Ségolène en Alexandra Jacmin, tweelingzussen uit Doornik, lanceerden bijna twee jaar geleden Façon Jacmin: een kledinglijn gemaakt van hoogwaardig, Japans denim. Alexandra studeerde af als modeontwerpster aan La Cambre in Brussel en leerde de knepen van het vak bij onder andere Maison Martin Margiela en Jean Paul Gaultier. Ségolène werkte na haar studies burgerlijk ingenieur nog een managementopleiding af en werkte jaren als consultant. Tot het begon te kriebelen om zelf te ondernemen.

Het modelabel dat ze samen lanceerden, focust op denim, een materiaal dat je het hele jaar door kan dragen. Façon Jacmin werkt dan ook niet met seizoenscollecties, maar een twintigtal tijdloze stukken die twee à drie keer per jaar worden aangevuld met capsulecollecties.

De collectie wordt in Bulgarije of een Parijs atelier gemaakt, en wordt daarna door de zussen zelf verkocht. Er komen geen tussenpersonen aan te pas, een bewuste keuze om de prijs te drukken. Verkopen doen ze ofwel vanuit een truck, via pop-upmomenten of hun webshop, en sinds kort kunt u ook terecht in hun studio in Sint-Gillis, vlak bij de Parvis in Sint-Gillis.

Waarom is jeans het uitgangspunt van jullie modelabel geworden?

Alexandra: ‘Ik vind jeans een interessant materiaal. Erg sterk, maar ook comfortabel, en het wordt alleen maar mooier door te dragen. Je kunt een complete garderobe samenstellen met enkel jeans, maar ik vind het vooral een uitdaging om iets gesofisticeerd en elegant te maken van een materiaal dat toch vooral met streetwear wordt geassocieerd. Iedereen draagt ook jeans, van gelijk welke sociale klasse. Het is een materiaal met geschiedenis, en tegelijkertijd steeds hedendaags. Het overstijgt alle trends en evolueert mee met de tijd.’

‘De denim die we gebruiken komt uit Japan, waar ze natuurlijke indigo gebruiken om de stof te verven. Elders wordt er vaak synthetische indigo gebruikt en dat verschil zie je in de kleur. De weefmachines die ze gebruiken om denim te weven in Japan, zijn bovendien ook nog de oude weefmachines, overgenomen uit Amerika. Het resultaat is dichter geweven dan bij de moderne, industriële machines. Het weefsel oogt fijner.’

Jullie verkopen rechtstreeks aan de klant. Is dat iets dat jullie denken vol te kunnen houden?

Ségolène: ‘We willen dat zeker zo lang mogelijk blijven voortzetten. Niet enkel omdat we zo de prijzen lager kunnen houden, maar ook voor het contact met de klanten. Het creëert toch een dichtere band. Het is volgens mij een vals idee te denken dat je sowieso meer verkoopt als er meer verkooppunten zijn. Uiteindelijk hebben winkels het ook niet altijd gemakkelijk. Bovendien is het niet altijd simpel om winkels te vinden die passen bij je merk.’

‘Ik beschouw het als een van onze sterktes dat we Belgisch design aanbieden, maar niet aan de prijzen die je zou verwachten. Dat willen we ook absoluut vermijden. We willen onze kleding niet enkel aan rijkere mensen verkopen. Dat past niet in de filosofie van het merk, jeans is net zo toegankelijk. Het is wel zo dat we een beetje van die verkoopstrategie afwijken om er ook in het buitenland te staan. We hebben met Manifeste011 bijvoorbeeld een verkooppunt in Parijs, en zijn ook twee winkels in Japan die onze stukken verkopen en we zijn in gesprek met winkels in Amsterdam.’

Kan je iets meer vertellen over de laatste capsulecollectie ‘Out of the blue’?

Alexandra: ‘Voor deze collectie heb ik me deels laten inspireren door de motiefjes die je terugvindt in de Marokkaanse architectuur, in hun mozaïek bijvoorbeeld, maar ook door de schilderijen van Serge Poliakoff, die vaak werkt met blauwe zones en de verschillen opzoekt tussen de tinten. Ik vond het interessant om beide te combineren. De silhouetten voelen wat jaren vijftig aan, met een benadrukte taille. Ik vind het fijn om het contrast op te zoeken tussen erg vrouwelijke silhouetten enerzijds en workwear met meer volume, stukken die wat mannelijker aanvoelen.’

‘Naast de collectie voor verkoop, hebben we ook enkele ambachtelijke stukken gemaakt. Die moeten tonen waarvoor Façon Jacmin staan. Voor deze collectie hebben we dat Marokkaans motief uitvergroot op een rok als patchwork, en op een jasje als borduursel met verschillende tinten. Een Parijse borduurster die ervaring heeft met haute couture heeft er uren werk aangehad. 600 uur voor één stuk, voor de jurk 300 uur. Ik heb een deel ook zelf gedaan. Een oude prof van mij heeft alle mouwen gedaan. Je ziet kleine schakeringen en nuances die je niet zou zien als het met een machine was gedaan. Het is subtieler.’

Hoe gaan jullie om met sociale media? Werken jullie samen met influencers?

Ségolène: ‘Onze eigen sociale media worden beheerd door Alexandra omdat het visuele toch vooral haar domein is, ook al wordt het meer en meer gebruikt als een commercieel instrument. We zoeken bij onze sociale media naar een evenwicht tussen enerzijds de identiteit van het merk weergeven, anderzijds een duidelijke communicatie naar de klant toe.’

‘We verkopen tijdloze stukken die je niet na een seizoen weggooit, we gaan ze dus ook niet zomaar uitdelen aan influencers die er enkel even mee op de foto gaan. Het voelt voor ons niet helemaal juist aan om een stuk op te sturen naar een persoon die je misschien nog nooit hebt ontmoet. Onze voorkeur gaat dan ook uit naar een samenwerking met een zangeres of actrice, iemand uit de creatieve sector met een eigen verhaal. Zo zijn we heel trots dat de zussen van Ibeyi onze kleding dragen, alsook de Spaanse actrice Victoria Abril, de muze van Pedro Almodovar.’

Welke bekende vrouwen staan nog dicht bij jullie modelabel?

Alexandra: ‘Sterke vrouwen zoals Tilda Swinton, Winona Ryder, Zoë Kravitz zou ik heel graag in onze kleding zien. Maar ook Jane Birkin, Sophie Marceau, Marine Vacth, Léa Seydoux of de zangeressen FKA Twigs en Banks mogen altijd eens passeren in onze studio om kleding te passen.’

2017 bracht een eigen studio, een eerste modeprijs en een tijdelijke plek in het Antwerpse MoMu. Waar kijken jullie dit jaar naar uit?

Ségolène: ‘De focus ligt dit jaar vooral op onze nieuwe webshop. Tot nu toe verkochten we de collectie vooral via het busje en pop-upmomenten, maar we willen ook ons virtueel platform uitbouwen. Daarnaast gaan we binnenkort ook naar Japan. Het is geen gemakkelijk land, want er is heel veel keuze, maar het zou tof zijn als we daar voet aan de grond krijgen. Tot slot willen we vooral ons team stabiliseren. We willen niet te snel groeien, maar wat we hebben opgebouwd goed op de rails houden.’

Façon Jacmin kunt u komende weken ontdekken bij:Handmade in Brugge, Academiestraat 14, Brugge - van 9 tot en met 11 maart; Belmodo Fashion Days, Kloosterstraat 167, Antwerpen - van 30 april tot en met 6 mei; en Studio Mevrouw Van Dale, Hannie Dankbaarpassage 5 in Amsterdam - van 10 tot en met 13 mei