om financieel bij te sturen: een korting op het budget voor de bijstand als de wet niet naar letter en geest wordt uitgevoerd’, aldus Van Ark.
De tegenprestatie is een maatregel van het door de PVV gedoogde minderheidskabinet-Rutte I van VVD en CDA. Sinds januari 2012 moeten gemeenten een verordening opstellen waarin van bijstandsgerechtigden een tegenprestatie wordt gevraagd voor hun uitkering. Nu blijkt dat 136 gemeenten de tegenprestatie niet uitvoeren, 206 gemeenten doen dit wel. Van 38 gemeenten is niet bekend wat ze doen. Slechts 26.000 keer werd in maart 2018 een tegenprestatie gevraagd, stelt het CBS vast. Dat is zo’n 5 procent van de 455.000 bijstandsgerechtigden.
Sommige gemeenten vinden volgens het CBS dat het vragen van een ‘tegenprestatie’ niet past binnen het beleid van de gemeente. Maar gemeenten staan in plaats van een tegenprestatie ook andere activiteiten toe, zoals mantelzorg en vrijwilligerswerk.
taaleis
De taaleis is sinds januari 2016 van kracht. Die eis werd op aandringen van de VVD opgenomen in het regeerakkoord van Rutte II met de PvdA. De afspraak kwam na een akkoord met D66, CU en SGP afgezwakt in de wet. De wet eist dat bijstandsgerechtigden de Nederlandse taal beheersen op basisschoolniveau. Gemeenten moeten de uitkering verlagen als de bijstandsontvanger niet voldoet aan de taaleis en zich ‘verwijtbaar’ onvoldoende inspant om zich de taal eigen te maken.
Het CBS schat dat mogelijk 41.000 mensen in de bijstand de Nederlandse taal niet machtig zijn, terwijl dat van zo’n 90.000 mensen onbekend is. Vorig jaar bleek uit een eerste onderzoek over 2017 al dat de taaleis nauwelijks wordt nageleefd. Het CBS stelt vast dat gemeenten hun beleid niet wezenlijk hebben veranderd. <