Direct naar artikelinhoud
Lobbying

Lobbying-experte: “Beleidskeuzes zijn bijna uitsluitend gebaseerd op studies voor commerciële belangen”

Stéphane HorelBeeld ID/ Marc Gysens

Rond het Europees Parlement in Brussel cirkelen naar schatting 25.000 lobbyisten. Nota bene hier stelde de Franse journaliste Stéphane Horel haar boek Lobbytomie voor, op vraag van de groene Europarlementariër Michele Rivasi. Horel kreeg vorig jaar de Europese persprijs voor de ‘Monsanto Papers’, haar reeks in Le Monde over het lobbywerk van Monsanto.

Wat bedoelt u met ‘lobbytomie’?

Stéphane Horel: “Het is een woordgrapje van een radiojournaliste, maar ik vond dat er waarheid in zat. Lobbying beïnvloedt onze kennis over een veelheid van onderwerpen, van de voedingsindustrie tot de farma. Dat is niet alleen problematisch voor de integriteit van onze beleidskeuze, maar ook die van de wetenschap. Als je gegevens bestelt om een product wit te wassen, dan bevuil je het wetenschappelijke corpus daarmee.” 

Is universiteitsonderzoek met financiële steun uit de industrie per definitie verdacht?

“Het was in de jaren 80 een politieke keuze dat universiteiten geld mochten zoeken op de privémarkt, en daar is veel voor te zeggen. Intussen weten we dat er funding bias optreedt. Onderzoeken, ook universitaire, hebben vier tot acht keer meer kans om tot een positief resultaat over een bepaald product te komen bij financiering uit de privésector.

“Op de wetenschappelijke tijdschriften rust een verpletterende verantwoordelijkheid. Over implantaten stonden publicaties in de belangrijkste tijdschriften van de medische wereld. En jaren later zagen we dat de resultaten op zijn zachtst gezegd onvolledig waren. In sommige tijdschriften zit de industrie gewoon vertegenwoordigd.”

‘Op de wetenschappelijke tijdschriften rust een verpletterende verantwoordelijkheid’

En ondertussen moet overheidsbeleid science-based zijn.

Science-based policy is een mantra dat regelrecht uit de industrie komt. Het gaat namelijk over beleid op basis van hún wetenschap. Beleidskeuzes zijn tegenwoordig bijna uitsluitend gebaseerd op studies voor commerciële belangen.

“We zien ook dat wetenschappers van bedrijven regelmatig kritieken schrijven in tijdschriften als Nature. Beleidsmakers zien dan in een rapport van een bedrijf of lobbygroep een citaat uit Nature, maar nemen niet de moeite om te kijken of het een ingezonden brief was van drie pagina’s of een echte publicatie over een onderzoek.”

Hebben we dan al echt ook schade geleden door lobbying gesteund op wetenschap?

“Absoluut. De manipulatie van de wetenschap is ingeluid door de tabaksindustrie, maar ook door de loodproducenten. Ze hebben actief gelobbyd om lood in motorbrandstof en verven te verwerken. In de VS is vastgesteld dat na een verbod op lood in brandstof het IQ erop vooruit ging. Minder mensen met een extreem laag IQ betekent ook minder kosten voor de samenleving.”

‘‘Science-based policy’ is een mantra dat regelrecht uit de industrie komt. Het gaat namelijk over beleid op basis van hún wetenschap’

U bent hier uitgenodigd door de groenen. Er is ook een hele groene lobby: ngo’s die opkomen tegen kernenergie, tegen ggo’s en tegen 5G.   

“Voor een ngo gebruik ik het woord lobbying niet. Die hebben ook bepaalde belangen, en je kunt je afvragen of ze de samenleving legitiem vertegenwoordigen, maar ze komen niets verkopen. Daarnaast is er een verschil in middelen. De confederatie van chemiebedrijven heeft een lobbybudget van 40 miljoen euro. Tegenover hen staat één ngo, met acht werknemers en een budget van 240.000 euro. Bij Greenpeace, waarschijnlijk de ngo met het grootste lobbybudget in Europa: 4 miljoen euro.”

Een andere moeilijkheid: vanaf wanneer spreken we van een belangenconflict?

“Zodra er een risico bestaat dat een bepaald belang een invloed kan hebben op het vooropgestelde, primaire belang, zoals milieu of gezondheid. Het is een mythe dat er sprake moet zijn van kwaad opzet. Was het de bedoeling van Monsanto om de wetenschappelijke data over glyfosaat te vervalsen of te bestellen? Je zult het nooit weten. 

“Uit een rapport dat ik samen met de lobbywaakhond Corporate Europe Observatory (CEO) heb geschreven, blijkt sprake van een belangenconflict bij meer dan de helft van de experts bij de European Food Safety Authority (EFSA). Het probleem bij de EFSA is dat ze een bijna paranoïde kijk op belangenconflicten heeft. Ze denken dat het dan gaat om experts in lange jassen die in groep op je afkomen, met in hun zak een gouden enveloppe van een of ander bedrijf. Zo werkt het niet. Corruptie zal zeker bestaan, maar bij een belangenconflict kun je niet weten of er intentie mee gemoeid was.”

‘Voor een ngo gebruik ik het woord lobbying niet. Die hebben ook bepaalde belangen, en je kunt je afvragen of ze de samenleving legitiem vertegenwoordigen, maar ze komen niets verkopen. Daarnaast is er een verschil in middelen’