© FRANK ABBELOOS

Twintig jaar Belle Perez: “Ik ben Wout altijd blijven steunen tijdens zwendelzaak”

In 2019 viert ze haar twintigjarige jubileum als zangeres, maar voor het zover is, wil Belle Perez (42) eerst nog even de zomer veroveren met haar nieuwe single ‘Rumba’. “De mensen die in het begin van mijn carrière met me samenwerkten, zullen me wel een moeilijke tante gevonden hebben”, zegt ze wanneer we haar vragen terug te blikken. “En terecht, want ik wist niet wat ik wilde. Maar nu voel ik me voor het eerst volledig in balans.”

Jo Smeets

Als wij zeggen dat wij nog nooit van The Swaggernautz gehoord hebben, mag u ons daar per uitzondering eens flink voor uitlachen. Want het producersduo, bestaande uit Jovany Javier en Tot Tan, is verantwoordelijk voor ‘Échame La Culpa’, de monsterhit van Luis Fonsi en Demi Lovato die ondertussen al bijna anderhalf miljard keer werd aangeklikt op YouTube. Wel, die latin boys met thuisbasis in Los Angeles postten onlangs een bericht op hun Facebookpagina over een dame uit - we mogen hier ter plekke doodvallen als het niet waar is - Hamont-Achel: ‘Great fun working with the uber talented Belle Perez!’ Ze hadden het over ‘Rumba’, de nieuwe single die, als alles volgens plan verloopt, nú te horen zou moeten zijn op uw radio. “Ik wilde een nieuwe sound in de stijl van Fonsi en Lovato, en kwam op die manier dus uit bij The Swaggernautz”, vertelt Belle. “Ik had de song, zij stopten het nummer vervolgens in een ander jasje en stuurden het me dan weer terug. Waarna ik in een Belgische studio de definitieve zangpartij heb opgenomen. Maar voor mijn nieuwe album ‘Fiesta Perez’, dat volgend jaar moet uitkomen naar aanleiding van mijn twintig jaar op de planken, wil ik wel graag fysiek met hen samenwerken.”

Dat kan niet goedkoop zijn.

“Klopt. Maar The Swaggernautz bieden kwaliteit, en daar betaal je natuurlijk voor.”

Een teken dat de platenfirma internationale plannen met je heeft?

“Het latin-genre is sowieso al global, dus dat is inderdaad de bedoeling. Maar tegelijk ben ik realistisch: mijn speelveld bevindt zich hier. Alles wat erbij komt, zie ik als een surplus, dus niets moet. Als de plaat goed genoeg is, zal ze vanzelf wel komen bovendrijven. En dan zal ik klaarstaan om het nodige te doen, want ik ben niet bang om de handen uit de mouwen te steken.”

Je hébt ooit al door Zuid-Amerika getoerd, maar toen zag je leven er nog anders uit.

“Toen had ik inderdaad nog geen kind. Nu wel, dat verandert de zaken enigszins. Als ik nu nog internationale stappen zet, zal het dus wel volgens een welomlijnd plan moeten gebeuren. Ik ga me niet meer in een of ander wild avontuur storten. Laten we nu eerst maar eens afwachten wat ‘Rumba’ teweegbrengt. Het is een luchtig en zonnig nummer. Ik merk dat de mensen het liefst de happy, positieve Belle hebben. Dus zie ik het als mijn missie om een glimlach op hun gezicht te toveren, om de zon en Spanje naar België te brengen. En dat voelen de fans, ze zien me niet enkel als een artieste, maar ook als een luisterend oor. Als mijn fans me ontmoeten, vertellen ze me spontaan hun verhaal. Dat is blijkbaar het effect dat ik op hen heb.”

Vind je dat fijn?

“Soms wel, maar soms is het ook best wel heavy. Ik ben iemand die alles absorbeert, dus moet ik ervoor opletten dat ik al die verhalen niet mee naar huis neem. Via de tv kom ik bij die mensen binnen, en daardoor denken ze dat ze me persoonlijk kennen en vertellen ze me hun problemen. Dat ze hun partner hebben verloren aan kanker, dat er iets is met de kinderen… Ik heb in mijn omgeving ook al enkele keren te maken gehad met kanker, dus dat onderwerp laat me niet koud. Ik zou maar een onmens zijn als ik het me niet zou aantrekken.”

Wat zou je nu aan het doen zijn als je geen zangcarrière had?

“Dan werkte ik waarschijnlijk nog steeds in dat bouwkranenbedrijf in Bergeijk. Ik deed dat zeer graag, ik was er verantwoordelijk voor de boekhouding en de administratie, en met mijn goede kennis van de Spaanse en Portugese taal was ik het aanspreekpunt voor de internationale vrachtwagenchauffeurs. Maar het is anders gelopen: twintig jaar geleden nam ik met ‘Hello World’ deel aan ‘Eurosong’, en we weten allemaal hoe het sindsdien gelopen is.”

“Dat ik artieste ben, is trouwens nog steeds wennen, hoor. Voor mijn zus en mijn man ben ik nog steeds Maribel, en zo voel ik me ook als ik bij hen ben. Als we dan een hapje gaan eten en iemand komt me om een handtekening vragen, denk ik telkens: ‘Ah ja, das waar, ik ben Belle Perez, ik ben een BV.’ (lacht) Ik moet de twee uitersten kunnen zijn: de Belle Perez die zich smijt op het podium én de Maribel die het thuis gezellig maakt met kaarsjes en voor iedereen kookt. Dat houdt me in balans.”

Wie is het grote voorbeeld voor de huiselijke Marie Belle?

“Mijn mama. En ook mijn oma’s, die dit jaar jammer genoeg allebei overleden zijn. Geweldige dames. De moeder van mijn vader is zesentachtig geworden, maar zag er tot op het einde van haar leven fantastisch uit. Als ze over de dijk liep, werd ze nog nagefloten door oude heertjes met een wandelstok. (lacht) Zoveel uitstraling, zoveel charisma, iedereen was welkom bij haar, de tafel stond altijd gedekt… Zij is dus mijn voorbeeld, zo wil ik ook zijn.”

Heb je afscheid kunnen nemen?

“Nauwelijks. En wel door het feit dat mensen in Spanje binnen vierentwintig uur na het overlijden worden begraven. Ik ben er dus niet meer tijdig geraakt, maar mijn ouders waren er gelukkig wel bij.”

Ben je van plan om ooit te verhuizen naar Spanje?

“Niet permanent, maar ik zou er wel graag enkele maanden per jaar doorbrengen. Misschien als Ellía wat groter is en zijn eigen leven heeft. Waarom niet? Spanje is een fantastisch land, ik spreek de taal, voel me er goed… Ooit was dat anders, ik heb een tijd een dubbel gevoel gehad met Spanje. Ik dacht: ‘Wat ben ik nu eigenlijk, een Belgische of een Spaanse?’ In België was ik een Spaanse met flamencojurken, hoge hakken en een voorliefde voor rare muziek. In Spanje was ik dan weer de dochter van migranten die een nieuw leven waren gaan zoeken in België. Ze noemden me dan ook la Belga.”

Belga Perez.

(lacht) Die moet ik onthouden. Ik was vlees noch vis, en heb echt wel mijn plaats moeten vinden. Tot ik het losliet en aanvaardde dat ik een cocktail van van alles ben. Sinds die dag was het ook duidelijk dat ik in het Spaans zou zingen. Het voelde als thuiskomen. Als ik ‘España Mia’ zing, moet ik telkens weer opletten dat ik niet te emotioneel ben, want dan ga ik huilen, zo diep zit het.”

Iets anders: Wout en jij zijn tien jaar samen, waarvan twee jaar getrouwd. Waar heb je hem leren kennen?

“In Hamont-Achel. Een gemeenschappelijke vriend had een soort van blind date voor ons opgezet. Nu, we kwamen allebei uit een lange relatie en waren niet toe aan iets nieuws. Ik zeker niet. Het laatste waar ik aan dacht was om te gaan daten met een Hollander. (lacht luid) Maar goed, ik zat daar te wachten en toen Wout binnenkwam, wist ik: dat is de man met wie ik een leven wil opbouwen.”

Aan wat kan je merken dat Wout zeven jaar jonger is?

“Aan niets, eigenlijk. Ik was tweeëndertig toen ik hem leerde kennen, hij was vijfentwintig. Toen was ik wel wat bang voor het leeftijdsverschil. Maar zo gauw we mekaar beter leerden kennen: héérlijk! Echt waar. Wout is een oude ziel in een jong, goddelijk lichaam.” (lacht luid)

Jullie huwelijksplechtigheid kwam wel even in ’t gedrang toen Wout enkele dagen ervoor werd genoemd in een zwendelzaak - waarvoor hij uiteindelijk is vrijgesproken. Dacht je toen dat het sprookje al voorbij was nog voor het goed en wel kon beginnen?

“Nee. Al was het natuurlijk wel verschrikkelijk: ’s maandags verschenen de eerste krantenartikels, op donderdag zouden we trouwen. Maar het heeft Wout en mij niet van ons stuk gebracht, omdat we perfect wisten wat er aan de hand was. Ik wist dat hij onschuldig was en heb hem dan ook altijd voor honderd procent gesteund.”

“Ik wil hier toch nog even aan toevoegen dat ik heel dankbaar ben voor het feit dat de Vlaamse pers dat zo proper heeft aangepakt. Wat ik helaas niet kan zeggen van Nederland, want daar gaan ze blijkbaar toch driester aan het werk. Maar goed, Wout en ik wisten wat er van aan was, dus ze konden ons niet raken.”

Je zegt van jezelf dat je aanhankelijk bent.

“Klopt, ik ben zeer honkvast en trouw, typisch Spaans. En ik ben vrij exclusief, want ik kan mijn ex-vriendjes nog op één hand tellen. Als ik vroeger op stap ging, was ik steevast het meisje dat alleen naar huis ging. Ik denk dat er ‘not available’ op mijn voorhoofd getatoeëerd stond, en daardoor ben ik ook nooit lastiggevallen. Met die onzin moesten ze bij mij niet aankomen.”

“Als ik terugkijk op alles wat er in mijn leven gebeurd is - wegtrekken uit Limburg, vriendschappen die misliepen, relaties die stukgingen, kritiek krijgen - kan ik alleen maar concluderen dat dat me gevormd heeft. Ik ben vrij beschermd opgevoed: toen ik jong was, beperkten mijn ‘reizen’ zich tot busritjes naar Hasselt. (lacht) Dus op een bepaald moment wilde ik de wereld in.”

Hello world.

“Zoiets, ja. En in ’t begin heb ik wel wat brokken gemaakt. (denkt na) Als je er middenin zit, denk je: ‘Wat gebeurt er toch allemaal?’ Want het was wel degelijk heftig: een scheiding, veranderen van management, van muzikanten, alles dat op zijn kop kwam te staan... Ik herinner me dat ik op de preselectie van ‘Eurosong’ een kikker in mijn keel had, en dat Marcel Vanthilt zei dat die kikker eerder op een doodgeknepen muis leek. Toen kwam dat hard aan, maar de man had verdorie gelijk. En ik heb er iets mee gedaan, ik heb teruggevochten. Marcel heeft ondertussen laten weten dat hij het fantastisch vindt wat ik doe. Stijn Meuris idem dito: ik heb altijd erg naar hem opgekeken, ook al liggen onze werelden ver uit mekaar. Maar op een dag schreef hij dat ik als artieste niet geloofwaardig over liefdesverdriet kon zingen, omdat ik op dat vlak nog niets had meegemaakt. Hij heeft me toen zelfs Belleke Trek genoemd, ik zal het nooit vergeten. Na die uitlatingen dacht ik: ‘Ik heb de pest aan u, wat een kwal zijt gij eigenlijk.’ Maar nu weet ik dat ook hij helemaal gelijk had! Ik hád nog niks meegemaakt, er zát nog niks in mijn rugzak. Maar ondertussen is die rugzak wel mooi gevuld, en heb ik toch maar mooi een duet met Stijn gezongen. Fantastische vent, ik heb echt een zwak voor hem.”

Moraal van het verhaal?

“Ze zeggen dat je zwartste periodes de meest vruchtbare zijn, en ik denk dat dat ook echt zo is. Uiteindelijk heb ik die gebeurtenissen wel nodig gehad om los te breken. Ik had het gevoel dat mijn jas te klein was geworden, ik snakte naar nieuwe horizonten. Dat alles had meer te maken met mezelf dan met de mensen om me heen, besef ik nu. De mensen die in het begin van mijn carrière met me samenwerkten, zullen me vast wel een moeilijke tante gevonden hebben. En terecht, want eigenlijk wist ik niet wat ik wilde. Sinds ik er op die manier over kan denken, voel ik me vrijer dan ooit, en ben ik volledig in balans, voor ’t eerst in mijn leven. Zelfs in mijn huwelijk met Wout. Sterker: ik heb me nooit zo vrij gevoeld in mijn doen en laten als nu.”

Daar heeft het moederschap niets aan veranderd? Je hebt op latere leeftijd - twee jaar geleden pas - een kind gekregen.

“Mijn moment was simpelweg aangebroken, en geen dag eerder. Ik heb mezelf altijd met kinderen gezien, alleen kwam het er nooit van. Maar toen was het oergevoel er plots, en drie maanden erna was ik zwanger.”

Zal je straks kunnen loslaten?

“Ik ben een bezorgde moeder, daar moet ik geen doekjes om winden. Bemoederen, voor iemand zorgen, ik heb dat gewoon nodig. En doe daar nog een schep Spaanse theatraliteit bovenop, en je krijgt bezorgdheid in de overtreffende trap. (lacht) Dus, ik zal het heel moeilijk krijgen als ik Ellía moet loslaten, maar laten we daar nog maar niet aan denken.”

‘Rumba’ van Belle Perez is nu verkrijgbaar.